'Een stadsbende is een vriendengroep'
Met de recente problemen in Kuregem en Sint-Jans-Molenbeek is het alweer even geleden dat er nog grootschalige media-aandacht naar het probleem van de stadsbendes ging. Maar achter de schermen wordt er naarstig verder gewerkt. Op 1 oktober van vorig jaar begonnen Brussel, Sint-Joost-ten-Node en Evere met een speciaal project tegen stadsbendes. "De harde kern van de bendes kraken en de kandidaat-bendeleden op andere gedachten brengen, dat is de bedoeling," werd er toen gezegd. Er kwamen subsidies van de federale regering, extra personeel en een vlotte naam: BE+. Vandaag zijn we iets meer dan een halfjaar verder: tijd voor een evaluatie.
Het beetje burgerlijke Evere is, in tegenstelling tot Brussel en Sint-Joost, niet meteen een gemeente die geassocieerd wordt met stadsbendes. Nochtans kunnen ze er ook op de gemeentelijke preventiedienst over meepraten. Evere, en meer bepaald de Germinalwijk, was de uitvalsbasis van de stadsbende 1140. De bende liep het meest in het oog in 2008, toen leden ervan op het Anneessensplein in Brussel-centrum de leider van een rivaliserende bende doodstaken. De moord kwam er na een opeenstapeling van confrontaties tussen de twee bendes. Een van de verdachten zit nog steeds in de cel, in afwachting van zijn assisenproces.
'Geen zware criminelen'
Preventieambtenaar Rachel Vanderhaegen en haar collega Eugenie Mukamugena, verantwoordelijke voor stadsbendes, staan ons te woord in het bescheiden hoofdkwartier van de Everse preventiedienst in de Deknoopstraat. Ze drukken ons meteen op het hart dat we geen vergelijking mogen of kunnen maken met de recente onlusten in Anderlecht. "Het zijn geen relschoppers," zegt Vanderhaegen. "Ze plegen geen vandalisme, en als ze geweld gebruiken, dan is dat altijd gericht tegen leden van een andere of van hun eigen bende. Ze leiden een vrij normaal leven, sommigen gaan naar school of hebben werk. Het is dus zeker niet zo dat het hier om relschoppers of zware criminelen gaat. Op het grondgebied van de gemeente Evere hebben zich bijvoorbeeld nog nooit problemen met de bende voorgedaan, wel dus in het centrum van Brussel. Ze zijn ook helemaal niet gekant tegen de openbare orde, tegen de administratie of de politie."
De beeldvorming in de media is dan ook een gevoelig onderwerp bij Vanderhaegen. "De bendeleden worden in de media verkeerd voorgesteld. Het beeld dat van hen wordt opgehangen, is zwaar overroepen. Het is absoluut niet zo dat ze een leven leiden als in een videoclip van 50 Cent." Volgens haar collega Mukamugena kan ook een deel van het fenomeen cultureel verklaard worden: "In Afrika, waar de meeste bendeleden hun roots hebben, is het de normaalste zaak dat jongeren zich in groep voortbewegen. Het is ook normaal dat ze daarbij nogal luidruchtig zijn, iets wat hier misschien intimiderend overkomt. In feite gaat het gewoon om een groep vrienden die met elkaar optrekken. Ze komen niet samen om inbraken te plegen, maar omdat ze goede vrienden zijn."
Hoeveel jongeren in het gewest lid zijn van een stadsbende, is op dit moment niet duidelijk, maar volgens Vanderhaegen moet je je hier ook zeer bewust zijn van de gradaties. "1140 heeft ongeveer negentig leden," zegt ze. "Maar een klein deel daarvan behoort tot de harde kern. Slechts een tiental heeft ook het juridische statuut van bendelid en houdt zich bezig met illegale activiteiten. De rest zijn jongeren die rond de harde kern hangen. Wij proberen te voorkomen dat ook zij zich op het slechte pad begeven."
Doelen stellen
De inspiratie voor het BE+-project komt uit Canada. "De oorzaken van jongerenbendevorming kennen we in de criminologie goed genoeg," zegt Vanderhaegen. "Armoede, sociale achterstand, onvoldoende scholing en dergelijke. Waar nu onderzoek naar gebeurt, zijn de 'beschermende factoren'. Wat maakt dat de meeste jongeren na een tijdje de bende ook weer verlaten? En vooral, hoe kunnen wij hen daarbij helpen? We weten dat jeugdcriminaliteit en jeugdbendes vooral een overgangsfase, een rite de passage is. Slechts een klein deel blijft in de criminele sfeer hangen."
