De Block: 'Afwijkende werking Brusselse noodcentrale is pijnpunt'

Het is een pijnpunt dat de Brusselse hulpcentrale volgens andere regels werkt dan de andere centrales. Dat bemoeilijkt de coördinatie bij rampen en verhindert een uniform optreden van de noodcentrales in het gehele land. Dat heeft bevoegd minister Maggie De Block (Open Vld) woensdag gezegd in de onderzoekscommissie naar de aanslagen.

Na de aanslagen van 22 maart bleek iets bizars. Hoewel het universitaire ziekenhuis Saint Luc op een steenworp van de Brussels Airport ligt, bleek het zo goed als geen slachtoffers van de aanslagen te hebben verzorgd. Het gebrek aan communicatie tussen de noodcentrales van Brussel en Leuven bleek de boosdoener.

De logboeken van de nooddiensten tonen dat in Leuven beslist werd om Saint Luc te ontzien na het nieuws van de aanslagen in de Brusselse metro, terwijl het Brusselse noodcentrum ervan uitging dat Leuven al veel slachtoffers uit Zaventem naar het hospitaal had gestuurd. Probleem is een gebrek aan communicatie onderling, bevestigde De Block.

De oorzaak ligt bij het feit dat het Brussels gewest eind jaren '80 bevoegd werd voor het afhandelen van de oproepen naar de hulpdiensten. Daardoor werd het Brusselse hulpcentrum in 2014 ook niet gefederaliseerd, zoals de andere hulpcentrales. "Dat leidt - zonder twijfel met de beste bedoelingen - tot het feit dat deze hulpcentrale vaak niet-geïntegreerd optreedt", betreurde De Block in de onderzoekscommissie. Brussel volgt immers haar eigen regelgeving rond het beheer van noodoproepen. "Dit vormt een pijnpunt in de coördinatie en het uniform optreden voor het gehele land."

De Block kreeg ook een hele reeks vragen over het aantal ambulances op Zaventem. Na kritiek uit Brussel over tekorten, zei de liberale minister eerder al eens dat er nooit een tekort is geweest aan ziekenwagens. De medische bevelhebber op het terrein bevestigde dat, maar onder meer vanuit de Brusselse nooddiensten bleef men volhouden dat er wel degelijk een probleem was. De Block bleef woensdag op haar lijn.

Omdat veel slachtoffers eerst gestabiliseerd moesten worden, was in de eerste plaats nood aan artsen. En met vier MUG-teams en acht geneesheren van de permanentie op de luchthaven waren die er ook, aldus de minister. Ze herhaalde nog dat te veel ziekenwagens ter plaatse sturen tot chaos leidt, dat ook de dagelijkse werking van de nooddiensten verzekerd moest blijven en dat ook middelen achter de hand moesten worden gehouden voor mogelijke bijkomende aanslagen.