'De val van de Muur was een zegen voor onze generatie'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
07/11/2009
"De dag na de val van de Muur ben ik voor het eerst in West-Berlijn geweest. Het was alsof ik op een andere planeet landde. Tot dan wisten we zelfs niet of die plekken waarover ze het hadden op tv, ook echt bestonden. En 's avonds terug naar onze wereld die nooit meer dezelfde zou zijn, het was al even onwezenlijk." Franziska Achterberg is taalkundige. Ze was achttien toen in de nacht van 9 november 1989 de Berlijnse Muur viel.

V oor velen was het een ware bevrijding, het einde van een nachtmerrie, maar Achterberg heeft het zo niet ervaren. "Mijn ouders, mijn tweelingzus en ik leidden een bevoorrecht leven. Mijn vader was dirigent, mijn moeder is lang verbonden geweest aan een school waar conservators werden opgeleid. Vader kon zelfs geregeld naar het buitenland, op tournee naar Mexico, Japan of Frankrijk. In vergelijking met de meeste andere Oost-Duitsers werd hij goed betaald.

We leefden ook een beetje 'op afstand', bij onze familie moest je niet met propaganda komen. Wel was mondje houden de boodschap. Ik zat op school net om de hoek van de staatsveiligheid, we hadden nogal wat medeleerlingen wier vader of moeder voor de Stasi werkten. Het was een beetje van: doe mee en denk er ondertussen het jouwe van."

"Natuurlijk waren er beperkingen, ook voor ons. Kon mijn vader voor zijn werk geregeld naar het Westen, voor de rest van het gezin golden dezelfde beperkingen als voor de anderen. In ons kleine landje konden we rondrijden zoveel we maar wilden, maar op vakantie gaan kon alleen in het Oostblok. En dan was Tsjechoslowakije nog het enige land waar we naartoe mochten zonder speciale toestemming."

"Wel wisten we goed hoe het er in het Westen aan toe ging. Thuis konden we drie westerse zenders ontvangen; naar de programma's van de twee oosterse werd amper gekeken. Dat werd oogluikend toegestaan; al de conversaties op school gingen over programma's op de westerse zenders. Ik kende maar één meisje dat er van haar ouders niet naar mocht kijken."

Akademikerschwemme
Van een totale en onmiddellijke ommekeer in het dagelijkse leven was er voor Achterberg na de val geen sprake, al werd het bestaan wel makkelijker. "In vergelijking met andere scholen, en dan zeker buiten Berlijn, was de onze - waar ik Engels, Russisch en Pools studeerde - zeer politiek getint en werd er een sterke ideo­logische druk uitgeoefend. De juiste dingen zeggen en leren. Daar had ik het moeilijk mee, en na de val van de Muur viel die druk gelukkig weg.

Ook werd op een bepaald moment het vak staatsburgerschap, dat goede DDR-burgers van ons moest maken, geschrapt en kregen we geschiedenislessen zonder politiek kleurtje. We hoefden niet langer in uniform te verschijnen, en ook met de groet aan de DDR-vlag was het gedaan. Voor de rest bleef het bij het oude en kregen we dezelfde vakken, van dezelfde mensen."

De opening naar het Westen kon voor Achterberg en haar generatiegenoten op geen beter ogenblik vallen. "Perfecte timing, inderdaad. Ik was geen kind meer, maar ook nog niet volledig onafhankelijk. Ik stond op het punt mijn vleugels uit te slaan, en plots lag de hele wereld voor ons open. Daarvan heb ik dan ook gretig gebruikgemaakt, nadat ik in juni 1990 braafjes mijn diploma hoger middelbaar onderwijs had behaald.

Prompt ben ik naar Londen verkast, waar ik een jaar als au pair terechtkon. Ik volgde er ook taalcursussen en zo heb ik gemerkt dat de opleiding die ik had genoten, verre van slecht was. Daarna volgde nog een jaar in Cambridge, waar ik als verpleegster op de geriatrische afdeling heb gewerkt, en dan ging het terug naar Berlijn, naar de Humboldt-Universität, waar ik zeven jaar linguïstiek heb gestudeerd, Pools en Frans."

