Op de servers van Photo News staan elf miljoen beelden. Per jaar verschijnen er daarvan 170.000 in print en 200.000 digitaal. Samen met stichter Michel De Vinck bladeren we door het album van het jarige Brusselse fotoagentschap op zoek naar de hoogtepunten.
| Michel De Vinck (links)
Wat is Photo News?
- ontstond in 1979 uit Photo News Service, dat in de jaren zestig was begonnen met de verkoop van persfoto's aan Belgische tijdschriften
- heeft samenwerkingsovereenkomsten met zowat alle media in België, en verkoopt ook in het buitenland
- concurrent van de fotodiensten van het persagentschap Belga, andere in Brussel gevestigde Belgische agentschappen als Reporters en Isopix, en internationale reuzen als Reuters en AFP
- heeft met Getty Images een verspreidingsovereenkomst
- onderscheidt zich nationaal door het uitgebreide sportsegment, gestoffeerd door bevoorrechte partnerschappen met onder meer de Belgische voetbalbond, RSC Anderlecht of de atletiekfamilie Borlée
De naam van het fotoagentschap Photo News klinkt zo internationaal als nodig, maar het succesvolle bedrijf, gevestigd in een aantrekkelijk art-decopand recht tegenover de ambassades van Libanon en Oezbekistan op de Franklin Rooseveltlaan aan het Ter Kamerenbos, is zo Brussels als wat.
Al veertig jaar vertrekken van hieruit dagelijks duizenden foto’s naar gedrukte en digitale media in België en het buitenland.
Stichter Ben Vandoorne was er in de jaren zestig mee begonnen in de kelder van zijn woning in de General Wahislaan in Schaarbeek. De verhuizing van wat toen nog Photo News Service heette, volgde toen het succes te groot werd en de kelder te klein. Gedelegeerd bestuurder Michel De Vinck was er al bij, en ook op pensioengerechtigde leeftijd laat zijn levenswerk en dat van zijn kompanen hem niet los.
"Bij het overlijden van Boudewijn hebben we miljoenen Belgische frank verdiend in vier uur tijd."
Als ik zeg dat Photo News jullie levenswerk is, dan is dat nauwelijks overdreven.
MICHEL DE VINCK: Het is mijn eerste en enige werk. Yves (Smets, zie kaderstuk over het archief, red.) kwam erbij in 1973, ik werk hier sinds 1976. Bert Vandoorne is inmiddels overleden, maar was een illustere figuur in de fotografie. Niet zozeer omdat hij zo’n goede fotograaf zou zijn geweest, maar wel om zijn commerciële feeling. Hij nam initiatief, ging naar klanten en onderhandelde. Ik ben voor hem beginnen te werken toen ik twintig was. In het toenmalige Brusselse perscentrum IPC (van 1974 tot 1994 gevestigd aan de Karel de Grotelaan, red.) was er een bar waar ik heel ‘actief’ was, en op een dag vertelde een secretaresse daar dat Vandoorne iemand zocht om foto’s te verkopen. Dat interesseerde me eigenlijk niet, maar hij stelde maar twee vragen. Of ik tweetalig was en hoeveel ik wilde verdienen. Ik vroeg het minimum en ik was aangenomen.
In die eerste jaren gingen we zelf met die afdrukken naar de redacties. De fotograaf ontwikkelde zijn films nog zelf in het labo en ik stond klaar om er zo snel mogelijk mee naar het centrum te rijden om ze te verspreiden. Tegen de deadline die vroeger rond zeven uur ’s avonds lag, gingen we naar de Jacqmainlaan, waar de meeste kranten gevestigd waren. Omdat de kranten exclusiviteit wilden, hadden we één reeks foto’s voor de Franstalige pers en één reeks voor de Nederlandstalige. Daarmee ging je het rijtje af. De krant die een foto kocht, hield die bij en je factureerde. Later lieten we bij elke krant volledige reeksen, waaruit ze kozen en betaalden wat ze gebruikten. Exclusiviteit was er dan alleen nog voor uitzonderlijke beelden. Dan boden de hoofdredacteurs tegen elkaar op en zo gingen de prijzen omhoog.
