Grootstedenbeleid krijgt opnieuw wat zuurstof

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
13/01/2011
Door de aanslepende onderhandelingen dreigde het federale Grootstedenbeleid in het slop te raken. Ondertussen kunnen de 36 Brusselse sociaal-economische wijkprojecten weer even verder, “tot 30 juni,” zegt Rik Baeten, diensthoofd Grootstedenbeleid. De 7,46 miljoen die de ontslagnemende federale regering veil heeft, geeft weer even zuurstof.

H et is volop puzzelen en sleutelen aan de inhoud van (nieuwe) stadsprojecten die in aanmerking komen voor subsidiëring in het kader van het Grootstedenbeleid (federale materie). Vooralsnog is voor 2011 geen enkel project ingediend door de zeven Brusselse gemeenten die in aanmerking komen: Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Brussel-Stad, Schaarbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node en Vorst. Niet dat de ontslagnemende regering hiervoor nu haar goedkeuring kan geven, maar ook in de tweede helft van 2010 werd geen enkele van de luttele aanvragen in aanmerking genomen (gezien de politieke pat­situatie).

"We zagen enkele Brusselse projecten passeren," zegt Rik Baeten, diensthoofd Grootstedenbeleid, "zoals het idee om in Kuregem een soort platform op te richten met een wetenschappelijke begeleiding. (In Kuregem lopen veel projecten naast elkaar, gesubsidieerd door diverse overheden én zelfs Europa, JMB.) We zijn correct en strikt geweest, geen enkel nieuw project werd geselecteerd. Projecten die al liepen, kregen wel vooruitzichten. Al kan de politieke situatie ook leiden tot een natuurlijke drooglegging van het projectsysteem, als de situatie de volgende maanden van dien aard blijft dat er geen beslissingen genomen kunnen worden over nieuwe initiatieven," zegt Baeten met een zucht. "Wat wel doorloopt, zijn de al eerder opgestarte projecten (van voor 2010) van maximaal drie jaar. Maar de vier projecten die in 2010 beëindigd werden, zijn bijvoorbeeld niet door nieuwe vervangen."

De Grootstedenprojecten voor achtergestelde wijken (in Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi) zijn erkend in het kader van het Europees Objectief 2-programma. Voor Brussel gaat het vandaag om 36 initiatieven in zeven gemeenten. Het grootste stuk van de subsidietaart van 7,46 miljoen euro gaat naar Agoraspace Saint-Remi (Sint-Jans-Molenbeek), het impulscontract voor de Aarschotstraat (Schaarbeek), het sociaal verhuurkantoor Project X van het Brusselse OCMW, dat panden laat opknappen, en - ook in Brussel-Stad - de projecten van het Huis van de Stad (de vzw Bravvo) en de stadswachtersdienst. Ook kleinschalige wijkprojecten als het Huis van de Solidariteit (Brussel), het gemeenschapscentrum Maritiem (Molenbeek) en de anti-tagbrigade van Vorst overleven vooralsnog. Gezien hun beperkte looptijd én de politieke besluiteloosheid verkeerde iedereen in onzekerheid over werkings- en personeelstoelage (voor 150 tot 200 man) voor 2011. Rik Baeten: "De ministerraad heeft op 3 december 2010 beslist om de contracten met zes maanden te verlengen. Een politieke beslissing, waarin toch vijf ministers meespelen, en waarbij Michel Daerden (PS), bevoegd voor Grootstedenbeleid, toch maar weer eens geld op tafel heeft kunnen leggen."

Uiteindelijk is 29,5 miljoen euro toegewezen tot eind juni 2011. Oorspronkelijk was er 59 miljoen van de 67 miljoen voor de 17 steden en gemeenten (waarvan zeven Brusselse) uitgetrokken voor 2011. Baeten: "In feite hebben we maar twaalf procent minder gekregen dan vorig jaar: dat is een aanvaardbare bezuiniging. Op basis van dezelfde projecten en voor dezelfde bedragen heeft de ontslagnemende regering een verlenging met zes maanden toegestaan. Daardoor hebben de lopende projecten weer even zuurstof. Voor het Brussels Gewest betekent dit 3,73 miljoen euro, de helft van het jaartotaal van 7,46 miljoen euro, rekening houdend met de voorlopige twaalfden. We hebben alle hoop gegeven waar en voor zolang het kon. Gelukkig spelen bij een aantal investeringen ook cofinanciers (verschillende overheden) een rol. Wel is het afwachten of Europa na 2013 nog op dezelfde manier zal bijspringen voor investeringen in de Kanaalzone. Mogelijk zal de focus meer op Oost-Europa komen te liggen, en wordt Brussel minder prioritair."
"Het Grootstedenbeleid heeft geen bestaanszekerheid in zijn huidige vorm," legt Baeten uit. "Wij zijn een soort impulsprogramma. De moeilijke wiskundige oefening van 'overleven' voor de projecten heeft een grote onbekende. Wat er politiek ook beslist wordt, richting regionalisering of wat dan ook, we willen dat de overgang vlot verloopt. Een korte of lange onderbreking of - erger nog - een plots einde, zou een ramp betekenen voor die projecten. Uiteindelijk is voor elk impulsprogramma één jaar te kort, zelfs met een spel van verlengingen. Net als vroeger moeten we projecten kunnen afsluiten voor drie jaar."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni