Drijvende jeugdherberg zorgt voor deining

De Stad Brussel gaat met de steun van de Franse Gemeenschapscommissie (CoCoF) en Beliris een drijvende jeugdherberg bouwen recht tegenover de KBC aan het kanaal. Oppositiepartij MR hekelt de kostprijs van 7.500.000 euro voor 78 kamers, of bijna 100.000 euro per kamer.

In 2014 opent in het Bécodok een drijvende jeugdherberg op het kanaal. De MR-oppositie in de Stad Brussel hekelt de financiële constructie van de operatie en de hoge kostprijs.

Goedkope logies voor jongeren
"Het project dook al op in 2008", zegt Marion Lemesre, de fractieleidster van de MR in de gemeenteraad van Brussel-stad, in een persbericht. "Toen wou het bedrijf Biloral aan de Akenkaai een drijvend hotel bouwen met 60 kamers waarvan 4 suites, goed voor een investering van 4,1 miljoen euro. Het project werd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) gekozen als 'Voorbeeldgebouw' en kreeg daarom een subsidie van 200.000 euro. Waarom komt dan in de plaats van het privé-luxehotel nu een door de overheid gesubsidieerde jeugdherberg?", vraagt Lemesre zich af.

Schepen van Stadseigendommen Mohamed Ouriaghli (PS) zegt in La Lanterne dat "er een groot tekort is aan goedkope logies voor jongeren in de hoofdstad". Er komen volgens hem 78 kamers, goed voor 156 bedden.

Lemesre vond in de begroting voor 2012 dat de stad Brussel via haar Grondregie het bedrijf Biloral heeft overgekocht voor een bedrijf van 400.000 euro na het overlijden van zijn afgevaardigd-beheerder.

Financiële constructie
Met de aankoop is er ook een concessie-overeenkomst voor 30 jaar met de haven. Marion Lemesre stelt de vraag of het project wel de 200.000 euro mag houden nu de plannen totaal worden veranderd.

Lemesre verwondert er zich ook over dat de Stad Brussel 7 miljoen euro voorschiet. De CoCoF legt 400.000 euro op tafel. Beliris, het samenwerkingsakkoord met de federale overheid, trekt 4 miljoen euro uit. Een privé-partner, die het beheer van de jeugdherberg op zijn rekening zal nemen, investeert 3 miljoen euro. Een merkwaardige financiële constructie, stelt Lemesre.