Geweld tegen sekswerkers Noordwijk gaat voort: 'Het gaat van kwaad naar erger'

De twee recente gevallen van geweld tegen sekswerkers in de Brusselse rosse buurt tonen aan dat het nog steeds erg problematisch is gesteld met de veiligheid in de Noordwijk. “De situatie gaat van kwaad naar erger”, vindt Utsopi, het collectief van sekswerkers. De politiezone Brussel Noord erkent het aanwezige onveiligheidsgevoel, maar benadrukt dat er al een verhoogde politieaanwezigheid is in de wijk.

In iets meer dan een week tijd vielen er opnieuw twee gewelddadige overvallen te noteren in de Brusselse rosse buurt. Gisterenochtend werd er een prostituee beroofd en tot bloedens toe geslagen. De vrouw werd naar het ziekenhuis overgebracht en verkeert niet in levensgevaar. “Het gaat hem echt over roven op bijzonder gewelddadige wijze”, verduidelijkt Daan Bauwens van Utsopi, die ook benadrukt dat het geweld al maanden aan de gang is. “De situatie gaat van kwaad naar erger.”

Bauwens benadrukt verder ook dat het gaat om zeer georganiseerde vormen van criminaliteit. “Bendeleden zijn vaak al heel lang in de buurt om het aantal klanten in de gaten te houden, zodat ze kunnen inschatten hoeveel ze kunnen buit maken. Dit zijn zwaar crapuleuze praktijken.”

Het geweld lijkt ook systematisch gericht te zijn op prostituees van Afrikaanse oorsprong. Niet toevallig, denken ze bij Utsopi. “Ofwel gaat het om gevallen met een racistisch karakter, of toch op zijn minst een opportunistisch karakter. Zij weten dat vele van die vrouwen geen van de landstalen spreken en bang zijn voor de politie.”

Verhoogde politieaanwezigheid weinig voelbaar

Bij Utsopi zijn ze niet te spreken over de inspanningen die de ordediensten ondernemen om de situatie aan te pakken. “De schuld voor de verloedering wordt in het publieke discours zo veel mogelijk verschoven naar de sekswerker. Wij zien echter dat het de sekswerkers zelf zijn die het vaakst de politie oproepen en zij hebben al meermaals gepleit voor een grotere politionele aanwezigheid”, verduidelijkt Bauwens. “Bij een van de twee recente gevallen, weten wij met zekerheid dat het meer dan een uur geduurd heeft voor de politie ter plaatse was. Nochtans is er een politiecommissariaat in het midden van de Noordwijk.”

Bij de politie erkennen ze dat ze vorige week pas laat ter plaatse waren, maar wijten dit aan het grote aantal interventies dat die nacht noodzakelijk was. “Utsopi is heel kritisch voor de politie. Maar de veiligheid van sekswerkers is ook voor ons erg belangrijk”, verduidelijkt Audrey Dereymaeker, woordvoerster van politiezone Brussel-Noord. “Zoals afgesproken in ons actieplan zetten we op dit moment al meer middelen in in de Noordwijk. Er zijn nu meer patrouilles aanwezig dan in andere wijken binnen de zone.”

“Wij willen zeker niet ontkennen dat er een gevoel van onveiligheid heerst, maar dit is subjectief. Uit onze cijfers blijkt dat de criminaliteit in de wijk met 7 procent is gedaald sinds het begin van het jaar”, gaat Dereymaeker verder.

“Veiligheidstaks”?

Bij Utsopi benadrukken ze verder ook dat sekswerkers vandaag al een speciale taks betalen, net om ervoor te zorgen dat de ordediensten kunnen voorzien in de extra beveiliging die deze groep nodig heeft. De politie ontkent echter dat deze taks louter voor de veiligheid dient. “Wij hebben enkel weet van een bedrag dat moet betaald worden aan de gemeente om toestemming te krijgen om een pand te mogen gebruiken voor prostitutie", aldus Dereymaeker.

Oud zeer

De gebrekkige aanpak van het geweld tegen de Brusselse sekswerkers is al langer een hevig punt van discussie. Ondanks een jarenlange strijd voor een betere bescherming, met een erkend statuut als duidelijkste voorbeeld, lijkt er in de praktijk nog steeds geen verandering in zicht.

In het nieuwe Brusselse regeerakkoord werd aangekondigd dat er werk zou worden gemaakt van een meer gecoördineerde aanpak. Utsopi benadrukt echter dat daar in de praktijk nog niets van te merken is. Het kabinet van Brussels minister Alain Maron (Ecolo), dat bevoegd is voor sociale zaken, laat hierover weten dat ze nog in volle opstartfase zitten en nog geen tijd hebben gehad om dit engagement om te zetten in concrete maatregelen.