Designer Alain Gilles: 'beetje business, veel netwerken en me creatief uitleven'
Lees ook: Designprijs voor Brusselse zonnelamp
A lain Gilles is een laatbloeier. "Hoewel ik in mijn tienerjaren naar het artistieke en creatieve neigde, ben ik na de middelbare school toch Politieke en Internationale Relaties beginnen studeren. Daarna heb ik een jaar als researchassistent gewerkt aan de ULB. Ambitie voor een academische carrière had ik niet, noem het een opportuniteit. Maar het creatieve bleef binnenin woelen, dus heb ik uiteindelijk een atelier gezocht. Om te ontdekken wat ik kon, en waar ik juist heen wilde. Een klein fiasco, al snel begon het me te dagen dat ik er niet van kon leven. Door de stress sliep ik amper."
Dus vond Gilles het aangewezen een 'normale' job te zoeken. "De eerste annonce die ik zag, was er een van de Amerikaanse zakenbank JP Morgan Chase & Co. De wereld van de financiën was nu niet bepaald mijn ding, maar anderzijds staat werken voor een grote Amerikaanse firma goed op je cv. Dus heb ik toegehapt. Vijf jaar lang heb ik er goed verdiend, maar tegelijkertijd verveelde ik me. Het was net alsof ik in de verkeerde schoenen rondliep. Want eigenlijk wou ik nog steeds iets creatief doen. Daarom ben ik in avondschool Marketingstrategie beginnen te studeren. Best interessant, maar het was niet wat ik zocht. Dat was er thuis ook aan te merken, en dus heeft mijn vrouw op een bepaald moment gezegd: 'Stop nu eens met klagen. Als je iets wil veranderen, verander het dan.' Zij is het die me de beslissende duw in de rug heeft gegeven door me carte blanche te schenken. De volgende dag al had ik de klik in mijn hoofd gemaakt. Waarop ik industrieel design ben beginnen studeren aan het ISD in Valenciennes. In Frankrijk kon ik de opleiding in drie jaar afronden, aan La Cambre zou de studie vijf jaar in beslag genomen hebben. En ik was tenslotte al 32."
Eigen ding doen
Twee jaar en een half van zijn studies heeft Gilles afgerond, maar dan bood zich de kans aan om voor Quinze & Milan te werken. "Ik had toen ook al een stage van zes maanden achter de rug bij Xavier Lust, die andere grote figuur van het Belgische design. Hoewel ik graag voor Arne Quinze werkte, kreeg ik gaandeweg toch meer en meer zin om mijn eigen ding onder mijn eigen naam te doen. En dat mocht contractueel niet. Tegelijkertijd schrikte het me af zelfstandige te worden. Want dat zou betekenen dat ik zelf opdrachtgevers moest zoeken, terwijl ik steeds in dienstverband had gewerkt, wat toch een zeker comfort biedt. Het was een beetje een schizofrene toestand. Dat ik uiteindelijk in 2007 de sprong heb gewaagd, heb ik me nog geen seconde beklaagd. Een beetje zakenman zijn, veel netwerken én me tegelijkertijd uitleven in het creatieve. Die combinatie zit me blijkbaar in de genen. De businesskant komt van vaders kant, de artistieke van mijn grootmoeder die een groot actrice was."
Windeieren heeft het Gilles niet gelegd, afgaande op de imposante loftruimte boven zijn bureau. In die loft woont hij met zijn vrouw -die van Guinese afkomst is en voor de Europese Commissie werkt - en hun twee kinderen. We vragen wat de bekroning tot 'Designer van het Jaar 2012', een initiatief van Knack Weekend, Le Vif Weekend, Biënnale Interieur vzw, Design Museum Gent, Grand Hornu Images en Design September, voor hem heeft veranderd. "Een hectische periode was het. Plots kwamen van overal nieuwe dingen op mij af. Ik liep achterstand op in mijn opdrachten, en kon gewoon niet volgen. Gelukkig maar had ik net daarvoor een assistent in dienst genomen. Aan de andere kant geeft zo'n erkenning door een vakjury ongetwijfeld meer geloofwaardigheid aan wat ik doe, en heeft ze me ook de kans gegeven uitleg over mijn werk te geven. En het opent deuren, terwijl ik vroeger steeds zelf de eerste stap moest zetten. Want hoe spijtig het misschien mag zijn, het blijft een feit dat een opdrachtgever dikwijls de voorkeur geeft aan een grote naam. Hoe goed het werk van de 'anonieme' concurrent ook mag zijn. We leven nu eenmaal in een wereld van namen en labels. Maar goed, intussen ben ik al best tevreden dat ik goed van mijn werk kan leven."
