Groeipijn van een gele fiets

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
29/09/2010
Het fietsverhuursysteem Villo is succesvol. Toch is er kritiek: overvolle of lege stations, of stations die niet werken. Volgens sommigen is het JCDecaux, de exploitant, louter om de commercie te doen. [2 reacties]

Twintigduizend langetermijnabonnees mocht Villo optekenen sinds 16 mei 2009, de dag waarop het verhuursysteem gelanceerd werd. Het succes is mede te danken aan de zomeractie die adverteerder JCDecaux, het bedrijf achter de gele fietsjes, op het getouw zette: wie tijdens de drie zomermaanden een abonnement nam, hoefde niet te betalen voor het jaar 2010. Die actie leverde om en bij de twaalfduizend nieuwe langetermijnabonnees op.

JCDecaux heeft besloten na die drukke zomermaanden een balans op te maken. Zo kwam uit de bus dat Elsene de gemeente is met de meeste gebruikers, gevolgd door Brussel-stad en Schaarbeek. Tezamen met de kortetermijnabonnees (dag of week) ligt het aantal gecumuleerde verhuringen op een half miljoen. Geschat wordt dat alle gebruikers sinds vorig jaar meer dan twee miljoen kilometer hebben gereden. Nieuwtje: de doorsnee fietser is van het mannelijke geslacht (61 procent) en tussen 26 en 45 jaar oud (67 procent). Na de zomeractie is het Villo-profiel echter opmerkelijk vervrouwelijkt.

Op dit moment wordt de eerste fase van het systeem afgerond. Van de 180 geplande stations zijn er al 161 operationeel, de overige gaan tegen het einde van de maand open. Gebruikers kunnen dan in elf gemeenten (het stadscentrum plus de eerste kroon) hun fiets kwijt. Het adverteerdersbedrijf wil het aantal fietsen verdubbelen in een tweede fase, wanneer de overige acht gemeenten aangeboord zullen worden. Volgens Brussels staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!) hebben sommige van die acht al een aanvraag ingediend. Tegen wanneer het systeem uitgebreid wordt, staat nog niet vast.

Station offline
JCDecaux kondigt ook aan dat er nachtploegen aan het werk zullen worden gezet om de vlotte werking van de stations 's ochtends te garanderen. Tijdens de spitsuren zijn vele stations vaak leeg of vol, waardoor de abonnee moet uitwijken naar een nabijgelegen station. Op zich is dat geen onoverkomelijk probleem, al loopt het aanbrengen van plattegrondjes aan de stations vertraging op. Daardoor is het soms moeilijk zoeken voor de gebruikers, want waar is het dichtstbijzijnde station? Dat wordt opgelost door elektronische kaartjes die binnenkort op elke display geraadpleegd kunnen worden.

En dan is er nog het probleem van de 'offline-stations': te pas en te onpas slaat een stalling tilt, waardoor je er geen fiets kunt nemen. "Een probleem met de provider," zegt Jérôme Blanchevoye van JCDecaux. "De stations zijn onderling verbonden met een communicatienetwerk, vergelijkbaar met een gsm-netwerk. Als er problemen zijn bij je gsm-operator, is bellen ook moeilijk."

Voor de Villo-gebruiker kan het schrikken zijn, want een fiets die wordt teruggebracht in zo'n 'offline-station', wordt niet geregistreerd en is dus in feite nog 'in gebruik'. JCDecaux gaat er echter prat op
een goede servicedienst te hebben. "De oplossingsgraad ligt op 92 procent," klinkt het.

Toch zijn er mensen die de adverteerder van commercie beschuldigen. Onlangs nog hing een actiegroep een spandoek met 'No bike, no pub' over het reclamepaneel van de display. Een andere actiegroep richtte dan weer een website op die JCDecaux moet aanporren het écht te menen met het managen van de volle of lege stations. Wie zijn ei kwijt wil, kan dat op www.whereismyvillo.be .

Commercie was ook argument nummer één dat gemeenten hanteerden - en in de toekomst waarschijnlijk nog zullen hanteren - om het fietssysteem tegen te houden. Zo aarzelde Etterbeek lang omdat de partij van burgemeester Vincent De Wolf (MR) problemen had met de obligate reclamepanelen die nu eenmaal aan elk station staan. Vele gemeenten hebben afzonderlijke reglementen over reclame in het straatbeeld.

In de marge van de positieve Villo-cijfers wil fietsmanager Frederik Depoortere van Mobiel Brussel kwijt dat er nog werk aan de winkel is om van Brussel een fietsstad te maken. "Een fietsstad ben je bij tien procent fietsers; nu zitten we aan ongeveer vijf procent."

En: "Ik wil nog meegeven dat fietsers zich ook aan de verkeersregels dienen te houden, want mijn werk wordt er niet makkelijker op als ik altijd het verwijt krijg dat fietsers zich niet gedragen in het verkeer."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni