Organisch afval komt in Brussel steeds meer op de composthoop terecht in plaats van in de witte zak. Ook het aantal compostsites stijgt. Toch kiest Net Brussel er sinds kort voor om de compost huis aan huis op te halen en in het verre West-Vlaanderen te laten verwerken. Een foute keuze volgens Benoît Salsac van de vzw Worms.
'De oranje zak deugt niet'
Composteren in Brussel is hipper dan ooit. Het gebeurt niet alleen in de tuin, op het balkon maar ook in het park vlakbij. Uit onderzoek is gebleken dat het aantal Brusselaars dat composteert sinds het jaar 2000 van 10 naar 17 procent is gestegen. Dat is ook in het stadsbeeld te zien. In 2011 waren er in heel Brussel 34 composteringssites, dat zijn er vandaag al 114 geworden. En er staan er nog een heleboel op stapel.
Het Wasted Organic Recycling and Management Solutions (WORMS), een vzw die zich inzet voor de uitbouw van urbane compostsites is opgetogen met de evolutie. “Lokaal composteren is ideaal. Het heeft nauwelijks impact op het leefmilieu,” zegt Benoît Salsac, oprichter van de vzw. “Er is veel minder vervuiling en mensen worden bewuster van de natuur. Een compostsite, zo merken we, zorgt verder voor een heropleving van de buurt. Mensen komen meer naar buiten en leren op die manier ook hun buurtbewoners kennen. Composteren is ook goedkoop. Er komen geen vuilniszakken aan te pas.”
Toch introduceerde de Brusselse overheid onlangs de oranje vuilniszak. Net Brussel moet Europese doelstellingen halen in de huishoudelijke afvalproductie. Er wordt vandaag te veel restafval geproduceerd in Brussel, en te weinig gesorteerd. Het organisch afval moet uit de witte zak. Dus worden voortaan oranje zakken opgehaald, bedoeld voor organisch afval. Eind dit jaar zou de ophaling in heel Brussel gebeuren. Het organisch afval wordt dan op grote schaal organisch verwerkt tot compost en tot energie.
De Brusselse overheid gelooft namelijk niet dat het buurtcomposteren volstaat om de Brusselse afvalberg te verkleinen. Thuis- of buurtcomposteren is ‘gedoe’. Als de composthoop niet juist gebruikt wordt of slecht onderhouden wordt, kan die flink gaan stinken. De stadsmens vindt het ook makkelijker om het organisch afval in een zak te keilen. Liever dat dan altijd met het emmertje naar de tuin of compostsite te gaan. De macht der gewoonte.
Johanne André van het kabinet van staatssecretaris voor Openbare Reinheid Fadila Laanan (PS): “Buurtcomposteren heeft nog een ander belangrijk nadeel. Er mag bijvoorbeeld in het compostvat geen verwerkt voedsel, zoals spaghetti bolognaise. Ook is een goede afweging tussen nat organisch afval (voedsel) en droog organisch afval (takken, bladeren…) van groot belang voor de compostsite. Die bezwaren zijn er niet bij het industrieel composteren.”
Rek
Volgens Johanne André wordt nu al meer organisch afval verwerkt via de wekelijkse ophaling dan via de lokale buurtcompostsites. “De oranje zak is populairder dan buurtcomposteren,” zegt André.
Toch is de ‘industriële’ verwerking nu ook weer niet zo eenvoudig. Brussel produceert jaarlijks zo’n 144.000 ton organisch afval. Dat afval, of een deel ervan, wordt huis aan huis opgehaald. Daar staat al een eerste (milieu)-kost tegenover. En omdat er in Brussel geen composteercentrum is, moet het organisch afval met vrachtwagen naar een grote bio-methaangasfabriek buiten Brussel. Nu gaat het afval helemaal naar Ieper.
De nadelen zijn legio. De biomethaangasfabriek is niet CO2-neutraal. De uitstoot is veel malen groter dan een kleine lokale composthoop. Er is het lange transport. En er is nog de capaciteit van de fabriek in Ieper. Die kan, volgens een ULB-studie maar 25.000 ton afval per jaar verwerken. De fabriek kan dus maar een fractie aan van de 140.000 ton Brussels organisch afval, en verwerkt ook organisch afval uit West-Vlaanderen.
André: “Momenteel hebben we op dat vlak nog geen problemen ondervonden. Ik zie dan ook niet in waarom dit in de toekomst voor problemen zou kunnen zorgen.” Ook bij de compostfabriek in Ieper bevestigen ze dat er nog rek zit op de capaciteit.
En dan is er nog de bouw van een compostfabriek in Brussel, waarover al enkele jaren wordt gepalaverd en wat het transportprobleem zou oplossen. Dat is echter “nu niet aan de orde,” aldus het kabinet van Fadila Laanan.
WAT IS COMPOSTEREN NU ECHT?
Wie kan koken, kan ook composteren. Het is dus niet erg moeilijk. Het doel? Je planten een gezonde, organische voedingsbodem geven. Composteren gaat als volgt: je vermengt vochtig organisch afval (zoals fruit en groenteresten, thee of koffie...) met droog organisch afval (zoals bruin karton, hout of bladeren). Door te mengen zorg je ervoor dat de vieze geur verdwijnt. Na zo'n zes maand à een jaar is de compost helemaal klaar om als voeding voor je planten gebruikt te worden.
WORMS
Het Waste Organic Recycling and Management Solutions, beter bekend als de vzw WORMS, organiseert en coördineert opleidingen tot compostmeester. De vzw wordt draaiende gehouden door de hulp van zo’n 300 vrijwilligers. Daarnaast geven ze ook, in samenwerking met Leefmilieu Brussel, advies aan wijkcomposteringsprojecten en helpen ze bij de ontwikkeling ervan. Bovendien is WORMS een verzamelplaats voor enthousiaste compostmeesters. Voor wie zelf graag wil beginnen met composteren, is er ook een compost-informatiepunt van het Brussels Gewest. Een lijst met alle Brusselse buurtcomposthopen kan je terugvinden op www.worms.be
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.