Brusselse gezondheidsinspectie verwacht eind deze week tegen testlimiet te botsen

Volgens Steven Van Gucht stijgt het aantal besmettingen in Brussel momenteel minder snel dan in de rest van het land omdat er een gebrek is aan testcapaciteit. “Met de snelheid waarmee het coronavirus zich in Brussel verspreidt, is het bijna onmogelijk om te kunnen volgen met het uitbreiden van testcapaciteiten”, reageert Inge Neven van de Brusselse gezondheidsinspectie.

Het gemiddeld aantal dagelijkse besmettingen steeg woensdag nationaal met 93 procent in vergelijking met de zeven dagen daarvoor. In Brussel zet de toename (52 procent) minder sterk door dan in andere regio's. Het Brusselse dagcijfer is met een gemiddelde van 880,7 besmettingen per dag de laatste week wel nog steeds onrustwekkend. Volgens Van Gucht zou die minder sterke stijging in Brussel niets te maken hebben met de verstrengde maatregelen, maar wel met het gebrek aan testcapaciteit.

Met een testcapaciteit van 5.000 tests per dag in Brussel, zitten we op dit moment nog niet aan de limiet volgens Neven, maar zij vermoedt dat daar eind deze week nog verandering in zal komen. “Er zijn net drie testcentra bijgekomen en daar zie ik nog een marge, al is die niet heel groot. Hoe sneller het virus vooruitgaat en hoe meer infecties er zijn, hoe sneller we testcentra moeten bouwen. Op een bepaald moment gaan we niet meer kunnen volgen.”

Ook labo’s kunnen niet mee

Volgende week volgt er een nieuw centrum op de Heizel en de komende weken zullen er in totaal nog vier testcentra de deuren openen. Ook in Merode en Vorst zal de testcapaciteit uitgebreid worden, bevestigt Neven. Maar volgens het hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie ligt het probleem ook bij de labo’s die niet kunnen volgen, waardoor de wachttijd op testuitslagen langer wordt. “Niet alleen in Brussel lopen die wachttijden op. Ik liet me zelf testen in Vlaanderen en daar was de wachttijd ook lang.”

“De komende dagen moeten we een teststrategie uitdenken, zowel op regionaal als op federaal niveau. Daarvoor zitten we samen met verschillende wetenschappelijke comités”, aldus Neven.