Brussel wil een ‘licht spoor’
Amper vijfduizend Brusselaars maken gebruik van het spoor voor verplaatsingen binnen het Brusselse gewest. Dat is bitter weinig, vinden minister-president Charles Picqué (PS) en staatssecretaris Bruno De Lille (Groen). In het licht van de investeringsplannen 2013-2025 van de NMBS-Groep (waarover nog onderhandeld wordt) stelde de Brusselse regering, net zoals de andere twee gewesten, een eisenpakket op.
Daaruit blijkt dat de regering vooral een eigen 'Brusselse light rail ' wil, zoals De Lille het omschrijft. Ook stellen de Brusselse excellenties zich vragen bij de sterke concentratie van treinen in de noord-zuidverbinding en het Centraal Station. In een ideaal Brussels scenario wordt er niet geïnvesteerd in een nieuwe treintunnel tussen noord en zuid, maar wordt lokaal treinverkeer meer over de oostelijke en westelijke ringsporen geleid om daar stations zoals West, Schuman, Simonis en Meiser te bedienen, komt lokaal treinverkeer via andere lijnen het Brusselse gewest binnen om daar heel wat lokale stations te bedienen zoals Sint-Job, Kalevoet of Bordet, en moet ook doorgaand treinverkeer meer omgeleid worden langs de ringsporen. Daarom houdt het Gewest twee nieuwe treintunnels richting West en Schuman als optie open.
De filosofie achter de Brusselse plannen is dat door de bevolkingsgroei het stadscentrum verzadigd is, en niet nog meer bezoekers of pendelaars aankan. Andere plaatsen, zoals het Weststation of Delta, kunnen bebouwd worden en worden de 'ontwikkelingspolen' van de toekomst, waar stadsbezoekers en -bewoners kunnen overstappen van light rail op metro, tram en bus. De regering ziet het lokale treinnet als complementair aan het MIVB-net, niet als concurrent.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.