Vijf maanden na Ribaucourt gaat donderdag ook in de buurt van metrostation Beekkant een (tijdelijk) samenscholingsverbod in. Doel is om hangjongeren die overlast veroorzaken een halt toe te roepen. "Maar wat doe je als dat verbod is afgelopen?"
Buurtbewoners Beekkant: ‘Samenscholingsverbod lost probleem niet op’
Burgemeester van Molenbeek Françoise Schepmans (MR) huivert van de term ‘avondklok’. Een praktijk die gelinkt wordt aan dictatoriale regimes en waarmee ze elke associatie wil vermijden. Toch bestrijkt het samenscholingsverbod dat vandaag van kracht gaat in en rond metrostation Beekkant voornamelijk nachtelijke uren. Tussen 21 uur ’s avonds en 5 uur ’s ochtends is het vanaf vandaag verboden om met meer dan drie personen samen te troepen. Op deze manier wil het gemeentebestuur de buurtbewoners verlossen van de overlast van hangjongeren.
‘Hou ze voortdurend in het oog’
Niet iedereen lijkt evenwel overtuigd van de maatregel. Fatima poetst al meer dan tien jaar appartementen aan de Edmond Machtenslaan. Ze geeft toe dat er een probleem is, al gelooft ze niet in een samenscholingsverbod of couvre-feu.
“Overdag is er hier van overlast weinig of geen sprake. Het is vooral ’s avonds en ’s nachts dat jongeren verzamelen op het pleintje voor het metrostation. Zelf heb ik nog nooit een probleem gehad, maar ik heb wel een vriendin die al eens bij de haren werd getrokken.”
“Met een samenscholingsverbod zullen de lastpakken zich misschien drie maanden gedeisd houden, maar op lange termijn moet er meer gebeuren. Waarom plaatsen we geen camera’s? Zo kunnen we alles voortdurend in het oog houden en meteen optreden als er zich een probleem vormt.”
Om drie uur in de namiddag lijkt alles inderdaad peis en vree op het zonovergoten pleintje voor de ingang van metrohalte Beekkant. Binnen is de eigenaar van de krantenboetiek er echter als de kippen bij om dat beeld bij te stellen.
“Het gebeurt wel vaker dat ik verhalen hoor over jongeren die in het midden van de nacht een appartementsgebouw binnendringen om daar wat te gaan rondsnuffelen. In de meeste gevallen blijft het bij rondhangen, al wist een klant mij vorige week wel te vertellen dat zijn deur was ingetrapt om twee uur ’s nachts.”
In tegenstelling tot de rest van België, kijkt hij niet uit naar de zomer. “Eigenlijk valt het hier nu allemaal nog best mee. Als de dagen langer worden, blijven de jongeren ook langer buiten plakken. Meestal wordt er dan ook stevig wat afgedronken, waardoor de kans groter is dat de situatie uit de hand loopt.”
“Wat ik vooral niet begrijp is dat die jongelui niet op de schoolbanken zitten of aan het werk zijn? Straatwerkers doen er alles aan om die gasten betere toekomstperspectieven te bieden, maar de laatste tijd is het lokaal waar jongeren overdag terecht kunnen toch meer toe dan open. Daar moet dringend iets aan gedaan worden.”
‘Preventie boven repressie’
Wat verderop, aan een supermarkt in de Ossegemstraat, hebben twee mannen die werken voor een beveiligingsbedrijf een uiteenlopende mening over het samenscholingsverbod.
“Overal is er jeugd die kattenkwaad uitsteekt en dat is hier niet anders. Gelukkig worden er een heleboel initiatieven genomen om de jongeren van de straat te halen. Elk jaar zie je dat een groot deel meehelpt tijdens een grootschalige opkuisactie van pleinen en straten.”
“Het zijn zulke evenementen die iets aan de zaak veranderen. Je moet hen opnemen in de maatschappij in plaats van hen weg te duwen met een samenscholingsverbod. Een goede opleiding en ouders die hen daarin steunen, zijn daarbij van cruciaal belang. Preventie heeft altijd voorrang op repressie.”
Zijn collega schat de situatie iets minder rooskleurig in. “Het is goed dat er mensen zijn die zich inzetten om probleemjongeren weer op het juiste pad te krijgen. Jammer genoeg is dat vaak niet voldoende en moeten er met repressiemaatregelen duidelijke grenzen worden gesteld.”
“Alleen kan dat volgens mij niet met een samenscholingsverbod, want dat treft iedereen. Tenzij je aan selectieve controle doet, maar dan creëer je al snel een gevoel van stigmatisering. Bovendien trekken zij zich niets aan van de GAS-boetes die gepaard gaan met een schending van het verbod.”
Ribaucourt
Op een paar haltes sporen van Beekkant ligt station Ribaucourt. Daar werd vorig jaar al geëxperimenteerd met een tijdelijk samenscholingsverbod van drie maanden om de drugsproblematiek in het gebied aan te pakken. Midden februari maakte burgemeester Schepmans de balans op van het verbod. “Er hebben geen samenscholingen van dealers meer plaatsgevonden en dus zien wij geen reden om de maatregel te verlengen.”
Een uitbater van een pitazaak op de Leopold II-laan snapt de uitspraak van Schepmans niet. “Kijk zelf eens door het raam en zeg mij wat je ziet? De straten liggen er vuil bij en het drugsprobleem is lang niet opgelost. Ik ken mensen die veel geld hebben geïnvesteerd in een appartement op deze boulevard, maar al weer weg willen. Zij zijn het kabaal en de luidruchtigheid beu.”
Aan de overkant van de straat krijgen we van Mustapha Belzaham een gelijkaardig verhaal te horen. De man runt het Italiaanse restaurant ‘Pastasi’, maar ziet de laatste tijd meer kasseien door zijn deur komen dan klanten. “Ik ga het zeggen zoals het is. Ribaucourt is een onvervalst drugscentrum met als gevolg dat steeds minder mensen hun weg vinden naar deze buurt.”
Belzaham is zijn restaurant dan ook liever kwijt dan rijk. “Mijn ruiten zijn al twee keer ingegooid en dus heb ik besloten het maar zo te laten. Er heerst hier een totaal gebrek aan respect. Ik hoop dat ik iemand kan vinden die mijn zaak wil overnemen zodat ik kan vertrekken.”
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.