Cultuur als cement voor verscheurde Noordwijk
D e cultuurdiensten van Schaarbeek en Brussel en het gemeenschapscentrum De Markten slaan de handen in elkaar voor het project Noord. Daarmee willen ze de sociale cohesie in deze wijk bevorderen. De straten tussen het Noordstation, het kanaal en de Kleine Ring huisvesten heel wat bevolkingsgroepen. "Zo is er een sterke Marokkaanse, Turkse en Bulgaarse vertegenwoordiging. Maar veel contact is er niet tussen deze gemeenschappen, en daar willen we met dit project iets aan doen," zegt Adil Fares, de drijvende kracht achter het project.
Het bindmiddel is cultuur, in de breedst mogelijke betekenis. "Ik denk dan aan foto's of poëzie, maar ook aan muzieklinks, culinaire recepten of verhalen over de geschiedenis en de beleving van de wijk," legt Fares uit. "De bedoeling is dat het van de bewoners uitgaat." Hij werkt daarvoor samen met de sociale verenigingen uit de wijk: het dienstencentrum Harmonie, buurthuis Millennium, het ABC-huis ook, waar kinderen hun creativiteit kunnen botvieren. "Met dit project willen we ook de verenigingen laten samenwerken."
Barrière
Met vallen en opstaan heeft Fares de voorbije maanden een netwerk in de wijk opgebouwd. "Er bestaat nu eenmaal een grote culturele barrière. Heel wat mensen kunnen niet bij het project betrokken worden, omdat ze enkel hun moedertaal kennen."
Malkos Kahamar, schatkistbewaarder van de moskee, onderkent het probleem. Hij komt van de Turkse badplaats Trabzon bij de Zwarte Zee en kwam 48 jaar geleden in de wijk wonen. "Het is hier niet gemakkelijk als Turkse nieuwkomer. Anders dan Marokkanen, die al Frans spreken, zijn de meeste Turken alleen hun moedertaal machtig. Dan is het heel moeilijk om werk te vinden, of een huurwoning. Maar ook binnen de Turkse cultuur zelf zijn er grote verschillen. In Trabzon, waar ik vandaan kom, zijn de mensen heel open en sociaal; in andere streken in Turkije zijn ze veel geslotener."
Adil Fares neemt me mee naar het dienstencentrum Harmonie op een boogscheut van de Kleine Ring. Hier komen heel wat oudere mensen hun middagmaal nuttigen. Oudgediende Georgette zit haar krant te lezen. "Je ne parle que le français," verontschuldigt ze zich bij voorbaat. Na dertien jaar Noordwijk woont ze nu in Aalst. "Maar ik kom nog altijd regelmatig naar hier om mijn vriendinnen terug te zien. Hier in de Harmonie word je goed verzorgd." Ook al is het een Nederlandstalig dienstencentrum, ze wordt ook in het Frans op haar wenken bediend. "Dat is in Aalst niet overal het geval."
Op de Antwerpsesteenweg stappen we café Lucia binnen. Freddy zit er aan een tafeltje, vrolijk als altijd, van een pint te genieten. "Dit is mijn tweede thuis. Ik kom eigenlijk maar op twee plaatsen: ik ga naar huis om te eten en dan kom ik terug naar hier." Hij is oorspronkelijk van Quaregnon in de Borinage, maar woont al 35 jaar in de buurt. "Ik heb de wijk zien veranderen, maar ik zit hier nog altijd goed. Ik ken hier genoeg mensen. Vervelen doe ik me geen minuut."
Littekens
De Noordwijk heeft een op z'n minst bewogen geschiedenis, die onmiskenbaar littekens heeft achtergelaten. Even later gaan we Sylvain opzoeken. Hij woont nu in de Paleizenstraat, maar heeft al vijftig jaar op verschillende plaatsen in de Noordwijk gewoond. "Ik heb hier veel zien veranderen, de Antwerpsesteenweg, het hart van de buurt, nog als een bruisend uitgaanscentrum gekend. Er waren niet minder dan 75 cafés die goed draaiden. Tot ver buiten de stad kenden ze ook de braderie op de steenweg. Alles werd er verkocht. Vroeger zeiden de mensen: 'Als je het niet op de Antwerpsesteenweg vindt, dan zul je het nergens vinden.'"
Sylvain woonde in de Herystraat, een straat die nu niet meer bestaat. Het is een van de vele die zijn moeten wijken voor het megalomane Manhattan-project, de kantorenwijk die in de schaduw van het Noordstation werd neergepoot en waarvoor een hele woonwijk moest sneuvelen. "Dat heeft alles kapot gemaakt. De politici zeiden toen dat het toch een 'vuile buurt' was, maar het is andersom: de buurtbewoners hebben hun woningen laten verloederen omdat ze wisten dat ze toch verjaagd zouden worden."
Die geschiedenis is nog altijd sterk voelbaar in de wijk. Op een steenworp van de blitse gebouwen staan de troosteloze appartementsblokken van de socialehuisvestingsmaatschappij de Lakense Haard. Chantale woont er in een klein, sober ingericht appartementje. Voor ze ons binnenlaat, verontschuldigt ze zich: "Ik heb niet zoveel geld." Maar dan: "Een cultureel project in deze wijk? Heel goed. Hier gebeurt anders niet zo veel. Het is een wat geïsoleerde wijk hier. Veel valt er niet te beleven op cultureel vlak. Jongeren moeten, zoals wij vroeger, zoveel mogelijk in contact komen met cultuur, maar het aanbod is hier beperkt."
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.