Cohousingproject Ilot De Spiegel in Jette komt in moeilijkheden door een onvoorziene belasting. Het gaat om een extra kost van ruim 80.000 euro, die verplicht is voor bouwprojecten die groter zijn dan 1.000 vierkante meter. Dat valt volgens de woongroep moeilijk te rijmen met het feit dat het Brussels Gewest heeft beloofd om zoveel mogelijk hindernissen voor hun woonvorm weg te halen.
Cohousingprojecten trekken aan de bel vanwege torenhoge belasting
Ilot De Spiegel is nog te bouwen cohousingproject in Jette. Het project kreeg vorig jaar een prijs als een van de veelbelovende bouwprojecten van Brussel. Het gaat om de prijs Be.Exemplary, een initiatief van de Brusselse regering. Er komen twaalf wooneenheden, die volledig beheerd worden door een bewonerscollectief. Het ontwerp is van Stekke en Fraas architecten, en het collectief heeft duurzaamheid hoog in het vaandel.
De bouw van de woningen gaat begin volgend jaar van start, maar een nieuwe stedenbouwkundige belasting uit 2014 gooit roet in het eten. "In 2010 hebben we ook een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor Brutopia in Vorst, en toen was er enkel een belasting op elke gebouwde vierkante meter," verklaart Mark Van den Dries, toekomstige bewoner.
Die belasting zou voor dit project neerkomen op 20.000 euro, en is ingecalculeerd. De extra 80.000 euro niet. “Iedereen heeft zoveel mogelijk geld bij elkaar gesprokkeld, maar zit aan de limiet van het haalbare," zegt Van den Dries. De onvoorziene kost zou wellicht betekenen dat een aantal van de eigenaren uit het project zou stappen, of het project minder goed kan voldoen aan de gestelde ecologische doelstellingen.
Pijnlijk, vindt Van den Dries, want het Brussels Parlement stemde in 2013 voor een ordonnantie die zoveel mogelijk hindernissen voor cohousinitiatieven weg moest nemen. Hij hoopt op termijn op een samenwerking met de gemeente zoals in de voormalige fabriek op de Maralsite in Gent, die wordt omgetoverd tot een cohousinginitiatief.
Er is echter een lichtpuntje: in diezelfde ordonnantie uit 2013 staat dat de gemeentes een lastenverlaging rekenen in bijzondere gevallen. Initiatiefnemer Fabienne Crouwels heeft goede hoop dat cohousinginitiatieven daaronder zouden kunnen vallen. Een cohousinginititiatief is immers de som van een aantal individuele woningen, die weliswaar gedeelte gemeenschappelijke ruimtes hebben, maar niet één gebouw van ruim duizend vierkante meter zijn. Bovendien heeft het bouwproject geen commercieel doeleinde. Die argumenten staan in de brief aan het college, in de hoop op een lastenverlaging.
Geen uitzondering
Gevraagd naar een reactie is schepen van Stedenbouw Paul Leroy heel duidelijk: hij kan geen uitzondering maken. Het collectief had de keuze tussen vijftien procent van hun woningen openstellen als 'conventionele woning' voor gezinnen met een laag inkomen, ofwel de stedenbouwkundige belasting betalen. Hoewel 8 van de 12 bewoners onder de bewuste inkomensgrens vallen, kan Leroy geen uitzondering maken. De bewoners hebben immers met elkaar al grotendeels vastgelegd wie er komen wonen, en stellen de woningen niet beschikbaar aan de openbare markt.
"Het is een mooi, kwalitatief project," zegt Leroy. "Maar als we nu een uitzondering maken, moeten we dat in de toekomst ook doen." Alleen het Gewest kan volgens hem iets aan veranderen aan de situatie, door de stedenbouwkundige belasting aan te passen voor cohousingprojecten.
Ook in Sint-Gillis trok een woongroep met dezelfde klacht naar het college, maar voorlopig zonder resultaat.
Dit verhaal kwam tot stand na een lezerstip via Meld Nieuws.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.