Dankzij het project van tijdelijke bezetting Grand Hospice is er weer volop bedrijvigheid in het vroegere verzorgingstehuis Pacheco. De binnentuinen waren sinds vorige zomer al open. Ondertussen zijn de lege rusthuiskamers ingepalmd door een bonte verzameling bedrijfjes en verenigingen. Er zitten een patissier en een kapper, maar ook een gaarkeuken en een naaiclub.
| De tuin van Grand Hospice is het vertrekpunt van de fietstours die Philippe Renders organiseert.
Lees ook: Wintertuin op komst in Pacheco-instituut
Isabel Gomez moest even slikken toen ze de afgeleefde rusthuiskamer in de gelijkvloerse gang te zien kreeg die haar winkeltje moest worden. “Aan de kabelgoten tegen de muur zag je waar de bedden hadden gestaan, en er was nog een oud badkamertje met douche en lavabo, maar het water bleek afgesloten,” vertelt de Spaanse ex-onderwijzeres die enkele jaren geleden naar ons land verhuisde.
Toch besloot ze de sprong te wagen. Ze had immers uitzicht op de magnifieke tuin en de huur was laag. “Het was ideaal om mijn plan voor een vintagewinkel uit te testen.”
Met de hulp van haar vriend brak ze de badkamer af en timmerde er een pashokje. Ze schilderde de muren, trok de elektriciteit door en hing lampen op. Het kostte een maand werk, maar nu is ze de trotse uitbaatster van een aantrekkelijk en sfeervol zaakje in tweedehandskleding en -meubeltjes, planten en handgemaakte houten lampen. Twoo-d is nu twee maanden open en de balans is positief, zegt Gomez. “Men begint ons te ontdekken.”
De vintagezaak is een van de vele projecten die de vroegere Pacheco-site nieuw leven in moeten blazen. Het neoclassicistische gebouw is eigendom van het OCMW van Brussel-Stad en heeft een lange geschiedenis. Het complex, gebouwd rond twee centrale binnentuinen met gaanderijen, werd bijna tweehonderd jaar geleden neergezet midden in de begijnhofwijk.
Het was bedoeld als Grand Hospice of Groot Godshuis en nam een belangrijke taak van de begijnen over: de zorg voor bejaarden, zieken en bedelaars. In de loop der jaren evolueerde het tot geriatrisch ziekenhuis en vervolgens tot verzorgingstehuis, waar vooral demente bejaarden verbleven. Na de fusie met een ander rusthuis veranderde de naam in hospice Pacheco. De gebouwen werden beschermd in 1975, de tuinen in 1997.
Tien jaar geleden besloot het OCMW dat Pacheco dicht moest. Het beantwoordde met zijn vele driepersoonskamers en gemeenschappelijk sanitair niet meer aan de vereiste normen en het zou te veel kosten om alles aan te passen. Beslist werd om de 334 bewoners onder te brengen in de andere OCMW-rusthuizen van de Stad Brussel, maar het zou nog een hele tijd, tot in 2017, duren voor de laatste bejaarden vertrokken waren.
Het rusthuis stond daarna leeg en verloederde. Het OCMW had het plan om van het gebouw een intergenerationeel complex te maken, waar families, ouderen en studenten zouden samenleven. Maar de uitwerking liet op zich wachten en in afwachting daarvan werd besloten om er een project van tijdelijke bezetting in onder te brengen.
Vorige zomer werd de vennootschap Pali Pali gekozen als organisator van het project. Pali Pali beheert ook See U, het tijdelijke gebruik van de rijkswachtkazerne in Elsene.
“Met Pacheco kregen wij opnieuw een enorm complex in beheer, 16.000 vierkante meter, waarvan 7.000 vierkante meter tuin,” zegt Edouard Meier, directeur van Pali Pali. “Het moest een plek met sociale impact worden die ook de buurt ten goede komt en die de brug slaat tussen twee wijken die nu niet goed verbonden zijn, Sint-Katelijne en Chicago.”
Pali Pali gaf het project de naam Grand Hospice en gooide meteen de tuinen open, zette er tafels, banken en strandstoelen neer, legde petanquebanen aan en vroeg Jardin, het bedrijf achter de rooftopbar op het Actirisgebouw, om een guinguette te runnen.
Buurtbewoonster Veronique Aelbrecht, ook zaakvoerster van vishandel De Noordzee, is er alvast blij mee. “Ik heb het altijd jammer gevonden dat die prachtige tuinen, eigendom van een openbare instantie, afgesloten waren voor het publiek. Nu kom ik hier vaak met de hond wandelen.”
Bonte mix
Ondertussen deed Pali Pali een oproep om sociaal- en cultureelgeoriënteerde projecten te vinden voor de rusthuiskamers, honderd stuks. De organisatie kreeg 250 voorstellen en moest dus flink selecteren. Het werd een bonte mix van verenigingen en meer commerciële bedrijfjes. Zij kunnen in principe op de site blijven tot eind volgend jaar, maar iedereen gaat er nu al van uit dat er minstens nog een jaar bijkomt. Meier: “Bij tijdelijk gebruik weet je het nooit zeker, maar meestal duurt het langer.”
De grote diversiteit valt meteen op bij een rondgang door de gaanderijen. In de buurt van vintagewinkel Twoo-d kom je ook een hippe naaiclub tegen die met recuperatiestoffen werkt, een galerie, een bibliotheek voor Afrikaanse literatuur, een kapper, een bierproeverij en een platenzaak. Neem je een andere route, dan passeer je onder meer twee fietsorganisaties, een banketbakker en een zaak in geneeskundige kruiden.
Meer achterin, aan de kant van de Vaartstraat, hebben buurtorganisaties als Comité Alhambra en Jeugdhuis Chicago een stek en zijn er drie centra voor geestelijke gezondheid: voor kinderen, voor jongeren en voor volwassenen. Er is sociaal theater en een keuken waar organisatie Rabi Humanity driemaal per week een kleine vijfhonderd gratis maaltijden bereidt voor daklozen en migranten.
Behalve de vaste residenten zijn er ook gelegenheidsklanten. Zo organiseert Francesca La Monica maandelijks een sessie lachyoga in de ronde kapel van de hospice. En in het weekend zijn er vaak workshops en marktjes.
Boven, op de eerste verdieping, is het rustiger. In de lange gangen, waar de wat muffe rusthuisgeur nog niet helemaal is verdwenen, zitten bedrijven en organisaties die geen of weinig bezoekers ontvangen. Ook hier is de variatie groot. Labanane zit er bijvoorbeeld, een organisatie tegen discriminatie van ouderen, net als het crowdfundingsplatform Lita.co, dat afgelopen week zijn vijfde verjaardag vierde met een groot feest in de tuinen.
Op deze verdieping staan nog verschillende ruimtes leeg, waarvan enkele oude badkamers met een grote badkuip in het midden van de kamer. ”De meeste van onze ruimtes zijn intussen verhuurd, maar niet alle organisaties zijn al ingehuisd,” legt directeur Meier van Pali Pali uit.
Zelf uitbreken
Wie zich vestigt in Grand Hospice moet zelf bad, douche en lavabo uitbreken en de kamer op eigen kosten inrichten. Meier: “Wij hebben alleen de elektriciteit vernieuwd.” Bij sommige organisaties staat nog het elektrische kacheltje dat ze de afgelopen maanden gebruikten. De centrale verwarming werd immers door het OCMW afgesloten. Ook is er in de meeste ruimtes geen stromend water.
Kapper Paul Areguian, die op de benedenverdieping de oude verpleegsterspost omtoverde tot coiffeurszaak Vilain, moet zich dan ook behelpen met plastic flessen water die hij vult op het toilet. “Ik bevochtig het haar met een verstuiver,” zegt de Fransman. “Het is een beetje rudimentair, maar dat wist ik voor hiernaartoe kwam.” Areguian, die de ene maand in Brussel knipt en de andere in zijn thuisstad Grenoble, zat eerder in See U in Elsene. Het gros van zijn cliënteel verhuisde mee naar het centrum. “Deze plek is ideaal. Ik heb genoeg werk, ik kijk uit op een prachtige lindeboom en de huur is heel redelijk.” Dat laatste is ook de reden waarom hij af en toe een paar uur uittrekt voor een gratis knipbeurt voor sans-papiers.
In de gang met de fietsorganisaties is Philippe Renders aan het werk. Zijn organisatie Cactus Brussel à velo biedt fietstours door Brussel aan. Voorheen waren de fietsen gestald in de ondergrondse fietsparking aan de Beurs. Daar was echter geen plek voor elektrische fietsen. “Hier heb ik veel meer mogelijkheden,” zegt Renders.
Toen hij afgelopen winter, als een van de eersten, arriveerde in Grand Hospice leek het verlaten bejaardentehuis wel een frigo. Het was kil, er was amper volk en weinig sfeer. “Als ik dan zie waar het project vandaag staat. Ik ben verrast door de grote variatie aan organisaties waarvan vele anders wellicht nooit een plek hadden gevonden in de stad. Ze zijn er echt in geslaagd om een mooie mix te maken van buurtorganisaties en verenigingen van buitenaf. Daar zijn al enkele originele verbindingen uit ontstaan.”
Zelf organiseert hij deze zomer een toer samen met fietsverhuurder Bike-Packer, die ook in de fietsgang zit. “Voorheen kenden we elkaar, maar we werkten niet samen.”
Wat hij wel jammer vindt, is dat de bikehub, zoals zijn gang genoemd wordt, nog geen echte fietshub is. “Daarvoor heb je toch minstens een fietsreparatiedienst nodig.” Directeur Meier van Pali Pali erkent: “Een fietsenmaker is het enige wat we nog missen hier. We zijn ernaar op zoek.”
'Geen connectie'
Ook vindt Renders dat Grand Hospice vandaag nog te veel een prachtige tuin is om iets te drinken. “Hoe krijg je de mensen meer naar de gangen, waar de bedrijfjes en de verenigingen zitten?” Diezelfde verzuchting hoor je bij meerdere residenten. Benjamin Verdin, die met zijn platenzaak Hospice Records op het einde van een gang zit, vindt dat Pali Pali meer moeite zou kunnen doen. “Ze zetten vooral in op de guingette. Die lijkt prioritair voor hen, eerder dan de bedrijfjes en verenigingen in de gaanderijen.” Volgens hem is er geen connectie tussen beide. “De zomerbar is een puur commercieel project, dat een afterworkpubliek aantrekt. Bovendien worden de tuinen regelmatig duur verhuurd voor privé-events. Dit project moest een toe-eigening van de openbare ruimte zijn. Dit is meer een privatisering van de openbare ruimte.”
Pali Pali verdedigt zich. “Wij zijn een niet-gesubsidieerde vennootschap, toch willen we hier iets realiseren met sociale impact,” zegt Meier. “De huurprijzen liggen allemaal onder de marktprijs en de zeer sociale projecten, zoals de voedselbedeling, betalen zelfs helemaal niets. Om als bedrijf te overleven hebben we middelen nodig, zoals de inkomsten van de guinguette. En ja, de tuin aan de Vaartstraat wordt regelmatig verhuurd voor bedrijfsfeesten en andere privé-evenementen. Maar ook de residenten kunnen er terecht met hun activiteiten, en gratis.”
Meier heeft zich intussen al gerealiseerd dat de opdracht – een brug slaan tussen twee behoorlijk verschillende wijken – geen sinecure is. “Sint-Katelijne is toeristisch, met een groot cultureel en horeca-aanbod en een welgesteld publiek, Chicago is een moeilijke wijk. Die twee verenigen is hard werken.”
Banketbakker Léonie Guillemot: 'Ik fungeer als buurtpatisserie'
Drie jaar geleden verhuisde de Française Léonie Guillemot, van opleiding kok, chocolatier en banketbakker, naar Brussel om te werken voor Pierre Marcolini.
Het werk beantwoordde niet helemaal aan haar verwachtingen, de stad wel. Ze wilde graag in Brussel blijven en een eigen zaak beginnen in lekkere patisserie, maar met een laag suikergehalte.
Guillemot had niet veel geld en was blij dat ze terecht kon in Grand Hospice. In april ging Togâ, zoals haar zaak heet, open.
Aanvankelijk was het plan om grote taarten op bestelling te maken. Maar na de eerste Agora, de maandelijkse bijeenkomst van alle residenten, veranderde ze van gedacht. “Er was hier in huis zoveel vraag naar mijn patisserie.”
Nu bakt ze vooral cookies en kleine taartjes voor de guinguette en voor de vele events die in Grand Hospice plaatsvinden. Ook komen de buren langs voor koekjes en taartjes. “Ik fungeer een beetje als buurtpatisserie.” Guillemot is vooral blij dat ze nu deel uitmaakt van een gemeenschap. “Ik wilde niet in mijn eentje werken, maar zocht een plek waar men elkaar steunt en samenwerkt. Ik koop mijn fruit hier bij de leverancier van biofruit en van de brouwer krijg ik de draf die ik verwerk in de koekjes. Samen met mijn buurvrouw, die herborist is, werk ik aan een recept voor kruidenkoekjes. Door de aanwezigheid van de anderen blijf je in ontwikkeling. Hier stagneer je niet.”
Toekomst nog onbeslist
Het OCMW van Brussel-Stad kwam enkele jaren geleden met het plan om van de Pacheco-site een intergenerationeel project te maken waar families, studenten en ouderen zouden samenleven. Blijkt nu dat dit project in de koelkast zit. “Er is een nieuwe reflectie bezig,” zo klinkt het bij het OCMW.
Ook Brussels schepen van Stedenbouw Ans Persoons (One.brussels/Vooruit) bevestigt dat er niets vastligt. “Ze zijn weer van nul begonnen.”
De broodnodige renovatie van de beschermde hospice, met zijn versleten ramen en vermolmde dakgoten, laat voorlopig dus op zich wachten.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Economie , grand hospice , pacheco-instituut , verzorgingstehuis , Léonie Guillemot , pali pali , Isabel Gomez , OCMW van Brussel-Stad , Philippe Renders , Edouard Meier , Cactus Brussel à velo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.