Het aantal dak- en thuislozen in Brussel verdubbelde de afgelopen acht jaar. Sommigen van hen nemen het heft in eigen handen en poten in de stad een tent of zelfgebouwde constructie neer of wonen in een auto of camper. BRUZZ zocht hen op. 'In vergelijking met de mensen die in het Noordstation moeten slapen, heb ik het best goed.'
In een tent onder het vriespunt: 'Toch beter dan in Roemenië'
Marian komt vrolijk uit zijn woning gewandeld, een grote zelfopgezette constructie in het Anderlechtse Vijverpark die hij met vier andere mannen deelt. Momenteel zijn enkel hijzelf en een bejaarde man aanwezig. “We zijn Roma uit Roemenië”, vertelt Marian. “Ik ben poppenspeler en woon ondertussen acht maanden hier in het park.”
Marian is een van de meer dan 4.000 dak- en thuislozen in Brussel. Toch is hij zelf relatief tevreden met zijn situatie: “Ik woon intussen acht maanden hier in het park, maar je hebt ook mensen die op straat of in het Noordstation slapen, en dat in de hoofdstad van Europa! Dan heb ik het in vergelijking veel beter.” De constructie die de mannen in het park bouwden met hout, paletten en zeil heeft twee slaapruimtes en een keukentje. Buiten hebben ze een wc-hokje gebouwd. Marian benadrukt dat ze voor niemand overlast veroorzaken.
Lees verder onder de foto.
Een eindje verderop ligt op de middenberm tussen twee grote autowegen nog een zelfgeconstrueerd kamp. De vijf huisjes van hout en zeil doen wat denken aan cabans op een camping. Ertussendoor scharrelt een kip. Plots komt er vanachter het deken dat voor een van de constructies hangt een jongeman tevoorschijn die er woont met zijn vrouw: “We komen uit Roemenië, maar zijn geen Roma. We zijn naar hier gekomen om meer geld te kunnen verdienen. Een andere man die hier woont, komt uit hetzelfde dorp als ik. Hij raadde ons aan hierheen te komen”, zegt Marius.
“Dat we hier wonen is een tijdelijke oplossing om ons uit de nood te helpen. Ik werk af en toe in de bouw. We moeten nu stap voor stap alles in orde brengen. Hopelijk kan ik meer werken en kunnen we dan een appartement huren.”
Gezinnen in auto’s en campers
Op de parking op de middenberm tussen de Hallepoort en de Ninoofsepoort leven ook verschillende Roemeense Romafamilies, meestal in auto’s of campers. Zo ook het gezin Rezmives, een koppel dat met drie jonge kinderen in een camper woont nabij de Anderlechtsepoort. De twee oudste kinderen gaan naar een nabijgelegen schooltje. De jongste is nog niet schoolplichtig.
“We hadden in Roemenië geen huis, geen geld en geen werk”, zegt vader Achim. “In Roemenië hadden we niks. Hier hebben we ook niks, maar toch is het beter dan daar.” Dat beaamt mevrouw Rezmives: “Mensen brengen ons hier geregeld eten. Daar moesten we in Roemenië niet op rekenen.” Achim gaat af en toe bedelen om een inkomen te voorzien. Ook dat gaat beter dan in Roemenië, waar Roma vaak met een hoop racisme en discriminatie af te rekenen krijgen.
Lees verder onder de foto.
Achim kwam in 2005 voor het eerst in België terecht: “Ik werkte in de fruitpluk, maar ik heb verschillende operaties gehad en kan dat werk nu niet meer doen. Bovendien geraak ik hier niet aan werk omdat ik geen adres heb.” De familie Rezmives hoopt zo snel mogelijk naar de opvang van Samusocial te kunnen: “We leven al twee jaar in deze situatie. Het is niet goed om hier met kinderen te slapen. Onze kinderen hebben last van hun longen.”
“We bellen elke avond naar Samusocial, maar ze zeggen steeds dat er geen plaats is”, maakt mevrouw Rezmives zich boos. Op dat moment komen Koen Geurts en Gabriel Mihai van de dienst Roma en Woonwagenbewoners van de Brusselse Foyer aangewandeld. Ze doen de ronde langs de dakloze Romagezinnen om te zien of de kinderen interesse hebben in de taal- en wiskundeklasjes die de Foyer aanbiedt.
