De Brusselse regering beslist om inburgering voor nieuwkomers te verplichten. Eind volgend jaar wordt hierover in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) een wetsontwerp ingediend. Eric De Jonge van BON heeft zijn bedenkingen.
Eric De Jonge van BON: ‘Inburgeringsplicht is niet zaligmakend’
Er verandert heel wat voor de Nederlandstalige inburgering in Brussel. De vzw Brussels Onthaalbureau Nieuwkomers (BON) houdt op te bestaan en gaat over in een groter Vlaams Agentschap. Eric De Jonge: “Samen met het Regionaal Intergratie Centrum gaan we over in een EVA. Momenteel wordt dat juridisch uitgeklaard, maar voor de eerstelijn en het grote publiek maakt het niet zo veel uit. BON blijft het uithangbord voor inburgering.”
Hiermee komt BON meer in de invloedssfeer van Vlaanderen terecht.
De Jonge: “We kregen onze subsidies al uit Vlaanderen, en we vallen onder de Vlaamse regelgeving. Maar Brussel is Vlaanderen niet. Onze communicatie is meertalig, inburgering is hier niet verplicht. We zijn Vlaams met een Brusselse saus. Bovendien zal de (meer Brusselse, SVG) Vlaamse Gemeenschapscommissie de regierol krijgen voor de Nederlandstalige inburgering in Brussel.”
Met een N-VA aan het roer lijkt inburgering belangrijker te worden dan integratie. Hoeveel integratie blijft er nog over in de EVA?
De Jonge: “De Vlaamse overheid heeft in 2004 duidelijk voor inburgering als model gekozen. Dat is een goede keuze, maar daarmee verander je de wereld niet. Ook de ontvangende maatschappij moet een steentje bijdragen. Het is een proces in twee richtingen. Zo is er nog veel racisme. Daarom biedt integratie, na de inburgering, wel degelijk een meerwaarde. Beiden kunnen naadloos op elkaar aansluiten.”
Brussel gaat nu ook de inburgering verplichten.
De Jonge: “Ik heb er gemengde gevoelens bij. Bij een verplichting heb je automatisch een tegenreactie: ‘Dit wil ik niet’. Inburgering in Brussel is nu niet verplicht. Dat levert bij BON gemotiveerde cursisten op. Ze komen les volgen, omdat ze het zelf willen.”
“Bij een verplichte inburgering in Brussel zullen Franstaligen en Vlamingen moeten samenwerken. De Franstaligen bepalen echter hun doelgroep anders. En ze hebben een andere kijk op inburgering: meer op taal gericht, minder op maatschappelijke oriëntatie.”
“Ook het aanbod zal anders zijn. De Franstaligen trekken 1 miljoen euro uit om 15.000 mensen per jaar te bereiken. Ik weet niet hoe ze dat zullen doen. Met BON bereiken we 3.500 cursisten. Dat kost ons 5 miljoen per jaar.”
“Het zal dus nog wat inspanningen vergen om het Franstalig en Vlaams beleid in Brussel op elkaar af te stemmen.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.