Negentien Brusselse jongeren bezochten vorige week de concentratiekampen in Auschwitz en Birkenau. Het doel van de reis: jongeren met verschillende religies en levensbeschouwingen dichter bij elkaar brengen en hen laten praten over de Holocaust, het leven en hun geloof. Het werd een emotioneel bezoek, met enkele moeilijke existentiële gesprekken. “Na wat ik vandaag gezien heb, is het voor mij duidelijk dat er geen God bestaat.”
Brusselse jongeren samen op zoek naar God in Auschwitz
We lopen langs de spoorlijn die de slachtoffers vanaf 1944 recht naar het kamp bracht. Op deze plek gebeurde de ‘selectie’: SS-officieren beslisten op het zicht wie aan het werk kon in het kamp en wie onmiddellijk naar de gaskamers gestuurd werd. Voor veel mensen die hier aankwamen, was dit, deze modderige grond, deze lucht en de geur van verrotting en lijden het laatste wat ze meemaakten.
“In de geschiedenislessen op school leer je natuurlijk wel over de Holocaust. Je hoort de cijfers en leest over de gruweldaden, maar pas hier besef je echt wat die mensen meegemaakt hebben,” zegt Yosra, een jonge vrouw van 21. Zij maakt niet echt deel uit van een bepaalde geloofsgemeenschap. Haar vader is joods, haar moeder moslima. “Maar ik ben niet strikt gelovig. In mijn gezin is dat geen probleem. Het wordt wel moeilijk wanneer ik terugga naar Marokko, daar begrijpen de mensen niet dat ik niet geloof,” zegt ze.
Karlien en Yosra zijn twee van de Brusselse jongeren van verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen die in groep Krakau en de concentratiekampen in het nabijgelegen Auschwitz bezoeken. De vzw Axcent, die projecten rond interlevensbeschouwelijke dialoog organiseert, is de initiatiefnemer achter de reis.
VGC-collegelid Bianca Debaets (CD&V) begeleidt de groep. “Het is nodig om de verschillende geloofsgemeenschappen in Brussel dichter bij elkaar te brengen,” legt ze uit. “Samenleven is moeilijk, zeker voor mensen met verschillende religies en levensbeschouwingen. Daarom organiseren we vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie deze reis, maar ook andere activiteiten om tot interlevensbeschouwelijke dialoog te komen,” vervolgt ze. “Dat is noodzakelijk om het samenleven in onze hoofdstad te verbeteren.” De kloof tussen de geloofsgemeenschappen in Brussel is merkbaar bij de jongeren die deelnemen. “Tot voor kort kende ik geen enkele moslim,” zegt de twintigjarige Alma, die zich agnost-atheïst noemt.
Het is niet de eerste keer dat de jongeren elkaar ontmoeten. Eerder bezocht de groep de Marollen, om er te leren over de Brusselse joden en de razzia in september 1942, waarbij 718 joden werden opgepakt. Daarna kregen ze een rondleiding in de kazerne Dossin in Mechelen, van waar de Belgische joden naar de concentratiekampen van de nazi’s werden gedeporteerd. De reis naar Polen is het sluitstuk van dit traject.
Barakken in Birkenau
Het bezoek begint ’s ochtends vroeg in Birkenau, het kamp waar barakken in strakke patronen naast elkaar staan. Die strakke lijnen weerspiegelen de ijskoude systematiek waarmee de nazi’s in het kamp te werk gingen. De Poolse wind is ijzig koud, de lucht is grijs. Er dwarrelen sneeuwvlokjes naar beneden. De jongeren luisteren rillend naar onze gids. In een houten barak vertelt ze over het leven in het kamp, over de gevangenen die soms zestig dagen lang geen water kregen. Over hoe ze gemarteld werden en stierven door ontbering.
