Margot Van Gucht voor de gesloten bloemenzaak van Gisele Engelen

Bloemenwinkel Engelen sluit na 77 jaar: 'Vergankelijkheid heeft iets mooi'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
17/06/2015

Bloemenwinkel Gisèle Engelen op het Colignonplein is niet meer. Eind vorig jaar gingen de deuren dicht, na 77 jaar onverdroten bloemenverkoop. “Een boeket bloemen geven is nog altijd het mooiste wat er is,” zegt Margot Van Gucht die tot op het laatste de winkel openhield.

‘D e winkel is eind 1937 opengegaan. Gisèle Engelen, mijn mama, verwezenlijkte haar droom,” vertelt Margot Van Gucht (65) ons op een terrasje op het Colignonplein. “Ze was twintig en had als leermeisje in een bloemenwinkel gewerkt. Een winkel openen was toen een vrij kleine investering. Je huurde een winkelruimte en je kocht bloemen, een snoeimes en wat vazen en je was vertrokken.”

“Mijn vader heeft ze toevallig ontmoet. Die was uit Buggenhout afkomstig en met zijn ouders naar de stad getrokken. Hij had een kruidenierswinkel. Op het Colignonplein was er toen nog een markt. Zo hebben ze elkaar leren kennen.”
“Het Colignonplein zag er toen helemaal anders uit. De handel floreerde volop. Er was een viswinkel, een keurslager, een delicatessenwinkel waar men na het jachtseizoen de reeën binnenbracht. Alle ‘commerces de bouches’ waren hier vertegenwoordigd.”

“Mijn ouders kregen drie kinderen Daniël, Luc en een kindje dat na één jaar overleed. Mijn mama belandde in een depressie. Om die te boven te komen namen ze de beslissing om nog een kindje te krijgen. En dat zit hier voor jou.”
“Maar mijn mama is het verlies van haar kindje nooit goed te boven gekomen. In 1962, ik was toen twaalf, is ze gestorven. Haar naam, Gisèle Engelen, hebben we op de luifel laten staan. De winkel was per slot van rekening haar droom.”
“Mijn oudste broer, Daniël, heeft de winkel overgenomen. Eerst met enkele werknemers, maar toen bleek dat die in de kassa hadden gezeten, heeft hij beslist om het zonder te doen. Hij vroeg aan mijn broer Luc en aan mij om in de winkel te komen helpen. Luc werkte in de publiciteit. Ikzelf verkocht platen in Au bon Marché, en later in Shopping van Woluwe en Rossel Stéréo Son in de Koningsstraat.”

Trouwen en scheiden
“Ik heb lang getwijfeld. Ik had niet zo’n goede herinnering aan de winkel, omdat ik mijn mama op jonge leeftijd verloren heb. En ik wist ook dat het hard werken zou zijn. Mijn broer zei: als je niet meedoet, dan sluit ik de winkel. Daar kon ik geen neen op zeggen. We hebben de winkel 35 jaar lang samen opengehouden. Er zijn heel weinig conflicten geweest en we hebben heel wat afgelachen.”

“De bloemenverkoop is in driekwart eeuw enorm veranderd. Dat kan ik je wel zeggen. Je had geen 36 soorten en variëteiten zoals vandaag. Er waren rozen, anjers en lelies. Soms ook gladiolen en tulpen. Dat was het. Vandaag zijn ook de ‘montages’ in de mode. Terwijl het boeket, of het nu klassiek is, uit één bloemensoort bestaat of uit verschillende, nog altijd het mooist is wat je iemand kan geven.”

“Er wordt vandaag veel minder bloemen gegeven dan vroeger. Toen Schaarbeek nog een gemeente was van de burgerij, werden met nieuwjaar bloemen gegeven aan iedereen waarmee je te maken had gekregen: de dokter, de notaris. Die traditie is vandaag helemaal verdwenen.”

“Ook voor een trouw waren het altijd grote bestellingen. Er was het trouwboeket, de bloemen voor op tafel, de bloemstukjes voor in de kerk. Dat is helemaal weg. Er wordt ook minder getrouwd. Ik heb ooit nog gedacht: misschien moet ik het scheidingsboeket uitvinden. Daar zou ik geld mee kunnen verdienen (lachje).”

