De aanslagen wekten beroering tot in Nederland toe. Schrijfster Sytske van Koeveringe, die binnenkort haar debuut voorstelt bij De Bezige Bij, kon moeilijk geloven dat Sint-Jans-Molenbeek de hellhole was die de media ervan hadden gemaakt. Ze trok met fotografe en documentairemaker Raffaella Huizinga naar Molenbeek om met mensen te praten. Om te begrijpen wat in hun hoofd speelt. Ze maakten er dit verhaal van.
Een onbevangen blik op Molenbeek
Ja, natuurlijk heb je hier óók gebouwen die leegstaan, vervallen panden, graffiti op muren, hangjongeren en afval op straat. Er zijn zwervers, bedelaars, weinig blanke mensen en er is zelfs een verlaten metrostation. Maar wat velen niet weten is dat deze wijk uit hoog- en laagbouw bestaat. In de hoogbouw rijden bussen, auto’s en zijn de wegen breed.
Er zijn stoplichten die lang op rood staan, mensen die hiervoor geduldig wachten.
Er zijn schone flats én huizen. Er zijn rechte, dunne bomen die naast de kant van de weg staan.
Er is een vrouw: Liliane, die veertig jaar in een van de flats woont en iedere dag met haar hondje Vicky door het Scheutbospark loopt.
Er zijn mensen zoals zij die het jammer vinden dat de media afgelopen jaar deze wijk in negatief daglicht hebben gezet. Juist omdat ze blij zijn met de multiculturele mix en zij blijven praten.
Er zijn keurige vrouwen met jassen en mutsen van bont.
Er lopen mannen die van het werk komen, of ernaartoe gaan. Mensen die een bus moeten halen of naar de supermarkt moeten. Echt struinen wordt hier niet gedaan, ze lopen doelgericht, dat kan je zien aan hun lichaamshouding. Alsof het bovenlichaam al weet waar hij naartoe moet, nu alleen die benen nog. In de laagbouw bevindt zich het centrum. Dit deel bestaat uit kleine, smalle straten. Hier zijn minder hoge flats en lage huizen.
Er zijn winkels waar ze lange, kleurrijke jurken verkopen. Of plastic bakjes, lampen met glinsteringen, roze banken, spiegels, sieraden en andere prullaria.
Er is een kattenopvangplek.
Er wonen mensen die twaalf jaar geleden zijn gevlucht uit Afghanistan en hier biologie studeren.
Er zijn kinderscholen waar vaders en moeders voor staan te wachten.
Er is een gemeente met een kunstwerk voor de deur, waar velen vragen over hebben, zoals dat gaat met kunstwerken in openbare ruimtes. Op dit plein, voor de gemeente, is twee keer per week een grote markt, waar maandelijks een moeder met haar twee zoons van zeven en negen op afkomt: nee, ze wonen hier niet, ze komen hier voor de markt, moet je al die spullen zien!
Er zijn vrouwen met trolleys, mannen die wolkjes koude lucht uitblazen, meisjes met hoofddoeken.
Er is een slager die honderddertig kilo vlees op zijn schouders kan tillen.
Er zijn restaurants, waarvan eentje genaamd: restaurant Sociaal. Hier heb je een voor-, hoofd- én nagerecht voor maar vijf euro.
Er is een koppel dat elkaar hier anderhalf jaar geleden heeft ontmoet, waarvan de man vertelt dat je nooit te oud bent om de liefde te vinden.
Er zijn jongens die na iedere trek van hun sigaret op de straat spuwen, mannen die naar meisjes kijken.
Er zijn etende, glimlachende, gesluierde mensen: wit, bruin.
Er zijn mensen die werken in een houtwerkplaats: Atelier Groot Eiland. Waar werklozen opgeleid worden als meubelmaker of schoonmaker.
Er zijn mensen die bellen met hun tante, die struinen, elkaar begroeten.
Er zijn mensen. Ook al is het meer dan een jaar geleden dat de aanslagen in Parijs waren, en is het een jaar geleden dat Salah Abdeslam werd opgepakt, en iedereen naar Molenbeek keek, hier zijn ook gewoon mensen.
Sytske van Koeveringe
Een jaar later
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Een jaar later
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.