Is er nog wat over van de romantiek van die dagen?
DE VINCK: Ik spreek de hoofdredacteurs nog wel, maar nu gaat het toch vaker via de financieel directeur, die zich vroeger over niet veel meer ontfermde dan over de aankoop van de stylo’s en het papier. Wij hebben nog de tijd meegemaakt dat Sus Verleyen (legendarisch hoofdredacteur en directeur van Knack van begin jaren zeventig tot halverwege de jaren negentig, red.) en Johan Anthierens (journalist van onder meer Knack die begin jaren tachtig zijn eigen blad De Zwijger begon, red.) zich fysiek over onze foto’s bogen en aanwezen welke de goede waren. Ik herinner me een diner waarop de aanwezige politieke tenoren uiensoep te eten kregen. Normaal let je er als fotograaf op dat je geen foto’s neemt van slurpende politici, maar Paul Versele had juist gefocust op hun worsteling met de slierten gesmolten kaas en dat was net wat Anthierens wilde. Resultaat: fotopagina in De Zwijger.
Door de nauwe banden konden we op maat werken. Toen Karel Anthierens (hoofdredacteur van onder meer Humo en Brussel Deze Week, red.) bij het blad Panorama zat, had hij in de Duitse pers eens panoramische foto’s van 360 graden gezien. Hij wilde die ook, dus huurden we een kraan en zochten een manier om de camera te laten roteren en de eerste panoramische foto’s van de grootste bezienswaardigheden te maken. Die charme van de redactievloer is verloren gegaan. Anderzijds: als je vroeger in het IPC kwam waar de krantenmakers samen een glas dronken, werd het er soms zo gezellig dat je je afvroeg hoe die kranten er telkens weer lagen de volgende dag.
Het Photo News-archief: België in beelden
In de vergaderzaal van Photo News staat een wandkast die tot het plafond gevuld is met oude kartonnen doosjes. Daarin zitten naar schatting 50.000 glasplaatjes met de negatieven van archieffoto’s die teruggaan tot het begin van de twintigste eeuw. En dat is slechts een deel van het rijke archief van Photo News, dat is verrijkt door de overnames van de portefeuilles van andere agentschappen, fotografen en archieven.
“De geschiedenis van België,” aldus Michel De Vinck, die de doosjes uit de kelders haalde. Yves Smets, Photo News-fotograaf sinds 1973, begon aan de taak om de bruikbare negatieven uit dat archief in te scannen en digitaal te labelen, aan de hand van de vergeelde fichebakken en eigen opzoekingswerk. Smets heeft nog maar tweehonderd doosjes te gaan: “Een boeiend werk, al valt het identificeren van de beelden niet altijd mee. Er staan soms namen in potlood op het glas geschreven, maar die moet je dan nog verifiëren en vaak ontbreken de data. Soms ben je een uurtje bezig om een beetje te achterhalen wat er op de foto staat. Minister Segers op Expo 58? Een snaarinstrumentenwinkel op het einde van de Schuddeveldgang? Zelfs met het internet kom je er niet altijd.”
Maar het archief, waaruit BRUZZ put voor de rubriek Beeldspraak, is uiteraard belangrijk voor Photo News. Michel De Vinck: “Als straks de Tour naar België komt, dan hebben de media weer oude foto’s van Eddy Merckx nodig. Daarom hebben we vanaf het begin in de digitalisering geïnvesteerd om het archief open te stellen naar de media. Niet naar het grote publiek, want we kunnen moeilijk in concurrentie treden met onze eigen klanten. Maar ik ga wel in gesprek met Caroline Pauwels van de VUB om te kijken wat het archief kan betekenen voor de wetenschap of het onderwijs.”
