Gestrande vluchtelingen overgeleverd aan hulp buurt

Een veertigtal Indiase mannen slapen al vier weken op straat in de Marollen, zonder hulp van de officiële diensten voor mensen zonder papieren. Een aantal van hen heeft nu tijdelijk onderdak gekregen in de Miniemenkerk, maar ze blijven afhankelijk van de vrijgevigheid van de buurtbewoners.

De groep Indiase mannen uit Punjab zijn al acht maanden onderweg naar Engeland. Daar hopen ze een nieuw leven te kunnen beginnen.

Ze hebben elk ongeveer 20.000 euro betaald aan mensensmokkelaars, maar het is niet duidelijk waarom ze nog steeds niet in Engeland zijn. Wel is zeker dat ze in Brussel gestrand zijn en geen geld meer hebben om hun tocht verder te zetten.

De mannen slapen nu al een maand onder een afdak in de Washuisstraat en hun aantal is gegroeid tot veertig. Ze zijn afhankelijk van de solidariteit van de buurtbewoners, die hen dekens, kleren en voedsel schenken.

Omdat ze geen asielaanvraag doen, kunnen ze geen hulp krijgen van officiële diensten zoals het OCMW. Yvan Mayeur, de voorzitter van het Brusselse OCMW, zegt dat hij niks kan doen en dat de Indiërs aan zichzelf zijn overgeleverd. Volgens hem is het wachten op een rondzendbrief van minister van Asielbeleid Annemie Turtelboom (Open VLD), maar daarover is er in de regering nog steeds geen akkoord.

Ondertussen moeten de Indiërs rekenen op de vrijgevigheid van de buurtbewoners. Een aantal van hen heeft nu onderdak gekregen in de Miniemenkerk, maar daar kunnen ze niet lang blijven.