Na Birkenau bezoeken we Auschwitz, het kamp. Boven de ingang hangt de bekende spreuk Arbeit Macht Frei. Geen houten barakken hier, wel bakstenen gebouwen. De plekken die we hier bezoeken, raken de jongeren het diepst. De kamer met uitgestalde schoenen van de gevangenen, waar ook kinderschoentjes tussen liggen. Een vitrinekast van bijna dertig meter lang, met achter het glas afgeschoren haar van de overleden gevangenen. Die grote hoop haar brengt de gruwel van de Holocaust tot leven. Enkele jongeren krijgen het moeilijk.
Het bezoek eindigt bij de gaskamers in Auschwitz. In de twee zwarte verbrandingsovens werden de lijken na vergassing gecremeerd. In stilte gaat de groep naar binnen. Als de jongeren weer buiten staan, is de indruk die alles gemaakt heeft voelbaar. Tranen worden weggeveegd. Op de weg naar het hotel, dat aan de overkant van de straat ligt, spreekt de stilte boekdelen.
“Hoe kan je nog in de goedheid van de mens geloven nadat je dit hebt gezien?” vraagt de zestienjarige Kylian ‘s avonds. “Dit toont toch dat de mens slecht is. Voor mij is het duidelijk dat er geen God bestaat.” De groep is samengekomen in de grijze kelder van het hotel waar de jongeren verblijven. Ze zitten in een grote kring en vertellen hoe het bezoek hen heeft aangegrepen. Al snel wordt duidelijk dat ze allemaal, welke overtuiging ze ook hebben, met dezelfde vragen worstelen. De belangrijkste: wat betekent het om mens te zijn?
Kylian is het niet met hen eens. Volgens hem toont deze plek aan dat mensen slecht zijn. “Het individualisme en egoïsme van de mens zijn groter dan het broederschap, anders was deze horror nooit gebeurd,” zegt hij. “Is dat dan een reden om niet te geloven?” vraagt Henrique hem. De groep wordt stil, het gewicht van de vraag weegt door.
NIet meer onwetend
Sushant, een jonge man met hindoeïstische ouders, zet tijdens het dialoogmoment in de avond de groep met zijn woorden aan het denken. “Ik heb geleerd dat ik onwetend ben. Tot ons bezoek van vandaag besefte ik niet wat er hier allemaal echt gebeurd is. Ik weet ook dat ik niet besef wat er in andere landen van de wereld gebeurt, zoals in Syrië en Myanmar. Maar nu kan ik er iets aan doen, ik wil niet meer onwetend blijven. Ik moet mezelf verbeteren,” zegt hij vastberaden. De groep knikt instemmend.
Karmon, een andere moslim die er net is komen bij zitten, treedt haar bij. “Het klopt dat er in onze gemeenschap veel negatieve gevoelens zijn ten opzichte van de joodse gemeenschap, door wat Israëliërs de Palestijnen aandoen. Het is nu duidelijk voor mij dat wat er daar gebeurt, niets te maken heeft met de joden in het algemeen. Het is zoals met moslims en IS. Ik ben moslim, maar heb niets met IS te maken, toch zijn veel mensen bang voor mij.”
De klok slaat bijna middernacht. De jongeren zien er uitgeput uit, maar zijn nog lang niet uitgepraat. “We kunnen wel doorgaan tot ’s ochtends,” zegt Wiame. “Er valt nog zoveel te zeggen.”
WAT DOET AXCENT?
- Axcent vzw organiseert activiteiten, zoals debatten en bezoeken, om de verschillende geloofsgemeenschappen in Brussel dichter bij elkaar te brengen.
- De vereniging krijgt middelen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
- Voor deze reis contacteerde Axcent verschillende Brusselse scholen, jeugdbewegingen en andere organisaties die werken met jongeren met de vraag of de leerlingen en leden wilden deelnemen aan de reis. Ze selecteerden de jongeren op basis van enkele criteria, zoals levensbeschouwing, geslacht en leeftijd.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.