Hoe maakte Photo News de stap naar de eenentwintigste eeuw?
DE VINCK: Eind jaren zeventig hield Vandoorne zich steeds meer bezig met de oprichting van auteursrechtenvereniging Sofam, en werden wij het wat beu om al het werk te doen. Vandoorne voelde aan dat we zouden weggaan en riep ons samen om een deal te maken. Een jaar lang hebben we elke zondagochtend onderhandeld in een hotel aan het Zuidstation omdat zijn vrouw niet mocht weten dat hij de zaak zou verkopen. Uiteindelijk hebben we met vier jonge musketiers het agentschap overgekocht waar we zelf werkten: de fotografen Yves Smets en Paul Versele, en Jan Van Hulst en ik die het administratieve en commerciële werk deden. We hebben ons daarvoor in de schulden gestoken, maar we waren jong, actief en we hadden een visie. Naarmate het zakencijfer steeg, bleven we investeren. De stappen van zwart-wit naar kleur, naar kleurdia, kleurnegatief en uiteindelijk digitale fotografie zijn mijlpalen die we in korte tijd hebben moeten overbruggen. Vandaag hebben we dertien fotografen in dienst. Dagelijks komen hier ook duizenden foto’s uit het buitenland binnen, die we selecteren, bewerken en verder verspreiden. We leggen ons ook meer en meer toe op video. Met COO’s Tim Paesmans en William Van Hecke, die respectievelijk de sport en de actualiteit opvolgen, staat de nieuwe generatie er.
"In de bar van het Perscentrum werd het soms zo gezellig dat je je afvroeg hoe die kranten er telkens weer lagen de volgende dag"
Het vak vraagt creativiteit, ondernemingszin en journalistieke feeling. Wat zijn de gloriemomenten uit veertig jaar Photo News?
DE VINCK: 1986 was historisch voor ons agentschap door het WK voetbal in Mexico. Bij het Heizeldrama in 1985 contacteerde ik twee onafhankelijke freelancers die ik al een tijdje volgde om te vragen of zij hun foto’s door ons wilden laten verspreiden. Daar hebben wij en ook zij veel geld aan verdiend. Zo groeide het idee om naast de actualiteit ook een sportstructuur op te zetten. De Rode Duivels gingen naar Mexico, maar er zou maar één Belgische fotograaf meegaan, van Het Laatste Nieuws. Dus heb ik een commercieel plan gemaakt met een contract waarmee de kranten per ronde een forfait betaalden, dat steeg naarmate het toernooi vorderde. De instapprijs was laag, maar daarna klom het behoorlijk. Iedereen zei me dat ik niets van voetbal kende, omdat België nooit zo ver zou raken, maar ik liet iedereen tekenen voor het geheel en daar zijn we heel rijk van geworden. Zo zijn die twee fotografen vast in dienst gekomen, waardoor we nu nog altijd leider zijn in het sportsegment.
Nog gedenkwaardige gebeurtenissen?
DE VINCK: De zesling van Blankenberge, de treinramp in Buizingen, de gijzeling in Tilff … Toen de Herald of Free Enterprise zonk, waren we de eerste om de ramp te overvliegen en hebben we ook beelden van de duikers kunnen overkopen. Tijdens het bezoek van de paus aan België werkten we de klok rond, ook omdat we onze foto’s in het buitenland moesten krijgen. Dat was nog de tijd dat je een passagier aanklampte in het Zuidstation en hem de foto’s gaf die hij voor honderd frank in Parijs moest afgeven aan wie hem stond op te wachten met een bordje van Photo News. Vandaag kan een fotograaf achter de goal zijn foto met een druk op de knop naar de andere kant van de wereld sturen.
Zijn er bepaalde individuele foto’s die bijblijven?
