De sluiting van het waterpretpark Océade is al vaker aangekondigd. Maar deze keer is het menens. Het subtropisch zwemparadijs op de Heizel gaat voorgoed dicht op 30 september. Nog één, allerlaatste seizoen te gaan dus voor CEO Thierry Meeùs en zijn medewerkers.
| Thierry Meeùs, CEO van Océade, vindt het nog steeds zonde dat zijn zwemparadijs weg moet.
Twee meisjes lopen vrolijk de deur van het waterpark uit. Ze zijn tot sluitingstijd binnen gebleven en zoeken een plekje waar ze hun lange haren kunnen drogen en hun make-up kunnen bijwerken.
Banken zijn er niet. De stoep van Kinepolis, aan de overkant, dan maar. Het tweetal uit Schotland is op doorreis in Brussel en wilde na alle musea en cultuur even iets anders. Google wees hen de weg naar het aquapark op de Heizel. “It was really nice, we’ll come back,” zeggen ze opgetogen.
De jonge toeristen hebben er geen idee van dat Océade binnenkort verdwijnt. Stad Brussel, die eigenaar is van de grond, heeft het terrein nodig voor de realisatie van Neo, een nieuw stadsdeel met een shopping mall, woningen en een sport- en vrijetijdspark.
Daarvoor moest enkele maanden geleden ook al de Village wijken, het café- en restaurantdorpje van Bruparck. Ook al hadden die horecazaken iets artificieels, met de sloop verdween het laatste greintje ambiance. Nu ligt de omgeving van Océade er ongezellig en uitgestorven bij. Stad Brussel heeft weliswaar een groenstrook aangelegd op de plek van de Village, maar die is voorlopig nog met grote hekken afgesloten.
Aan een van de hekken hangt een groot wit spandoek van Neo. Inmiddels is er al meer dan tien jaar sprake van dat megaproject waarmee de Brusselse overheid de Heizelvlakte wil opwaarderen. Heel die tijd hing het als een zwaard van Damocles boven het hoofd van Océade-baas Meeùs. Al drie keer, in 2010, 2013 en 2016, dacht hij dat hij zijn waterparadijs zou moeten sluiten. Maar hij vocht als een leeuw en wist telkens uitstel te krijgen.
"Het wordt de grootste uitdaging voor deze zomer: laten weten dat we nog open zijn"
Hoewel Neo nog steeds geen vergunning heeft, wilde de stad het huurcontract van Océade niet nog een keer verlengen. Meeùs lijkt zich er enigszins bij neergelegd te hebben. “Ik moet wel,” zucht hij. Het afbraakcontract voor Océade is getekend. Op 31 januari 2019 moet het terrein helemaal leeg en ‘schoon’ zijn. Meeùs: “We hebben dus een kleine drie maanden voor de volledige afbraak en in januari nog een maand voor bodemonderzoek en eventuele sanering. Want ook dat is voor onze rekening.”
Océade bestaat volgende week precies dertig jaar. Een Franse groep begon ermee in 1988. De start verliep voorspoedig, maar al gauw vielen de financiële resultaten tegen. Thierry Meeùs’ vader, Walibi-oprichter Eddy Meeùs, nam het in september 1992 over. Hij bezat toen ook al buur Mini-Europa. Zes jaar later verkocht Eddy Meeùs de hele Walibi-groep, inclusief Océade en Mini-Europa, aan het Amerikaanse Six Flags. Maar amper zes maanden later kocht zoon Thierry zowel Océade als Mini-Europa terug.
Het waterpark had toen nog geen vast thema. Meeùs begon meteen alles in het teken te zetten van de Caraïben en hun piratengeschiedenis. Aan de ingang, in de zwembaden en de kleedkamers, overal verschenen palmbomen, zeerovers en schatten. Captain O, een papegaai-piraat, werd de mascotte. Het thema werd tot in de kleinste details uitgewerkt. Meeùs toont enkele woordgrapjes in het Creools op de muren van de cafetaria. “Dat heb ik altijd het leukste gevonden aan dit werk, de decoratie, het creatieve. Je kan daar heel ver in gaan.”
Ook op technisch vlak heeft hij altijd de beste willen zijn. Meeùs gaat er prat op dat in zijn park de meeste, de langste, de snelste en de spannendste glijbanen van het land staan en dat de golven niet twee keer per uur, zoals elders, maar drie keer per uur worden aangezet.
Zeven miljoen bezoekers
Hij vindt het dan ook nog steeds zonde dat alles weg moet. “Bijna elke grote stad heeft een waterpark.” Meeùs begint te jongleren met cijfers. “We zijn de derde toeristische attractie van Brussel, tenminste als je het zakencijfer bekijkt. In dertig jaar tijd zijn hier zeven miljoen bezoekers geweest.
Per jaar waren dat er gemiddeld 240.000, honderdduizend uit Brussel, honderdduizend uit de rest van België en veertigduizend toeristen.” De buitenlandse bezoekers ging hij desnoods zelf ter plekke halen. “We zijn tot in India, Israël en de Verenigde Arabische Emiraten geweest om promotie voor het park te maken.”
Het afgelopen jaar liep het aantal bezoekers weliswaar terug. Dat kwam volgens Meeùs omdat velen ondertussen denken dat Océade al dicht is. “De afbraak van de Village heeft de zaken nog verergerd. De mensen menen dat heel Bruparck is gesloopt. Dagelijks krijgen we telefoontjes hierover. Het wordt de grootste uitdaging voor deze zomer: laten weten dat we nog open zijn.”
Mees is altijd in het park blijven investeren, ook al wist hij dat het einde in zicht was. In 2014 werden de kleedkamers helemaal vernieuwd, in 2016 kwam het spiksplinternieuwe Saunaland erbij. “Ik wilde in schoonheid eindigen,” zegt hij.
Als het waterpretpark opgenomen zou worden in Neo had hij zeker nog extra willen investeren, in een wildwaterbaan bijvoorbeeld. Maar de projectontwikkelaars van Neo zagen het zwemparadijs niet zitten, toch zeker niet op die plek, die voorbestemd is om een plein te worden. En Meeùs wilde in geen geval zijn Océade verhuizen. “Dan moet je het helemaal opnieuw opbouwen. Een nieuw waterpark is vandaag niet meer rendabel te krijgen, zeker niet zonder subsidies.
Financiële steun heeft Océade nooit gekregen. “Andere steun evenmin,” zegt Meeùs. “Brussel promoot vooral de eigen evenementen, voor de privéspelers op de toerismemarkt is er weinig steun.”
Echt uithalen naar de Brusselse overheden wil hij niet, want ook voor zijn andere park op de Heizel, Mini-Europa, is er nog geen definitief akkoord. “Er is wel een voorakkoord. In principe kan het miniatuurpark blijven, op de huidige plaats. Alleen de gebouwen eromheen worden gesloopt en later weer heropgebouwd.”
Enkele personeelsleden van Océade kunnen wellicht overstappen naar Mini-Europa. Het aquapark telt een tachtigtal medewerkers, van wie 24 met een vast contract. Ze hebben collectief ontslag gekregen. “Makkelijk is het de afgelopen jaren niet geweest voor hen. Sommigen werken hier al heel lang. De onzekerheid woog zwaar. Het was makkelijker geweest als ze ons in 2007 gezegd hadden dat we tot 2019 konden blijven.”
Wat nu?
Wat er met het waterpark gebeurt? “De glijbanen verhuizen wellicht naar Frankrijk of Spanje. Veel zal ik er niet meer voor krijgen. Een nieuwe glijbaan kost makkelijk twee miljoen euro, maar deze zijn op maat gemaakt voor dit park. Plus, er zijn de kosten van het transport.” Al de rest, de stoelen en tafels bijvoorbeeld, zal per opbod verkocht worden.
Op verzoek van de fotografe klimt Meeùs op de Salto Angel, de familiebaan met vier pistes. Helemaal bovenin heeft hij een prachtig uitzicht over zijn park.
Of hij zelf de jongste jaren nog weleens van zijn glijbanen gleed? “Ik heb in mijn leven heel veel aquaparken bezocht. Met veel plezier. Hier in Océade ga ik nog twee, drie keer per jaar het water in. Ik zit dan toch alleen maar te letten op wat er beter kan.”
Van asielzoeker tot redder
Abu Bakar staat bij de Anaconda, de brede glijbaan die de bezoekers afdalen op een band. Om het uur wisselen de redders van plek. Zo blijven ze alert. Abu Bakar werkt intussen zeven jaar bij Océade. Toen hij begon, was hij asielzoeker.
“Ik kwam uit Niger en zat in het Klein Kasteeltje. Op een dag kwam de personeelsdirectrice van Océade langs en zei dat ze badmeesters zocht. Ik kon meteen aan de slag. Ik moest wel mijn reddersbrevet opnieuw halen, want dat van Niger was hier niet geldig.”
Toen zijn asielaanvraag erkend werd, piekerde hij er niet over om ander werk te zoeken. “Ze hebben mij hier destijds met open armen ontvangen. Dan ga je niet weg. Bovendien vind ik het leuk werk. Vooral het plezier van de kinderen geeft me veel voldoening, hun kreten van opwinding als we aankondigen dat we de golven aanzetten.”
Daarom vindt hij het ook zo spijtig dat Océade dichtgaat. “Ik vind wel ander werk, maar voor de kinderen is het erg, je neemt hen hun pleziertje af.”
Als Océade stopt, gaat hij iets anders doen. Geen badmeester meer. Nu werkt hij buiten de uren al af en toe als model en sportleraar. “Ik ga misschien iets in het sportonderwijs doen, of, waarom niet, opnieuw studeren.”
De laatste zomer zal emotioneel zwaar zijn, dat weet hij nu al. “We zijn toch een soort familie. Die band wordt eind september verbroken. Iedereen zal zijn eigen weg gaan.”
Van redder tot directeur
Thierry Den Doncker en Karlien Doise werken precies dertig jaar in Océade. Ze waren er al bij de opening van het park, in juli 1988. Beiden begonnen als redder.
De eerste eigenaar, een Franse groep, wilde het aquapark een Club Med-gevoel geven, met optredens, shows en een pianobar. Ook de badmeesters werden ingeschakeld voor de animatie. “We liepen verkleed rond, zongen en traden op,” vertelt Doise. “Erg leuk allemaal, wij waren natuurlijk jong.”
Voor Thierry Den Doncker was het een soort voortzetting van zijn artiestenbestaan. “Ik zong in die tijd en trad op onder de naam Yannick Darkman,” vertelt hij. “Ik heb zelfs een gouden plaat gekregen en meegedaan aan de preselectie voor het Eurovisiesongfestival.”
"Ik heb er zo hard van afgezien dat ik geen tranen meer over heb voor het afscheid in september"
Doise en Den Doncker werden al vlug een koppel. Samen maakten ze een blitzcarrière bij de organisatie. Doise werd personeelschef, Den Doncker algemeen directeur.
Maar er was ook een verschrikkelijk drama in die eerste jaren. In 1992, enkele maanden voor het subtropische zwemparadijs zou worden overgenomen door Walibi, verdronken op een middag twee jonge kinderen in het zwembad. Het was het zwartste hoofdstuk uit de geschiedenis van het park. “Voor het personeel was het een enorme schok,” zegt Den Doncker. “Het heeft er ons toe gebracht om altijd maar meer aandacht te hebben voor de veiligheid.”
Tot vandaag hebben Den Doncker en Doise de dagelijkse leiding van Océade. Daar komt eind september een eind aan. Den Doncker zou sowieso binnenkort vertrekken, want hij gaat op pensioen. Doise, een stuk jonger, heeft er alle vertrouwen in dat ze snel een andere job vindt.
“Ik heb het er natuurlijk lastig mee dat alles verdwijnt, Océade is ons kindje. Maar ik vind het ook fijn om nog eens elders te kunnen werken. Bovendien waren de laatste jaren ongelofelijk moeilijk, met al die onzekerheid. Ik heb er zo hard van afgezien dat ik geen tranen meer over heb voor het afscheid in september. Voor mij is het klaar.”
Haar man ziet meer op tegen het nakende einde. “Ik moet er niet aan denken dat er straks graafmachines over het terrein rijden.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Jongeren , Stedenbouw , Oceade , subtropisch zwemparadijs , Zwembad , waterpretpark
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.