Eén van de redenen waarom de Monk naar eigen zeggen moet sluiten, is het 'wurgcontract' met drankenhandelaar en pand-eigenaar Horeca Logistics Services (HLS). Vijf vragen over dat fenomeen.
Café Monk: vijf vragen over 'wurgcontracten' in de horeca
Waarom sluit de Monk de deuren?
Monk, het iconische café aan het Sint-Katelijneplein, moet na tien jaar sluiten, omdat de eigenaar van het pand, drankenhandelaar Horeca Logistics Services (HLS), het huurcontract niet wil verlengen. Een eigenaar heeft het recht om een huurcontract stop te zetten bij verbouwingen. Toch is Monk-uitbater Filip Jans ontgoocheld, omdat de Monk een bloeiende zaak is, die naar eigen zeggen financieel gezond is. Hij vermoedt dat de eigenaar de verbouwing als excuus gebruikt om hem buiten te zetten, omdat hij een kritische huurder was, zeker wat de contracten met brouwers en drankdistributeurs betreft. Die hekelt Jans al langer via de pers en via de activistische vereniging Libertap.
Ook aan het contract met HLS schortte volgens Jans het een en ander. Zo telde hij 120.000 euro drempelgeld neer om het café te mogen overnemen, bovenop nog eens het uitvoeren van renovatiewerken ten belope van 150.000 euro. "HLS kan de waarde eenvoudig verzilveren in onderhandelingen met de volgende exploitant: opnieuw drempelgeld, een verhoogde huur..." schreef Jans in een persbericht van Monk.
Is de Monk het enige café in Brussel met dergelijke contracten?
Verschillende andere cafés in het centrum van Brussel kennen problemen met de eigenaar, dat zijn vaak brouwers of drankhandelaars. Zo spande Le Plattesteen een rechtszaak aan tegen dezelfde eigenaar, drankhandelaar HLS. Ook in het verleden doken regelmatig verhalen op over ‘wurgcontracten’. Bekende voorbeelden zijn: sportcafé Fat Boy’s op het Luxemburgplein, waar AB InBev het contract niet wilde verlengen toen de zaak meer waard was geworden; Le Coq op het Fernand Cocqplein, dat de huur niet meer kon betalen wegens de coronacrisis en waar AB InBev zich niet flexibel toonde.
Hoewel de naam van AB InBev in het verleden regelmatig viel, stellen insiders vast dat vandaag de meeste problemen zich voordoen met drankdistributeur HLS. Een veelgehoorde klacht is de verplichting aan ondernemers om investeringen te doen op eigen kosten.
De sector heeft toch afspraken vastgelegd in een gedragscode?
In 2016 werd een gedragscode goedgekeurd door de drie horecafederaties en de Belgische Brouwersvereniging. Die code legt vast hoe brouwers en café-uitbaters met elkaar moeten omgaan. Want horeca-uitbaters zijn verplicht om dranken af te nemen bij de brouwer of drankhandelaar van wie ze een zaak huren. In het verleden ging die exclusiviteitsgarantie heel ver: zelfs niet-alcoholische producten moesten worden afgenomen bij de eigenaar, vaak voor een hogere prijs dan de marktwaarde. In de gedragscode is die exclusiviteitsgarantie afgebouwd voor de meeste dranken die geen bier zijn én die nevenproducten zijn, zoals toiletpapier. Volgens Jans zou het nog verder mogen gaan: hij pleit ervoor een duidelijke omschrijving van een brouwerijcontract op te nemen in het Wetboek Economisch Recht.
Opvallend: de gedragscode spreekt over ‘brouwers’ en ‘drankhandelaars’, maar eigenlijk gaat het om een afspraak tussen de leden van de Belgische brouwersvereniging en de drie horecafederaties. Dat betekent in de praktijk dat de code geldt voor de leden van de brouwersvereniging. Daar valt AB InBev wel onder, maar drankhandelaar HLS niet.
In 2021 werd de komst van een Verzoeningscommissie aangekondigd. Die commissie, die onder de federale overheidsdienst Economie valt, zou toezicht moeten houden op de naleving van de gedragscode en tussenkomen bij inbreuken. De commissie is voorlopig nog niet operationeel, maar daar zou binnenkort verandering in moeten komen, bevestigt de administratie aan BRUZZ.
Wat staat er in de nieuwe gedragscode?
Op dit moment is de nieuwe gedragscode in de maak. Die wordt nog voor de zomer voorgesteld en kent een aantal wijzigingen ten opzichte van de code uit 2016. Zo plant de sector een ‘grijze lijst’ aan te leggen om zicht te krijgen op praktijken die een inbreuk vormen op het Wetboek van economisch recht. Dat zou betekenen dat brouwers en drankhandelaars niet eenzijdig de prijs van een product kunnen wijzigen zonder reden, of een huurovereenkomst op te zeggen zonder een redelijke termijn in acht te nemen.
Ook in de nieuwe versie van de gedragscode zijn de drankendistributeurs opgenomen, maar er is geen bindend akkoord. Net als binnen de vorige code geldt de afspraak tussen de leden van de Belgische brouwers en de horecafederaties.
Wat moeten uitbaters van horecazaken doen om zeker niet in de problemen te komen?
De Brusselse horecafederatie adviseert om geen contracten af te sluiten zonder advocaat. Dat geldt in de eerste plaats voor huurcontracten, zoals die tussen Jans en HLS.
Lees meer over: Samenleving