DE VINCK: De eerste foto van Filip en Mathilde samen is van hieruit vertrokken. Niemand wist dat Filip een relatie had, maar op een dag pakte Het Belang van Limburg uit met het verhaal dat er een romance scheen te zijn van Filip met een onbekende dame. Bij dat artikel stond geen foto, maar op een dag kreeg ik een telefoon van iemand die het artikel had gelezen en zei dat hij een foto had van die twee op Cuba. Of die mij interesseerde. Ik zei ja, maar hij legde meteen weer in, waarschijnlijk om nog andere kandidaat-kopers te zoeken. Uiteindelijk belde hij terug om te vragen hoeveel ik dacht dat de foto waard was. Ik zei 100.000 Belgische frank waarop hij weer inlegde. Toen hij de derde keer belde, wilde ik alleen nog serieus onderhandelen en vooral de foto zien. Voor hij hier aankwam, had ik bij alle hoofdredacties al gepolst wat zij zouden bieden, mocht ik zo’n foto hebben. Iedereen bleek geïnteresseerd. We hebben uiteindelijk 200.000 Belgische frank betaald voor die foto (5.000 euro red.). Ik heb de verkoper nog naar de bank vergezeld met de cheque. De kranten kregen tot 16 uur om een bod te doen. Vooral mijn vriend Paul Daenen van Het Laatste Nieuws is als een wilde tekeergegaan en had de foto de volgende dag op de voorpagina. Waarna het Paleis de relatie vroeger dan gepland heeft bevestigd.
Een groot moment was ook het overlijden van Koning Boudewijn. Dat kwam onverwacht, maar onze fotograaf Paul Versele, die meestal met de koning op verre reizen ging, had al eens gezegd dat Boudewijn een gezondheidsprobleem leek te hebben. Toen dacht ik: wat als die man op een vrijdagavond sterft en we dan het hele archief moeten doorploegen, en de selectie afdrukken voor alle kranten? Daarom hebben we meteen alle significante historische momenten en mooie portretten opgezocht en afgedrukt. Dertien reeksen van 212 foto’s - ik vergeet het nooit. Twee kubieke meter in de hoek van het agentschap. Het was Guido Van Liefferinge van Dag Allemaal die me als eerste belde dat de koning dood was. We konden alles onmiddellijk verspreiden, terwijl onze concurrenten nog duplicaten moeten maken. Daar hebben we miljoenen Belgische frank verdiend in vier uur tijd.
Zijn er ook foto’s die u niet maakt of vrijgeeft?
DE VINCK: Dat gebeurt. Er is ooit eens voor gelobbyd dat ik op een avond een fotograaf zou sturen naar een Italiaans restaurant waar prins Laurent in gezelschap zat, maar dat heb ik niet gedaan.
Soms komt het werk met tipgevers misschien in de buurt van paparazzi-fotografie?
DE VINCK: Ja, al bestaat die in België nauwelijks. We zijn daar zeer braaf in. En Photo News is ook gewoon lid van de Raad voor Journalistiek, want dat is wat we bedrijven. Een beroepsfotograaf is een journalist. Die strijd om de erkenning van het beroep is er een die onder andere Ben Vandoorne gevoerd heeft.
De door sommigen voorspelde devaluatie van de persfotografie door de digitale revolutie en de sociale media, lijkt er voorlopig niet te komen.
DE VINCK: Nee, dat vind ik niet. Een goede persfoto moet wel een gepubliceerde én betaalde foto zijn. Dat is de drijfveer om verder te kunnen investeren. Maar je zal altijd het verschil blijven zien tussen professionele en amateurfotografie. Zelfs een beroepsfotograaf die met een iPhone fotografeert, wat soms al gebeurt, zal nog altijd een betere foto maken dan een schrijvende journalist of een amateur. En er is een jonge generatie die er echt voor gaat. Niet alleen in onze stal, maar ook bij de freelancers.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Michel De Vinck , Photo News , fotoagentschap
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.