Buitenschoolse opvang kreunt onder geldtekort

De sector van de buitenschoolse opvang (IBO) reageert op de kritiek van een moeder wiens zoontje van nog geen drie ongestoord weg kon glippen uit de opvang. “We hebben geen enkele reguliere subsidiebron voor aankoop en bouw van gebouwen en geen personeel op overschot."

De 3-jarige kleuter Bob liep ongestoord weg uit de buitenschoolse opvang (IBO). Gelukkig liep het goed af. Maar zijn moeder Els Silvrants-Barclay kroop in haar pen en schreef een vlammend opiniestuk dat De Standaard dinsdag publiceerde.

"Dat dit gebeurd is heeft me geschokt maar helaas niet verbaasd", schreef ze. "Met de capaciteitsdruk op het Brusselse onderwijs, schoot ook de vraag naar naschoolse opvang omhoog, de middelen bleven echter status-quo."

Ook tegenover brusselnieuws.be nam ze de gebrekkige infrastructuur, het gebrek aan personeel en zeker aan geschoold, ervaren personeel op de korrel.

Die problemen bevestigt Geert Meys, directeur van De Buiteling vzw, dat zes IBO’s in Vorst, Sint-Joost en Brussel-Stad uitbaat.

“Wat infrastructuur betreft, zitten we met een groot probleem”, zegt Geert Meys. “We hebben geen enkele reguliere subsidiebron voor aankoop en bouw van gebouwen, in tegenstelling tot scholen en kinderdagverblijven."

"Een van de enige bronnen waar we op dat vlak kunnen aankloppen zijn de wijkcontracten, en projecten in het kader van het Stedenfonds. Maar dat geld binnenhalen vraagt veel papierwerk en is ook allesbehalve evident. Voor inrichting en kleine verbouwingen kunnen we gelukkig rekenen op VGC-middelen.”

“Wat personeel betreft, houden we ons zo veel mogelijk aan de regel van 1 begeleider voor maximaal 14 kinderen, al ben ik er wel voorstander van dat aantal wat op te trekken”, zegt Meys. Maar hij geeft toe: “Als er personeelsleden ziek zijn, kunnen we niet anders dan daar boven gaan. We hebben geen personeel op overschot.”

'Verplicht werklozen aan te trekken'
Vlaanderen subsidieert alleen mensen met een Gesco-statuut als werknemers binnen de IBO’s: werklozen of mensen uit kansengroepen. “Dat is problematisch in die zin dat je niet altijd zelf de keuze kunt maken wie je het liefst zou aanwerven”, zegt de IBO-directeur.

“Je bent verplicht om Brusselse werklozen aan te trekken, en vindt dan vaak heel weinig of geen geschikte kandidaten. De helft van de medewerkers hoeft ook alleen de basisopleiding achter de rug te hebben, dat zijn een aantal modules uit de opleiding kinderzorg zonder verdere diploma-eisen. Hierdoor moeten we als IBO's sterk inzetten op coaching, intensieve bijscholing en taalopleiding voor onze mensen.”

Zelf zou Meys graag een aantal mensen op A1-niveau willen aanwerven. Die zouden de meer coachende en creatieve functies kunnen invullen.

“Nu moet ik ook voor leidinggevende functies grotendeels mensen met een Gesco-statuut aannemen, en ook daar is de keuze binnen de Brusselse werkzoekenden erg beperkt.”

Geen beleidsprioriteit
Om hoger geschoolden aan te werven, ontbreekt het de IBO’s aan middelen. Daarom is Meys voorstander van een schaalvergroting, zodat voldoende geld bij elkaar kan gesprokkeld worden om hier en daar toch zo iemand in te kunnen schakelen.

Hoewel dat ook maar een tijdelijke oplossing is. “Wij vragen vooral het vrijmaken van middelen voor structurele nieuwe plaatsen. We kijken al een aantal jaar uit naar de mogelijkheid uit te breiden, maar momenteel is buitenschoolse opvang duidelijk geen Vlaamse beleidsprioriteit.”

Net als in de Brusselse scholen stijgt de vraag naar buitenschoolse opvang gestaag. In de vakantie is de nood zelfs zodanig dat De Buiteling op één locatie een ‘gemelde opvang’ heeft georganiseerd, een privé-initiatief buiten de erkende IBO-structuur.