“Bloemen hebben bijna altijd met emoties te maken. Ik heb in de winkel mensen zien huilen die naar een begrafenis gingen. Als je ze niet kent blijf je daar stoïcijns bij. Anders is dat heel wat moeilijker.”

“Maar ik heb ook vreugdemomenten gekend. Bijvoorbeeld wanneer een jongen binnenstapt, die duidelijk achter de rug van zijn ouders, bloemen komt kopen voor zijn meisje.”

“Het bloemenverkopersvak is in korte tijd op zijn retour geraakt. Vroeger waren hier op wandelafstand van Colignon alleen al zeven bloemenverkopers (ze noemt ze één voor één op, SVG). Ik was de laatste. De mensen geven minder bloemen. Het is een kwestie van mode, denk ik. De mensen ontvangen ook minder thuis. Ook bij ons in de winkel ging het steeds minder goed de laatste jaren.”

“Bloemen zijn iets vergankelijks. Ik heb de indruk dat mensen vandaag liever iets tastbaars en blijvends geven. Terwijl precies die vergankelijkheid iets moois heeft.”

“Bloemenverkoop is hard labeur. We hadden het voordeel dat de veilingzaal op tien minuten van onze winkel ligt (Euroveiling aan Van Praet, SVG). Maar dan nog was het drie keer per week erg vroeg opstaan om de bloemen te gaan kopen.”
“En dan begint het werk nog maar. Elke bloem moet afzonderlijk ‘gekuist’ worden. De onderste bladeren moeten eraf, de doornen. Dat is geen sinecure. Mijn vader had een techniek ontwikkeld. Hij deed dat met Het Laatste Nieuws. Vandaag zijn er speciale apparaatjes voor.”

“Ook het stockbeheer vergt ervaring. Bloemen die beginnen open te staan kan je niet echt meer verkopen. Ze moeten een week houdbaar zijn. Die moet je weggooien. Dat is niet verlies alleen op de aankoopprijs, maar ook op de btw. Maar er zijn wel oplossingen. Zo is het belangrijk dat je een goede band onderhoudt met een begrafenisondernemer. Bloemen voor een begrafenis moeten niet zo lang houden.”

“Er zijn sociale codes bij het geven van bloemen, maar die zijn ook niet allemaal zo duidelijk. Ik stelde ooit een vrouw voor om mooie gele bloemen te kiezen. Ik vind dat een heel frisse, vrolijke kleur. Die vrouw trok me zo een gezicht en zei ‘Maar mevrouw, die kleur staat voor verraad.’ Geel, en ook mauve, zijn de kleuren van het overspel.”

Kwinkslag
“De bevolking rond Colignon is in in geen tijd enorm veranderd. Le quartier est devenu plus métissé. Maar ik heb dat nooit als nadeel ondervonden. Marokkanen bijvoorbeeld kopen graag grote boeketten als ze zich bij de schoonfamilie gaan voorstellen. En de Polen zijn echte connoisseurs. Die kennen de precieze naam van elke bloem. Ik heb hier ook de jonge Vlamingen zien toestromen. Die zijn ‘voor de natuur’ en houden van bloemen. Af en toe gaf dat wel aanleiding tot communicatieproblemen, maar we losten dat altijd met een kwinkslag op.”

“Ik heb veel Brusselaars de stad zien verlaten. Ik heb zelf nooit begrepen waarom. Ik zou nergens anders kunnen leven. Nu ik eindelijk tijd heb, herontdek ik de stad. Ik wandel dan met mijn broer door Schaarbeek, langs kleine straatjes of grotere boulevards en telkens weer staan we in beate verwondering voor al die mooie architectuur.”

En Gisèle Engelen? Vandaag staat haar naam nog steeds op de blauwe luifel. Als herinnering aan het meisje van twintig dat een bloemenwinkel begon op het Colignonplein. De luifel moet er binnenkort aan geloven. Dan opent er een winkel waar biologische wijn wordt verkocht, een uitbreiding is dat van de biosnack The Place To. Margot Van Gucht: “Daar ben ik heel gelukkig mee. Niet de zoveelste kapper of pittabar, maar quelque chose de bien. En hoe dan ook wou ik niet dat er nog een bloemenwinkel kwam.”

Archiefbeeld Margot van Gucht

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni