Everenaar van het Jaar Pieter Cnops: 'Eerst de rapen, dan het witloof'
V an Evere zijn. Echt van Evere zijn. Dat speelt in die gemeente nog een rol. Cnops is écht van Evere. Of toch bijna helemaal. Zijn vader trok als beroepsmilitair in 1925 van Heverlee naar Evere. Moeder Cnops is wel volledig van Evere. De familie was er een van boerkozen zoals er toen zoveel waren.
Cnops is zich voor de lokale geschiedenis gaan interesseren dankzij zijn vrouw. Een Van Obberghe, van café La Clef du Cimetière aan het oude kerkhof in de Sint-Vincentiusstraat. Cnops: "In dat café, een echt volkscafé, zat altijd wel iemand verhalen te vertellen. Over hoe Evere vroeger was, over de Everse families. Dat heeft me aangezet om de lokale geschiedenis van Evere te gaan bestuderen."
Cnops is conservator van het Gemeentelijk Museum van Evere, dat hij in 1994 mee heeft helpen oprichten in een groot herenhuis in de Edward Stuckensstraat. Een groot deel van de collectie van het museum komt recht uit de verzameling van Pieter Cnops. Het museum van Evere is zo ook een beetje het Museum Cnops. Een aparte kamer is aan zijn familie en die van zijn vrouw gewijd. Er hangt een prachtige foto. De grootmoeder van Pieter Cnops met een bussel groenten in de hand. De foto is ook voor Cnops een herinnering. "Ik mocht als kind met haar meerijden op de ezelskar, om groenten rond te brengen."
Kort na de Tweede Wereldoorlog richtte Cnops samen met de pastoor en een liberale schepen van Onderwijs de eerste heemkundige kring op. Die zou niet lang blijven bestaan, en de omstandigheden zeggen al meteen veel over de geschiedenis van Evere. Een pastoor en een liberaal in één vereniging, dat gaf meermaals vuurwerk. Cnops: "Vergaderen deden we in de pastorie. De pastoor heeft altijd gedacht dat hij de liberaal zou kunnen bekeren. Tevergeefs. De schepen zou later vrederechter worden." Niet veel later was het gedaan met de heemkundige kring.
Toch waren de vergaderingen in de pastorie beslist geen toeval. Om de geschiedenis van een gemeente te kennen zijn de archieven van de parochie onontbeerlijk. Cnops vertelt hoe de Sint-Vincentiusparochie is ontstaan uit de priorij van Zinnik. De geestelijken mocht tienden innen uit de opbrengsten van de vruchtbare Everse landerijen, in ruil voor de bouw en het onderhoud van de kerk.
Diezelfde kerk zou een sleutelrol blijven spelen in de lokale geschiedenis. Zo staat ze, zonder dak, op een kaart uit 1600 van Mathieu Bollin. De kaart moest aangeven waar de Zenne ontzand moest worden om overstromingen tegen te gaan. Uit de kaart, die Cnops strategisch aan de ingang van het museum heeft gehangen, blijkt dat Evere zich ooit uitstrekte tot over het kanaal, tot in Neder-Heembeek.
Maar Evere was toch vooral een gemeente van landbouwers. De Everse witloofboeren hebben hun plaats in de geschiedenis al verdiend, maar Evere - zo heeft Cnops in oude documenten kunnen terugvinden - was lange tijd vooral bekend om zijn rapenteelt. In Latijnse en Franse teksten uit de achttiende eeuw worden de lekkere rapen van Evere geroemd. En op een oude prent uit die periode staat: "Het is al op rapen uyt." "Dat kun je dubbelzinnig interpreteren," vertelt Cnops. "Het kan wijzen op de groente, maar net zo goed op het feit dat er veel belastingen konden worden geïnd, waar veel te rapen was."
Socialisten aan de macht
Veel industrie is er nooit in Evere geweest, zegt Cnops. Toch is de gemeente geleidelijk geëvolueerd van een landbouw- naar een arbeidersgemeente. Dat heeft met de ligging te maken, tussen spoorweg en luchthaven. "De arbeiders moesten van het vormingsstation van Schaarbeek maar de berg op. En later zou daar ook heel wat werkvolk van op de luchthaven, Sabena en Sabca bijkomen. Dat heeft zeker mee bijgedragen tot de demografische evolutie van Evere."
Verklaart dat ook de politieke machtsverschuiving na de Tweede Wereldoorlog? De socialisten zouden de gemeenteverkiezingen keer op keer winnen, ten koste van de katholieke partij; Cnops schreef er een boekje over. "Misschien wel. Anderzijds waren die naoorlogse socialistische burgemeesters ook wel echte figuren , die pintjes trakteerden om de kiezers gunstig te stemmen."
Cnops kan honderduit vertellen, feiten, namen en het erbijhorende jaartal, vaak gelardeerd met anekdotes. Over het zothuis van Evere, over het openluchtzwembad aan de Genèvestraat waar hij met zijn kinderen naartoe ging tot in 1970, en over de wijk met de vreemde naam Picardië, genoemd naar een streek in Frankrijk. "Waar die naam vandaan komt, weten we niet. Ik heb wel een hypothese. Onder Lodewijk XIV was het bon ton om over een buitenverblijf langs het kanaal te beschikken. Daarvan getuigen de kasteeltjes Tivoli, Marly of Les Trois Fontaines. Misschien vond de eigenaar van de boerderij Picardie het een prettige gedachte om zijn boerderij naar die Franse streek te noemen?" Die toevallige naamskeuze volstond om in de wijk een hele nieuwe folklore te laten ontstaan, een ware Picardië-cultus, tot de typische Franse klederdracht toe.
Pieter Cnops heeft zowat zijn hele leven lang met de Everse geschiedenis in gedachten rondgelopen. Zo bezocht hij het kasteel van Belœil in Henegouwen. Daar hangt een schilderij waarop een groot toernooi van Filips II is afgebeeld. Het was geen sinecure om van het schilderij een reproductie te krijgen. Maar Cnops vond dat het een plaats verdiende in zijn museum. Hij wist dat het toernooi in Evere had plaatsgevonden, meer bepaald in hoog-Evere. Volgens de informatie in het kasteel van Belœil was dat toernooi in Tervuren, "maar dat klopt natuurlijk niet," zegt Cnops, en hij voert allerlei documenten aan die zijn stelling bewijzen. Cnops heeft de prins de Ligne, eigenaar van het kasteel, nooit op de fout durven te wijzen, "maar misschien had ik dat wel moeten doen..."
--------------------
Het Gemeentelijk Museum (Stuckensstraat 11-13, 02-245.44.88) is elke donderdag open van 14 tot 17 uur, en elke laatste zondag van de maand van 10 tot 12 uur; gratis
Lees meer over: Evere , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.