Een sprong vooruit: kangoeroewonen met een interculturele dimensie
"V eel ouderen verhuizen naar een rusthuis, maar eigenlijk wil niemand zijn wijk achterlaten. Wij hebben nagedacht over een alternatief voor rusthuizen, dat ook het tekort aan huisvesting aanpakt," zegt Loredana Marchi, coördinatrice in het regionaal integratiecentrum Foyer. Ze volgt het project Beschermd Wonen op, beter gekend als kangoeroewonen. Zoals altijd het geval is bij
Foyer krijgt zo'n sociaal project een intercultureel tintje. Dat gaat zo: het integratiecentrum verdeelt een eengezinshuis in twee appartementen, waarbij op de gelijkvloerse verdieping een oudere Belgische persoon verblijft en op de eerste verdieping een migrantenfamilie.
Een kwestie van beheren
"Wij doen niets kunstmatigs, want de wijk waar de senioren wonen is intercultureel. Maar in plaats van hun intrek te nemen in een rusthuis, willen ze in de wijk blijven, ook al is die hard veranderd," vertelt Marchi. Voorwaarde is dat beide partijen openstaan voor de andere cultuur en waar nodig een oogje in het zeil houden. Een andere conditie is akkoord gaan met de (lagere) huur die ze moeten betalen aan Foyer. Maar dat blijkt vooralsnog geen probleem.
Al in 1986 bracht de vzw Foyer geïnteresseerden samen. De Marokkaanse Saïda Bekkari (47) verklaarde zich als eerste akkoord om samen te wonen met een autochtone bejaarde. "Voor mij was dat niets aparts, aangezien ik zo al geleefd had met een andere persoon. We moesten gewoon opletten of onze buur niets nodig had, af en toe kleine boodschappen doen en zorgen dat ze zich niet alleen voelde. Maar dat moesten ze mij niet vragen, want dat is de normaalste zaak van de wereld," legt Saïda enthousiast uit.
Het kangoeroeproject ligt Saïda, haar man en vijf kinderen wel. De extra ruimte in vergelijking met hun vorige woonst is mooi meegenomen. "Bovendien is het zoals een familie. Het is een contact dat we met alle buren zouden moeten hebben." Maar maken haar vijf kinderen soms geen kabaal? "Het is een kwestie van beheren. Bijvoorbeeld, ik hou niet van lawaai. Zo ben ik ook opgevoed, om geen lawaai te maken. Hetzelfde geldt voor mijn kinderen en ze moeten zich daar aan houden," vertelt Bekkari. Ida Hendrickx (71), de Belgische onderbuur van
Saïda Bekkari, knikt instemmend. "De kinderen van Saïda komen zelfs af en toe langs wanneer ze problemen hebben met hun lessen Nederlands of Engels. Wanneer ze me zien, vragen ze altijd beleefd hoe het met me gaat," zegt Hendrickx.
Symbolisch project
Volgens beide dames gaat het om de juiste ingesteldheid. "Er zijn in de twee jaar dat we samenwonen nog geen moeilijkheden geweest, want elk respecteert de ander zijn privacy. Wederzijds respect, dat is het belangrijkste. Ik kan beroep op haar doen, maar doe het enkel als het nodig is. Ik heb veel vertrouwen in hen," vertelt Hendrickx. "Belangrijk voor mij is ook dat het huis nooit leeg is."
Dat beide dames elkaar kunnen vinden, blijkt ook uit de uitstappen die ze af en toe maken. "We zijn samen naar de serres van Laken geweest en naar een expositie over zwarte farao's in Mariemont. Daarnaast ontbijten we soms uitgebreid samen, als we allebei tijd hebben. Dat doet echt plezier," aldus Hendrickx.
Bekkari onderstreept dat het contact met haar vorige twee onderbuurvrouwen ook heel aangenaam was, maar anders. "Ida is veel zelfstandiger. Ze is ook veel jonger. Onze relatie groeit naarmate de tijd vordert. Dat was ook zo met de vorige buren. Zo gaf de eerste onderbuur melk aan mijn tweeling. Tijdens het ontbijt gaf ze de kinderen eten. Daarvoor kwam ze speciaal naar boven. Dat was haar enige uitje, want buitenkomen deed ze niet meer," zegt Bekkari met een warme glimlach.
Op een klein misverstand met een vorige onderbuur na, eentje dat snel uitgepraat werd, heeft Bekkari nog geen enkel probleem gehad met haar onderburen. Hendrickx en Bekkari onderstrepen wel het belang van respect. "We moeten wel een kleine inspanning leveren, anders lukt zoiets niet. Maar eigenlijk hoeft dit geen project te zijn, om zo samen te leven," aldus Bekkari.
Foyercoördinatrice Loredana Marchi is naar eigen zeggen nog geen enkele keer tussenbeide moeten komen in de twee omgebouwde huizen die het integratiecentrum rijk is. "Een constante assistente hoeft niet. Indien nodig kan een neutrale, derde instantie de twee partijen bij zich roepen. Maar het project loopt goed. Na twintig jaar is de tijd rijp om het project uit te dragen. Voor ons is dit echter een symbolisch project. We rekenen op de overheid, bijvoorbeeld de gemeente of de gemeenschappen of het OCMW, om het nu over te nemen. Misschien kan dat in het kader van een wijkcontract?"
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.