Brusselse regering beschermt twee gebouwen van Henri Lacoste

De Brusselse regering start de beschermingsprocedure op van twee meesterwerken van de Belgische architect Henri Lacoste: zijn persoonlijke villa in Oudergem en het gebouw van de Koningin Elisabethstichting op de site van het door Victor Horta gebouwde Brugmannziekenhuis.

Henri Lacoste (1885-1968) ontwikkelde een heel persoonlijke Art-Decovorm die rijkelijk gevoed werd door historische en culturele verwijzingen. Tot op heden is geen enkel Brussels gebouw van hem beschermd.

De villa aan de Jean Van Horenbeeklaan 145, gelegen in een residentiële wijk van Oudergem niet ver van het Zoniënwoud, was de persoonlijke woning van Henri Lacoste. De Brusselse regering start vandaag donderdag met de beschermingsprocedure voor de volledige villa en een deel van de tuin. Ook de decoratie-elementen en het meubilair worden beschermd.

Conferentiezaal
Het huis uit 1926 is een mengeling van modernistische art deco en meer traditionele, eclectische architectuur. Ondanks haar eerder bescheiden afmetingen zit de villa boordevol elementen die men later ook terugvindt in andere realisaties van de architect. Bij voorbeeld de schuin aflopende vensterbanken, de kleurrijke tegels en de borstweringen.

Dezelfde architectuurtaal komt tot uiting in het gebouw (1927) van de Koningin Elisabethstichting gelegen aan de Jean Joseph Crocqlaan op de site van het door Victor Horta ontworpen Brugmannziekenhuis. De Stichting werd in 1927-1930 in het leven geroepen op initiatief van Koningin Elisabeth van België om medisch laboratoriumonderzoek aan te moedigen.

"Het gaat om een van de opmerkelijkste werken van Henri Lacoste en een van de meest uitzonderlijke getuigen van de art-decostijl in het Brussels gewest, zowel door zijn architecturale compositie als door de scenografie, de kleuren en de kwaliteit van de materialen," aldus minister-president Charles Picqué, onder meer bevoegd voor Monumenten en Landschappen.

Het omvat onderzoekslaboratoria, een omvangrijke bibliotheek en conferentiezaal en een ambtswoning voor de directeur. De bescherming betreft de gevels, daken, de totaliteit van de ingangsvleugel, de directeurswoning, de bibliotheek en sommige delen van de vleugel van de laboratoria.