De meeste Roma in Brussel hebben een dak boven hun hoofd
Koen Geurts van Foyer wijst erop dat er een verkeerd beeld heerst van Roma en dat dakloze Roma een uitzondering vormen: “Dit is niet eigen aan de doelgroep. De Roma die dakloos zijn of bedelen, zijn het meest zichtbaar, maar zijn niet representatief. Er wonen 11.000 Roma in Brussel. Slechts 200 à 300 van hen hebben geen vast verblijf.”
Ook het beeld van de rondtrekkende Roma is al lang achterhaald: “Vandaag leeft geen enkele Rom uit Roemenië of Bulgarije nog nomadisch”, zegt Geurts. “Minder dan twee procent trekt rond. Het gaat hier om Roma die in Roemenië een woning hadden, maar die een plek willen waar ze welkom zijn en perspectieven zien voor hun kinderen.”
De meeste Roma die nu in Brussel zitten zonder vast verblijf, komen volgens Geurts uit het westen van Roemenië nabij de stad Oradea. “Sinds twee jaar zien we dakloze Roemeense Roma opduiken in Brussel. Het gaat om een bepaalde groep mensen die elkaar kennen en het systeem hier ontdekt hebben. Dat vertellen ze onderling door. Er zijn ook kansarme Roemenen die geen Roma zijn en die een gelijkaardig traject afleggen, maar bij Roma heb je er nog eens het etnische aspect bovenop: de houding tegenover hen in Oost-Europa en het gebrek aan kansen, maken het moeilijker”, zegt Geurts.
Lees verder onder de foto.
Als je de rapporten van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en het Europees Centrum voor Romarechten (ERRC) erop naleest, hoeft het niet te verbazen dat Roemeense Roma wegtrekken uit Roemenië: gedwongen uitzettingen en hervestiging op vervuilde sites, extreme armoede, werkloosheid, beperkte toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, politiegeweld, maatschappelijke uitsluiting,… De lijst van ernstige problemen waarmee Roemeense Roma te maken krijgen, is lang.
Integratie is moeilijk zonder vast adres
Dat deze specifieke groep Roma geen vast verblijf heeft, maakt haar integratie volgens Geurts extra moeilijk: “Roma zijn heel divers en elke familie heeft zo zijn eigen mentaliteit. De meeste Roma die naar Brussel kwamen, zijn druppelsgewijs binnengekomen. De vader ging bijvoorbeeld voorop, vond onderdak en werk en dan volgde geleidelijk aan de rest van de familie. Deze groep pakt het op een andere manier aan en komt direct met het hele gezin.”
“Veel van deze mensen zijn al via Frankrijk gepasseerd waar ze de gewoonte kregen zelf een kamp op te zetten. Frankrijk heeft namelijk lang getolereerd dat mensen nederzettingen opzetten aan de rand van steden of parken, tot het enkele jaren geleden met een expulsiebeleid begon.” Ook die gedwongen uitzettingen in Frankrijk gingen volgens het ERRC gepaard met mensenrechtenschendingen.
Mensen begeleiden is volgens Geurts erg moeilijk als ze geen vast adres hebben: “Ze zitten in een vicieuze cirkel: zonder adres vinden ze geen werk en zonder werk hebben ze ook geen geld voor een woning. Bovendien kunnen we hen niet onmiddellijk begeleiden naar werk. De meesten moeten eerst een taalcursus en een opleiding volgen vooraleer ze inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. De opvangstructuren kunnen die begeleiding bieden.”
Lees verder onder de foto.
Samusocial laat weten dat gezinnen zoals de familie Rezmives vanaf deze week wel op opvang kunnen rekenen omdat het tweede winteropvangcentrum in de Koningsstraat vervroegd de deuren opende en plaats maakt voor gezinnen tot zij in de federale winteropvang terechtkunnen.
“In afwachting van het federaal opvangplan is Samusocial de enige oplossing voor deze mensen en tot en met vorige week was enkel ons permanente noodopvangcentrum met 110 plaatsen geopend. Dat centrum zat helemaal vol dus gezinnen die te laat waren, vielen uit de boot”, zegt woordvoerster Marie-Anne Robberecht. “Zij kunnen nu terecht in het extra opvangcentrum dat eigenlijk bedoeld was voor alleenstaande mannen, maar waar we nu tijdelijk de prioriteit geven aan gezinnen tot ze in de federale winteropvang terechtkunnen”, zegt Robberecht.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.