Een bericht van op de puinhoop
door Dirk Volckaerts, zondag 18 februari, in Lubumbashi
"Niets werkt nog in Congo. De infrastructuur is een puinhoop; op de hoofdweg Lubumbashi-Kolwezi kan je gemiddeld slechts 30 km per uur rijden, vanwege de onwaarschijnlijk slechte staat van de wegen. En dan nog alleen als je met een 4x4 rijdt. De delegatie (de minister en zijn gevolg, VUB-studenten en professoren) deden er telkens een volledige dag over om de 350 km tussen beide centra van de Congolese mijnindustrie af te leggen. De weg was daarenboven levensgevaarlijk, zeker als het duister inviel, maar niet alleen dàn.
De delegatie was op de heenreis vlak na het stadje Fungurume getuige van de gevolgen van een zeer zwaar verkeersongeval. Op de zandweg, waar je nauwelijks mekaar kan passeren, was een vrachtwagen op een
voorligger ingereden. De vrachtwagen was niet alleen met allerhande goederen geladen; er zaten ook tientallen mensen in en op. De ravage was groot, en de tol zwaar: drie doden (andere bronnen zeggen twee) en een vier- tot zeventiental gewonden.
Toen de delegatie aan de plek van het ongeluk aankwam, lagen de stoffelijke resten van de slachtoffers nog op de weg. Een vreselijk zicht, dat onder meer de studenten zwaar van hun stuk bracht. De verantwoordelijke van de mijnconcessie, die de delegatie in deze streek samen met gewapende politiemannen vergezelde (er zijn langs de weg nog altijd enkele gewapende bendes actief) verwittigde de dichtstbijzijnde ambulances en belde ook met het plaatselijke hospitaal. Hierna reed de delegatie verder, wat bij een aantal studenten voor ongenoegen zorgde. Zij hadden gewenst de slachtoffers te verzorgen, maar dit werd door de meereizende Congokenners ten sterkste afgeraden.
Het voorval drukte iedereen wel met de neus op de keiharde feiten: Congo is een puinhoop, en als het land inderdaad de buitenlandse investeerders wil aantrekken waarnaar het bij elk protocollair beleefdheidsbezoek naar bleef vragen, dan zal de nieuwe regering en de nieuwe provinciebesturen eerst iets aan de globale infrastructuur moeten doen. Echte wegen aanleggen, bijvoorbeeld. En een betrouwbaar elektriciteitsnet voorzien.
En water. In Kolwezi, het oude centrum van de mijnontginning van de Union Minière du Haut-Katanga, dat in 1978 nog het decor vormde voor een bloedig treffen tussen Belgische en Franse paracommando's en
Katangese rebellen, en waarbij een 700-tal Congolese en een 170-tal Europese inwoners sneuvelde, in dat historisch zo geladen een ooit zo belangrijke Kolwezi, is er 23 uur op 24 geen stromend water. Er wonen
300.000 mensen, maar er is geen één benzinestation. Men is er wel een aan het bouwen, maar wanneer het ooit af zal geraken, weet niemand.
En in deze stukgeslagen streek, waar de bodem nochtans schatten aan ertsen en mineralen bevat, hotsen zeven jeeps van de Brusselse delegatie door het landschap, op weg naar de volgende ontnuchtering. Welke deze is, vertel ik u in een volgende aflevering."
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.