Citroën-garage blijft (beroeren)
Lees ook: Citroën-invoerder verlaat Brussel
Net als het Lunatheater (nu Kaaitheater) en de IJzerbuilding (een groothandel) stond het pand dat verlaten wordt, er al voor de autofabrikant beslag kon laten leggen op die terreinen. Je kunt de frustratie bijna aflezen aan het smalle keukengebouwtje uit 1933-'34 dat nog net tussen die oudere gebouwen kon worden gewurmd.
Citroën Belux betrekt al sinds 1978 het gebouw dat je vandaag herkent aan de gevel in bruingetint glas. Het zit links van de hoofdingang van de grote garage (het Atelier), verwarrend genoeg aan de Willebroekkaai, die al sinds het verleggen van het tracé van het kanaal in 1910 niet meer langs het kanaal ligt.
"Door een reorganisatie van PSA Peugeot-Citroën verhuist Citroën Belux naar het bedrijventerrein Parc de l'Alliance in Eigenbrakel," zegt woordvoerder Francis Franckx. "Er zijn geen afvloeiingen, maar waarschijnlijk zal niet iedereen blijven, het is toch een eindje hiervandaan. Ook het personeel van Peugeot in Nijvel verhuist daarheen; voor de twee merken samen gaat het over driehonderd werknemers."
Door het nieuws was de bezorgdheid voor de échte Citroën-gebouwen weer opgelaaid. Ondanks de vraag van erfgoedorganisaties is Emir Kir de voorbije jaren nooit tot een bescherming willen overgaan. Bij Charles Picqué, die sinds 2009 bevoegd is voor Monumenten en Landschappen, geeft men alvast te kennen de gebouwen genegen te zijn. "We zijn ons bewust van de erfgoedwaarde," zegt woordvoerster France Marage. "In elk geval zal in het bijzonder bestemmingsplan staan dat ze bewaard worden. Maar we moeten daarover nog een analyse maken, hoeveel een en ander zal kosten, er zijn natuurlijk voorschriften bij een bescherming. Zeker over de werkplaatsen zou er binnen een redelijke termijn nagedacht moeten worden."
Veel te lang
Voor Patrick Viaene van het Steunpunt Industrieel Wetenschappelijk Erfgoed (Siwe) duurt het allemaal veel te lang. De Citroën-garage is een unieke getuige van het Parijse moederbedrijf, maar dat is de ei zo na gesloopte Godinfabriek in Laken van het moederbedrijf in Guise ook.
Ever Meulen liet op de cover van Monumenten en Landschappen (jg. 13, nr. 4, 1994) de lijnen van zeppelins, vlieg- en voertuigen overlopen in die van de architectuur. In een bijdrage over de Brusselse Citroën-garage schrijft Viaene daarin hoe de vorm en de materiaalkeuze van de gebouwen een uitdrukking waren van de avant-gardistische technieken die Citroën als eerste toepaste, zoals voorwielaandrijving (traction-avant), aerodynamiek en zelfdragend koetswerk in staal.
André Citroën (1878-1935), de uitvinder van het tandwiel in omgekeerde V (double chevrons), had voor zijn autofabrieken een eigen bouwbedrijf opgericht. Hoewel de hoofdarchitect Maurice Ravazé zijn stempel zou drukken op alle gebouwen, hadden de Brusselse architecten Alexis Dumont (van onder meer de Shellbuilding) en de latere adjunct-architect van Expo 58 Marcel Van Goethem hun inbreng.
Ondanks de bewogen geschiedenis, waarbij er Engelse pantservoertuigen over de vloer rolden, waarbij er extra verdiepingen in showroom en garage bijkwamen en de betonnen luifels werden ingeperkt, blijven de gebouwen uit glas en ijzer herkenbaar. Sinds de verhuizing van het viaduct uit de Expo-tijd naar Bangkok (nu de Thai-Belgian Bridge) in de jaren 1980 is er aan het IJzerplein ook weer een onbelemmerd uitzicht op de showroom.
Vandaag rijden de nieuwe wagens nog altijd langs de ingang aan de Ruimingskaai het hele blok door naar de showroom.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.