'Crevits' uitspraken op geen enkel empirisch onderzoek gebaseerd'

Volgens Vlaams minister van Onderwijs en CD&V-kopstuk Hilde Crevits boekt de tweede generatie allochtonen in ons land in vergelijking met de eerste generatie amper vooruitgang 'in tegenstelling tot in andere Europese landen, zoals Nederland' Dat zegt ze in de kranten van Mediahuis. Professor Piet Van Avermaet zegt dat Crevits' uitspraken 'op geen enkel empirisch onderzoek zijn gebaseerd'

Volgens de Gentse professor Piet Van Avermaet, directeur van het steunpunt Diversiteit & Leren van de UGent, heeft de minister "geen enkel been om op te staan" om haar uitspraken te staven. "De uitspraken van minister Crevits over het gebrek aan betrokkenheid van allochtone ouders zijn op geen enkel empirisch onderzoek gebaseerd", zegt hij. Van Avermaet wijst erop dat exact hetzelfde patroon ook bestaat bij kansarme ouders en wijst erop dat ook scholen een deel van de verantwoordelijkheid dragen.

Volgens minister Crevits mogen scholen explicieter een actief engagement vragen van de ouders. "Ze mogen gerust zeggen dat ze een actieve participatie verwachten, zoals aanwezig zijn op oudercontacten, de communicatie van de school opvolgen, maar ook deelnemen aan de ouderraad of helpen bij een ouderavond. Als de ouders zich niet kunnen uitdrukken in het Nederlands en ze tonen ook geen bereidheid om het Nederlands te leren, dan heeft dat ook slechte effecten op de kinderen", aldus Crevits.

Voor Crevits, die de discussie verder wil trekken dan het onderwijs, mag de lat voor nieuwkomers stevig omhoog. "Vlamingen staan echt wel open voor anderen en tolereren veel. Omgekeerd mogen we ook de ­bereidheid verwachten om actief deel uit te maken van onze samenleving."

Het pleidooi van Crevits is ontegensprekelijk een stijlbreuk in het 'zachtere' discours van CD&V. "We moeten onze Vlaamse identiteit en onze normen en waarden durven te benoemen. Dat mis ik soms een beetje."