Hoe gaat een en ander nu in zijn werk? "BE+ werkt via drie 'assen'," vertelt Eugenie Mukamugena. "We gaan met de jongeren in groep praten. Die groepswerking bestaat al enkele jaren, waardoor het makkelijker werd om hen ook individueel te benaderen. Het moeilijkste luik is in contact komen met de families van de bendeleden. We hebben bijvoorbeeld een jongere die in een zware identiteitscrisis zit. Hij kan moeilijk aanvaarden dat hij tussen twee werelden, de Afrikaanse en de Europese, in valt en hij laat alles vallen. Hij communiceert er ook niet over, dus treden wij op als bemiddelingspunt tussen de jongere en zijn moeder."
De begeleiding uit zich ook in praktische initiatieven. "We zetten hen niet alleen op weg om werk te vinden, we organiseren ook vormingen voor hen. Onder die vormingen zien we ook cursussen in het omgaan met conflicten, van niet-gewelddadige communicatie. Daarop kregen we al heel wat positieve reacties van de jongeren."
Een belangrijk onderdeel van de begeleiding is de individuele 'coaching'. "Dat draait om doelen stellen, ze moeten een levensproject hebben. Bijvoorbeeld een huis zoeken, een eigen bedrijf opzetten of aan een opleiding beginnen. Twee jongeren die we begeleiden, zoeken een sociale woning, een andere wil in Afrika aan een opvoedingsproject meewerken. Het werkt dus op erg individuele basis. We gaan dat niet allemaal voor hen regelen, maar we fungeren wel als een soort doorgeefluik. Wat we ook doen, is jongeren helpen met hun cv. Velen van hen worden keer op keer afgewezen, maar dat komt omdat ze niet weten hoe ze een curriculum moeten opstellen of hoe ze zich moeten gedragen op een sollicitatiegesprek. Ze zijn zich nauwelijks bewust van het beeld dat ze uitstralen."
Een ander luik is de samenwerking met de politiezone Noord, waaronder de gemeente Evere valt. De preventiedienst werkt al lang intensief samen met de ordediensten. En dat is ook nodig, als ze bepaalde activiteiten van de grond willen krijgen. "Als een jongere voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld, dan moeten wij hem helpen zijn voorwaarden na te leven," zegt Vanderhaegen. "Een van die voorwaarden kan zijn dat hij niet in contact mag komen met andere jongeren van de bende. Als wij dan zelf een activiteit organiseren, is zo'n contact onvermijdelijk. We proberen daar dan met de politie een modus vivendi in te vinden, zodat die jongeren niet bij het minste opgepakt of gefouilleerd wordt en nog een leven kan leiden."
Balans
De laatste twee jaar is het stil geworden rond de bende 1140. De moord op het Anneessensplein heeft bij de betrokken leden voor een serieuze schok gezorgd. "Er is erg veel spijt," zegt Mukamugena, die hen intensief begeleidt. "Ze beseffen niet echt wat ze gedaan hebben en hoe ze in die situatie verzeild zijn geraakt. Het zijn normale jongeren die in deze tragedie spelen. We proberen hen ondanks de situatie op het rechte pad te houden. De moord heeft ook een deel van dynamiek en de structuur van de groep vernietigd."
De resultaten van het werk van de preventiedienst zijn bemoedigend. "De laatste twee jaar hebben meer en meer jongeren de weg naar onze deur gevonden," zegt Vanderhaegen. "Ze zijn zich meer bewust geworden van ons bestaan en van het feit dat we hen kunnen helpen. We profiteren van de mond-tot-mondreclame. We zijn er zo in geslaagd een van de oudere leden aan werk te helpen. En dat is natuurlijk een voorbeeld voor de anderen. Veel van de jongeren zijn vroeg van school gegaan en hebben vier of vijf jaar van hun leven vergooid. Als er een van hen dan weer bovenop raakt, dan toont dat dat de situatie niet uitzichtloos is."
Lees meer over: Evere , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.