Nomad
Een van de meest recente projecten van Alain Gilles is Nomad voor O'Sun, de zonnelamp die de aandacht heeft getrokken van Design Vlaanderen en bekroond werd met een Henry van de Velde Label én de Henry van de Velde Award Publiek. "Dat verhaal van Nomad is er een van puur toeval. Een Belg die een deel van het jaar in Zuid-Afrika woont, stapte op een zaterdag een winkel binnen om een designvoorwerp te kopen. Hij vroeg aan de verkoper of die misschien geen stylist kende die voor hem een zonnelamp kon ontwikkelen. Toevallig was de verkoper de agent van een van de merken voor wie ik werk, en dus noemde hij mijn naam."
"Het was net voor de beurs van Milaan, en dus super druk, waardoor ik de man op maandag enkel een uur kon geven om zijn verhaal te doen. Hij bleek twee compagnons te hebben, een firma was er niet. Maar zijn verhaal sprak me aan. Het was een kwestie van wederzijds vertrouwen, omdat ik vooraf geen geld vroeg, maar enkel op de verkoop verdien. Zo werk ik trouwens altijd."
De lamp komt met een apart zonnepaneel, een strap om ze aan op te hangen en een oplader voor een gsm. De lichtsterkte omvat het equivalent van een oude gloeilamp van vijftig watt. "Van bij het begin is het de bedoeling geweest een volwaardig vervangmiddel te vinden voor de oude olielamp, met dat verschil dat er niets van het licht naar boven schijnt. Zodat je ook geen schaduw hebt als je ze aan het plafond hangt. Het ontwerp is onder andere gebaseerd op studies van de Wereldbank naar noodwendigheden voor mensen in gebieden waar weinig of geen elektriciteitsvoorziening is. Dat is ook de reden waarom het zonnepaneel niet op de lamp zit. Zo kan je bij het opladen het paneel buiten op het dak laten, en de lamp binnen. Het is beter voor de levensduur van de batterij - die zo'n drie jaar meegaat bij dagelijks gebruik -, en minder aantrekkelijk voor dieven. Het concept voorziet in één lamp voor één familie in plaats van verschillende kleine lampjes. Anders zou het te duur uitkomen."
"Na zes uur in de volle zon is de lamp volledig opgeladen - in een klimaat als het onze duurt het allicht langer -, waarna ze zes uur op volle capaciteit kan worden gebruikt, langer op een van de lagere standen. Je kan ze op de grond zetten, ophangen, of dragen zoals de vroegere olielamp. Daarnaast wilden we vanaf het begin een lamp ontwikkelen die interessant zou zijn voor mensen in Afrika én voor mensen van hier. Voor Afrikanen voldoet ze aan een nood, voor westerlingen is het een energiebesparend, en tegelijkertijd fijn product. Zo kan ze hier gebruikt worden om 's avonds buiten te eten, of als een waaklamp die de kinderen kunnen meenemen als ze naar het toilet gaan."
De Nomad oogt niet goedkoop en is dat ook niet. Maar duurzaam is ze wel. "Goedkope producten zijn er al genoeg: zonnelampjes die na drie maanden gebruik rijp zijn voor de vuilnisbak. In Afrika zal ze zo'n zestig dollar kosten voor plaatselijke overheden en ngo's die ze onder de plaatselijke bevolking willen verspreiden. Dat is eigenlijk te duur. Toch is dat een bewuste keuze, omdat we een kwaliteitsproduct willen brengen dat veel licht geeft. Anders zou het nutteloos zijn. Al de technische keuzes zijn gemaakt om tegemoet te komen aan de mensen die in huis geen verlichting hebben. Er is ook geen batterijverklikker om de eenvoudige reden dat de ingenieur - die ook voor de TGV's werkt - heeft berekend dat dat een kwartier meer licht oplevert. Het is simpel: als de batterij zwakker begint te worden, dan schakelt de lamp automatisch over naar een lagere stand. Daarna geeft ze nog een uur licht."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.