Het aantal leerlingen in de Vlaamse Rand van wie de thuistaal niet Nederlands is, neemt fors toe. In het schooljaar 2008-2009 ging het in het basisonderwijs om 28,7 procent van de leerlingen. In het schooljaar 2014-2015 was dat gestegen naar 42,2 procent. Dat heeft minister van Onderwijs Hilde Crevits donderdag in het Vlaams Parlement geantwoord op een vraag van N-VA-parlementslid Koen Daniëls.
Forse toename van anderstalige leerlingen in Vlaamse Rand
Het aantal leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands neemt over heel Vlaanderen toe. Voor het basisonderwijs ging het in de periode 2008-2009 nog om 11,8 procent terwijl dat in 2014-2015 gestegen was naar 16,8 procent.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de stijging minder groot, maar ligt het cijfer al langer veel hoger. Daar is in dezelfde periode een stijging van 68,4 naar 70,9 procent. In de Vlaamse Rand is de stijging dus het grootst.
"In het secundair onderwijs is er een gelijkaardige stijging", aldus minister Crevits. Of die toename van het aantal anderstalige leerlingen ook een negatieve impact heeft op het niveau van het Nederlands in de scholen, kan en wil de CD&V-minister niet zeggen.
"Uit de peilingen blijkt alvast niet dat er minder leerlingen zijn die de eindtermen Nederlands halen", klinkt het. Toch overweegt de minister steekproeven om een beter beeld te krijgen van de kennis van het Nederlands.
Dat lijkt ook parlementslid Koen Daniëls (N-VA) geen slecht idee. "Die eindtermen zijn natuurlijk een minimumdoelstelling. Het kan zijn dat leerkrachten in de betrokken scholen wél een achteruitgang vaststellen. Het kan ook zijn dat leerkrachten steeds meer tijd moeten steken in anderstalige leerlingen, wat ook nodig is, maar die tijd kunnen ze natuurlijk niet investeren in de andere leerlingen," aldus Daniëls.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.