Fietstrommels lossen stallingstekort op

Minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) wil het tekort aan fietsenstallingen uit de wereld helpen door "een honderdtal" fietstrommels te plaatsen. Kees Jonkergouw van de Rotterdamse dienst Stadstoezicht waarschuwt: "Weet waar je aan begint!"

Fietstrommel, fietsbox, fietshangar, fietskluis, het ding heeft vele namen, en maar één doel: de fiets veilig opbergen voor mensen die thuis over onvoldoende ruimte beschikken. In Brussel hebben een heleboel huizen geen fietsenstalling. Sommige mensen fietsen niet, net omdat ze hun fiets niet veilig kunnen opbergen. Een oplossing daarvoor is de fietskluis. Aan de Diksmuidelaan loopt nu een proefproject met zo'n box.

"Binnenkort komt er ook een in Jette en Sint-Gillis. Het hangt af van de vraag, maar waarschijnlijk krijgt Brussel een honderdtal fietstrommels. Die zullen we vooral op publieke plekken plaatsen," zegt minister Smet tijdens een studiereis in Rotterdam. Hij inspireert zich op het fietsparkeerbeleid daar.

Met 22 procent van de Rotterdammers die de fiets als vervoersmiddel gebruiken - tegenover een ruwe vier procent in Brussel - is Rotterdam de vierde grootste fietsstad in Nederland, maar op het vlak van fietstrommels zijn ze niet te kloppen. Tijdens een proefproject in 1998 plaatste de Stad zes boxen, nu staan er 590. "We zijn de stad met het meeste fietstrommels," zegt Kees Jonkergouw van de Rotterdamse dienst Stadstoezicht. "Met fiets¬trommels beginnen is geen probleem, maar wanneer stop je? Weet waar je aan begint!"

Dat-wil-ik-ook-effect
Als in Rotterdam een fietser een plaats in een fietskluis wil, dan wordt eerst gecontroleerd of hij geen berging thuis heeft. Aan de omwonenden wordt gevraagd of een box hen niet stoort. Als dat in orde is, komt er een fietskluis.

Door het succes kunnen wachtlijsten ontstaan. 734 huishoudens, goed voor 1.233 fietsen, staan op dit ogenblik op een Rotterdamse wachtlijst. De redenen zijn uiteenlopend: te hoge parkeerdruk om een fietskluis te plaatsen, het 'dat-wil-ik-ook'-effect, een beperkt verloop in het abonnementenbestand en de natuurlijke wachtlijst. Dat laatste slaat op het feit dat er vier aanvragen moeten zijn vooraleer er een box wordt geplaatst - in een box passen vijf fietsen.

Jaarlijks betaalt een gebruiker vijftig euro aan abonnementskosten. Volgens de Belgische Fietsersbond is dat niet overdreven veel. Bovendien zouden de kluizen ruim twintig jaar meegaan. Daar hangt wel een kostenplaatje aan. Afhankelijk van het type varieert de prijs van een fiets¬trommel tussen 2.500 en 5.500 euro - het laatste type is ruimer en heeft een elektronisch slot. Smet: "Waarschijnlijk nemen wij het goedkoopste type, maar met camerabewaking. Dat geld kunnen we uittrekken in de gewestbegroting."