Emy Geyskens is niet alleen leerkracht in het Geïntegreerd Onderwijs (Gon), maar ook auteur. In haar boeken raakt Geyskens maatschappelijke thema’s aan, zoals alzheimer. Haar meest recente prentenboek ‘Mijn zus woont in het donker’ benadrukt de talenten van een blind meisje.
Emy Geyskens: Verder kijken dan de beperking
Hoe bent u begonnen met schrijven?
Emy Geyskens: “Naast mijn werk als leerkracht, lees ik sinds 2000 voor in bibliotheken, scholen, ziekenhuizen en meer, als de figuur Leesfee. Door al dat voorlezen, kreeg ik enorm veel zin om zelf boeken te schrijven. Een aantal jaren geleden ben ik dan ook effectief verhalen beginnen te schrijven, waarvan sommigen zijn gepubliceerd. Naast prentenboeken en boeken voor kinderen, schrijf ik ook weleens boeken gericht op volwassenen.”
Waarom een prentenboek rond het thema blindheid?
Geyskens: “Volgens mij is het nog steeds belangrijk om kinderen, en dan vooral iets oudere, te sensibiliseren. Mijn zus woont in het donker gaat echter niet over het leren aanvaarden van visuele beperkingen en accepteren dat iedereen anders is, want dat is ondertussen wel al genoeg benadrukt. Wat wij onderstrepen in het boek is dat we verder moeten kijken dan de beperking, en ze dus niet louter aanvaarden. Het hoofdpersonage, Emma, laat zien dat een visuele beperking net een meerwaarde kan zijn in bepaalde situaties waarin mensen zonder visuele beperkingen net minder goed kunnen functioneren, zoals een stroompanne. Kolet en ik focussen dus op de talenten en meerwaarde van een kind met een beperking, al dan niet gerelateerd aan die beperking.”
U schreef het boek met Kolet Janssen. Hoe verliep die samenwerking?
Geyskens: “We schrijven regelmatig samen en dat zijn altijd positieve ervaringen. Wanneer ik vroeger hoorde dat auteurs samen een boek schreven, probeerde ik me altijd voor te stellen hoe dat in zijn werk ging. Het leek me wat gek. Werkten ze dan samen aan dezelfde computer? Dat doen Kolet en ik alleszins niet. Wij bedenken eerst samen de verhaallijn tijdens een brainstorm en dan begint een van twee aan de basis te schrijven. Wie er begint, dat wisselt altijd af. Nadat een van ons de basis heeft geschreven, beginnen we heen en weer te mailen. Iemand werkt een eerste versie uit, de andere stuurt de versie dan terug met commentaar en suggesties en zo gaat dat heen en weer tot we het volledig eens zijn over alle punten, aanhalingstekens en uitroeptekens.”
Lees meer over: Sint-Agatha-Berchem , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.