Cover boek Wat met Brussel Andre Loeckx

Boek 'Wat met Brussel' waarschuwt voor gentrificatie

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
11/06/2014

De prestigieuze Expo 58 was de laatste relatief ongecontesteerde huldiging van de Belgische nationale identiteit, haar internationale ambitie en de centrale rol van Brussel. Dat schrijven André Loeckx, Stijn Oosterlynck en Chris Kesteloot in ‘Wat met Brussel?’.

De drie academici van de KU Leuven en UA gaan op zoek naar een nieuwe gemeenschappelijkheid, een alternatief voor frames die de hoofdstad beperken tot een tweespalt: Nederlandstaligen versus Franstaligen, allochtonen versus autochtonen, arm versus rijk, stad versus Rand.

De stapel Brusselboeken is ondertussen niet meer te overzien. En toch ben ik met volle goesting aan Wat met Brussel? – een boek voor een breed publiek van geïnteresseerde niet-specialisten – begonnen. Het zijn de namen van de auteurs die me nieuwsgierig hebben gemaakt. En ze hebben me niet ontgoocheld, wat niet wil zeggen dat ik het met hun conclusies volmondig eens zou zijn. Het is hun grote verdienste dat ze de ‘frames’ op een rijtje zetten. In een laatste deel bieden ze sleutels aan om de hoofdstad te ontgrendelen: dat is nodig voor de stad, maar is ook goed voor de Rand. Maar die sleutels houden ook gevaren in. Een eerste gevaar is dat van de edge cities. De auteurs pleiten voor solidariteit tussen de stad en de Rand, grootstadsgebruikers zouden moeten meebetalen voor de diensten waarvan zij gebruik maken en waarvoor de stedelingen betalen. De Rand kan reageren door zelf in die voorzieningen te voorzien, door het creëren van edge cities. Het gevolg is weinig hoopgevend: “Een dergelijk scenario betekent het uiteenvallen van de metropolitane ruimte en een verdieping van de tegenstellingen tussen de bloeiende Randstad en de uitgeloogde grootstad.”

Wat met Brussel? waarschuwt ook voor gentrificatie: “In een dergelijk scenario draait het stadsbeleid rond de noden van de stadsgebruikers en de nieuwe en oude middenklasse, namelijk de veiligheid verzekeren, de mobiliteit verbeteren (vooral de automobiliteit) en de dienstverlening in het centrum beter afstemmen op de noden van de gentrificerende bewoners en gebruikers.” De zwakste groepen hebben dan geen andere keuze dan zich terug te plooien op marginale buurten, de grootstad te verlaten of te volharden in confrontatie. En de auteurs ‘waarschuwen’ de lagere middenklasse om hier niet al te licht over te gaan: “In het nefaste samenspel van economische crisis en gentrificatie worden bescheiden middenklassebewoners niet zelden meegesleurd in de problemen van stijgende woningprijzen en levenskosten, dalende werk- en inkomenszekerheid en steeds minder overheidssteun waardoor hun middenklassepositie onderuit gehaald wordt.”

Maatschappelijk debat
U ziet het goed: dit is benevens een informatief boek, ook een boek met een missie. Het is een pleidooi voor een overlegstad, het pleit bijvoorbeeld niet alleen voor een bijdrage van de stadsgebruikers aan de stedelijke voorzieningen, in ruil krijgen de stadsgebruikers ook medezeggingschap. Dat medezeggingschap staat niet gelijk aan politieke vertegenwoordiging. Participatieve democratie biedt volgens Loeckx, Oosterlynck en Kesteloot meer kans op slagen. Met andere woorden: overleg rond projecten om de tegenstellingen te overstijgen. Tijdrovend? Is de afloop onzeker? Allicht, maar het proberen waard. Zoals de oplossing voor de ontnederlandsing van de Rand: gastvrijheid mits aan het territorium niet geraakt wordt. De auteurs hopen dat het boek de aanzet vormt tot een open Brussel-debat. Dat is te hopen: Brussel is het sluitstuk van de hertekening van de Belgische staatsstructuren, Brussel is belangrijk voor heel het land. En niet te vergeten: er wonen ook meer dan één miljoen mensen en dankzij de Europese instellingen is het de broodwinning voor heel wat landgenoten en buitenlanders.

Wat met Brussel? is er dankzij Metaforum, een interdisciplinaire werking binnen de KU Leuven die als opdracht heeft om het maatschappelijk debat op wetenschappelijke basis te stimuleren. Coördinator André Loeckx is van Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, Chris Kesteloot is geograaf, Stijn Oosterlinck is van Planning en Ontwikkeling aan de UA. Wat met Brussel? is uitgegeven bij Lannoo Campus, telt 150 bladzijden en kost 19,99 euro.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni