Brussel kondigt verbod op gebruik omstreden onkruidverdelger glyfosaat aan

Brussels minister van Leefmilieu Céline Fremault (CDH) stelt een verbod op het gebruik van de pesticide glyfosaat voor. Haar partijgenoot en Waals minister van Leefmilieu Carlo Di Antonio zal het gebruik bij particulieren en gemeentediensten verbieden. Dat meldden de twee ministers dinsdag. Ze zijn 'verbijsterd' dat België het voorstel van de Europese Commissie steunde om de licentie voor het mogelijk kankerverwekkende glyfosaat te verlengen.

Glyfosaat is het actieve bestanddeel van een pesticide die sinds de jaren zeventig onder de merknaam 'Roundup' wordt verkocht door multinational Monsanto . Het is de meest verkochte onkruidverdelger ter wereld, maar werd vorig jaar door de onderzoeksafdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO gebrandmerkt als een waarschijnlijk kankerverwekkend product.

Federaal minister van Landbouw Willy Borsus (MR) kondigde vrijdag samen met minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) aan dat België zich niettemin schaart achter het voorstel van de Europese Commissie voor een verlenging van de licentie van Roundup. Die verwezen daarvoor naar een bijkomende studie van de European Food Safety Authority (EFSA) en extra risicobeheersingsmaatregelen.

'Lafheid ten aanzien van milieu'
Voor Fremault en Di Antonio, partijgenoten bij CDH, komt dat standpunt neer op "lafheid ten aanzien van het milieu. Pesticiden als glyfosaat vormen een echt risico voor de menselijke gezondheid en het leefmilieu."

Brussels minister Fremault stelt daarom een verbod op het gebruik van glyfosaat in Brussel voor. De maatregel zal op 20 maart, bij de start van de 'Week zonder pesticiden', toegelicht worden. Waals Minister Di Antionio volgt op zijn beurt het voorbeeld van Nederland en wil het gebruik van glyfosaat voor alle particulieren en gemeentediensten in Wallonië verbieden.

De ministers onderstrepen hoe belangrijk het is, zowel voor particulieren als professionals, om het gebruik van pesticiden drastisch terug te dringen en te kiezen voor alternatieven die een duurzame ontwikkeling bevorderen.