"Waren de veranderingen voor onze generatie een zegen, de oudere generatie heeft het moeilijk gehad. Toen ik aan Humboldt begon, zaten er nog al de docenten en professoren van vroeger. Goede en minder goede. Mettertijd bleef er bijna niemand meer over. Ze werden een voor een vervangen door academici uit het Westen, die in het Oosten hun geluk kwamen beproeven omdat ze door een overaanbod op de markt elders geen betrekking vonden. Akademikerschwemme noemden ze dat. Het was pijnlijk om te zien hoe mensen die niet of nauwelijks politiek bezoedeld waren, uit het systeem werden geduwd door een ontwikkeling waarop ze geen vat hadden."

Kloppend hart
"Ook voor mijn moeder is er die jaren veel veranderd; mijn vader was beter af. Hij kon nog blijven werken, al was het ook minder interessant werk. Alleen het koor mocht hij nog dirigeren, het groot orkest niet meer. Gelukkig zat hij er niet echt mee, hij was al oud."

Ondertussen had Franziska Achterberg haar Belgische vriend Kris leren kennen, en in 2000 is ze naar Brussel verhuisd. Nu wonen ze samen in Sint-Gillis, met hun drie kinderen Eva (8), Anton (6) en Emilia (4). Voor Greenpeace werkt ze rond verkeer en meer bepaald rond de koolstofdioxide-uitstoot van auto's.

"Berlijn en Duitsland heb ik niet losgelaten. Mijn roots zijn mijn roots . Ik ga geregeld terug om mijn moeder te bezoeken. Met de kinderen. Telkens weer is er dan iets veranderd. Mooi vind ik het, dat het oude Oost-Berlijn zo wordt opgewaardeerd. Het blijft tenslotte het historische centrum; het centrum van wat vroeger West-Berlijn was, was een kunstmatig centrum. De meeste vrienden van vroeger wonen ook nog altijd in Oost-Berlijn. De stap naar het Westen blijft voor hen groot."

"De interessantste veranderingen hebben plaatsgehad in wat no man's land was, de hele zone rond de Muur. Daar had je een enorme explosie van activiteit en nieuwe architectuur. Vroeger was daar niets, nu is dat het kloppende hart van Berlijn."

Groen
Achterberg laat Duitsland niet los, maar ondertussen bevalt het leven in Brussel haar zeer. "Het is hier veel makkelijker om kinderen op te voeden en dat te combineren met werk. In Duitsland is het nog altijd niet echt oké dat je kinderen bij de oppas laat, hier is het de doodgewoonste zaak. Het is hier ook praktischer door het schoolsysteem: in Duitsland gaan de kinderen tot nader order nog altijd alleen in de voormiddag naar school, al zijn er nu wel experimenten met Ganztagschule ."

"Wat ik wel mis, is het groen, hoewel Brussel de naam heeft groen te zijn. Maar dat groen maakt niet onlosmakelijk deel uit van de openbare ruimte. Je hebt wel de parken - maar die liggen verspreid in het lappendeken - en je hebt huizen met tuinen, zelfs in het centrum. In het centrum van Berlijn zijn huizen met tuinen een zeldzaamheid, maar is groen een constante aanwezigheid in het straatbeeld. Daar is het van iedereen."

"Heel leuk vind ik dan weer hoe mensen hier met anderstaligen omgaan. In Berlijn, en zeker in het gewezen Oost-Berlijn, is dat anders. Vraag het maar aan Kris. Toen ik hem daar leerde kennen, zaten wij Duitsers zo verankerd in onze manier van doen en spreken dat het moeilijk was voor een buitenstaander. Langzaam spreken, aanvaarden dat iemand een accent heeft, daar hadden de mensen het moeilijk mee. Hier is het de gewoonste zaak van de wereld, iederéén heeft hier een accent. In Brussel is vreemd zijn gewoon, en dat is aangenaam."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni