Brussel en architectuur: Michel Jaspers

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
21/04/2006

Waarom werken architecten uit Vlaanderen amper op de bouwmarkt Brussel? Wat houdt hen tegen? En hoe komt het dat er geen 'Vlaams' platform gecreëerd wordt om iets met de hoofdstad van Vlaanderen te doen? We vroegen het vier Vlaams-Brusselse architecten: Michel Jaspers.

'Als ik Vlaamse architecten als Christine Conix en Jo Crepain hun best zie doen om naar Brussel te komen, dan beweegt er toch wat. Ook al heeft ieder zijn manier om de Brusselse bouwmarkt aan te pakken. Zelf ben ik als oud-Brusselaar in 1980 van Limburg terug naar Brussel gekomen. Ik weet dus maar al te goed hoe gevoelig de Brusselse markt is. Het komt er altijd op neer om bouwtoelatingen te krijgen, daar draait het werk van de architect om. Niemand wacht op bouwopdrachten. Onze klanten weten ons wel te vinden. En wij gaan hen ook opzoeken als we vernemen dat er kansen zijn. Ik vind dat de Vlaamse aanwezigheid in Brussel opvalt. Ze groeit zelfs serieus. Uiteraard is de Brusselse markt niet eenvoudig voor hen. Het is makkelijker om in één Vlaamse gemeente of stad iets te doen dan in ons gewest, met negentien gemeenten en evenveel schepencolleges, en met verschillende gevoelens."

"Brussel valt eenvoudigweg met niets te vergelijken. De Brusselse mentaliteit vraagt om een eigen aanpak. In de andere regio's (Vlaanderen en Wallonië, red.) heerst nog een kerktorenmentaliteit. Je moet van Antwerpen of van Luik zijn om in die steden makkelijk aan het werk te komen. Voor Brussel helpt het al een beetje als je hier als kantoor aanwezig bent. En in sommige gemeenten - Ukkel of de Woluwes - helpt het als je Franstalig bent, al geldt dat niet voor de negentien. In Brussel-Stad kan de Vlaming perfect terecht bij de bevoegde schepen. Brussel-Stad is duidelijk tweetalig, maar vergeet het verleden van Brussel niet. Ik heb die hele weg - van 1980 tot nu - meegemaakt. Brussel is een administratieve stad, en 'administraties' zijn per definitie meer conservatief. Vergelijk Amsterdam met Rotterdam. Het is vanuit Rotterdam dat de moderne push is begonnen, en daardoor werd heel Nederland vooruitstrevend in architectuur. Hetzelfde doet zich voor vanuit Antwerpen. Er ontstond een dynamiek die nu pas zorgt voor een vernieuwende aanpak in Brussel. Bovendien is Brussel een kruispunt van culturen, waarbij de 'Waalse aanpak' traditioneler is. Bovendien hebben Vlamingen een prachtige visie op wat ze met Antwerpen willen doen, met Leuven, met Gent. Maar Brussel is andere koek. Brussel is negentien stadjes. En die hebben het moeilijk om met elkaar te spreken. Laat Anderlecht maar met Woluwe spreken. Dat maakt het moeilijk om stedenbouwkundige visies te ontwikkelen. Al doen we dat ijverig, hoe onopvallend ook. We moeten fier zijn om iets te realiseren in onze hoofdstad. Ik heb dat destijds met Gaston Geens (de eerste voorzitter van de Vlaamse Gemeenschap, red.) in het vaandel gedragen. Heel wat Vlaamse architecten proberen met al hun talenten serieus te vechten voor een plaats in Brussel. Maar de gevoeligheden in de negentien gemeenten zijn wat ze zijn. Hier leven en werken vraagt om een onaflatende inzet. Ik ben hier komen wonen, heb mijn kinderen hier opgevoed. En ik erken, wij krijgen daar vandaag een positief antwoord op, via onze bouwheren, onze relaties, en via de politiek, ze zijn tevreden over onze architecturale visie. Maar pas op: één slecht werk en al je cliënteel valt. En als je ver van Brussel woont en de stad niet voelt om een visie te ontwikkelen, kan je ze ook niet krijgen. Een Vlaams platform kan hiertoe weinig bijdragen. En een Brusselse bouwmeester evenmin. Vind maar een tweetalige bouwmeester die het spel neutraal zal spelen. Ik vrees dat je er negentien nodig hebt, en dan is het helemaal voetbal. Ik ben aan het pleiten voor een 'superburgemeester' of 'superdienst' die een globale stedenbouwkundige visie kan hebben. Momenteel lukt dat niet. We lossen dit vandaag op door met verschillende mensen die invloed hebben één visie te ontwikkelen, onder andere met minister-voorzitter Charles Picqué en staatssecretaris Françoise Dupuis. Als een Quartier des Arts, met de invloed van baron Jacobs, en een Koning Boudewijnstichting de zaken proberen te overkoepelen, dan zijn we al een hele stap verder. Want daar worden ook Vlamingen uitgenodigd, die hun visie hebben. Er valt veel te verzoenen: de Leopoldwijk, het Rijksadministratief Centrum, het Zuidstation, de Noordwijk. Van gemeenten tot Europa. Alle decisionmakers moeten we naar één visie proberen te brengen. Net als vele anderen speel ik daar een kleine rol in. Maar zo komen we er wel, langzaamaan."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni