Handelaars: 'Iedereen heeft het heel moeilijk gehad'
Raymond Coduys kent de buurt als zijn broekzak. "Ik loop hier al 61 jaar rond." Hij werd geboren in de Malibranstraat. Zijn grootvader langs moederszijde, Joseph Vanderest, was in 1914 met een lijstenmakerij in de Kuipstraat begonnen. Drie jaar later werd de zaak overgebracht naar een pand op de plek waar nu de kaartjes van Flagey verkocht worden. Daar werd de familie in 1930 onteigend; de huizenrij moest wijken voor het gebouw van de NIR. De lijstenmakerij verhuisde even naar de Lesbroussartstraat, om in 1933 haar definitieve intrek te nemen in het huidige pand op de Elsensesteenweg.
Coduys' moeder nam de winkel over en toen hijzelf negentien was en klaar met zijn schrijnwerkersopleiding, ging ook hij werken in de zaak.
Exodus van BRT en RTB
Inmiddels zit Coduys zo'n veertig jaar in het vak. Hij is ook al veertig jaar lid van de lokale handelaarsvereniging en heeft de winkelbuurt in die tijd zowel zien bloeien als vervallen. "De negatiefste episode was het vertrek van de BRT en RTB uit het Flageygebouw op het einde van de jaren 1970. Dat heeft een grote ommekeer veroorzaakt." Volgens Coduys veranderden daarna zowel de clientèle als de handelszaken. "De mensen van de BRT en de RTB woonden hier meestal en ze deden hier ook hun boodschappen. Toen de omroep verhuisde, trokken de meesten weg."
Het gevolg was dat in de jaren 1980 de ene na de andere kwaliteitswinkel dichtging. "Vroeger had je hier een gezonde mengeling van winkels. De Flageybuurt was vergelijkbaar met de Xavier de Buestraat in Ukkel of de Naamsepoort. Je vond hier alles, nu bijna niets meer. Niemand zegt nog: 'Ik ga naar Flagey boodschappen doen.' Schoenen, kleren of een goed boek kun je hier niet meer kopen. Brussel telt heel wat handelscentra, maar ken je er een zonder chocolatier of parfumerie? Ik ken er één: Flagey. Snacks en nachtwinkels daarentegen zijn hier in overvloed."
Heeft hij er zelf nooit over gedacht te verkassen? "Ik ben gebleven omdat ik in 1976 dit pand gekocht heb. Als het niet mijn eigendom was geweest, dan zat ik hier waarschijnlijk niet meer."
Het probleem is volgens Coduys dat het Flageygebouw veel te lang bijna leeg heeft gestaan, "bijna twintig jaar." En toen het vlak na de eeuwwisseling weer nieuw leven in werd geblazen, begon het werk aan het plein. "Daar werd al langer over gesproken, maar toen ze begonnen, was het voor de handelaars toch weer een nieuwe domper. Enkele handelaars zaten bijna aan hun pensioen, zij zijn gewoon gestopt. De meeste anderen hebben zware verliezen geleden door de mobiliteits- en parkeerproblemen. De klant kon zijn auto hier niet meer kwijt."
Coduys zelf heeft ook veel klanten verloren, zegt hij. "Ik heb het geweer dan maar van schouder veranderd en ben meer op het internet gaan werken. Ik heb nu klanten die nog nooit in de winkel zijn geweest." Voorts heeft hij een aantal plannen geschrapt of uitgesteld. "De uitbreiding van mijn atelier bijvoorbeeld. Of kijk eens naar de voorgevel van mijn winkel: de lelijkste van heel de straat. Maar ik had gewoon geen geld of zin om er iets aan te doen."
Ook zijn collega's hadden moeite om het hoofd boven water te houden. "De ene deed het met minder personeel, de andere sprak zijn spaargeld aan." Het resultaat is dat de Flageybuurt de afgelopen vijf, zes jaar stilstond. "Vergelijk dat met de Naamsepoort. Die buurt verandert zowat maandelijks van uitzicht, een nieuwe winkel hier, een grotere vitrine daar."
Over de toekomst is Coduys minder optimistisch dan anderen. "Ik hoor politici zeggen dat de buurt er over zes maanden weer helemaal bovenop is. Ik denk dat dat nog minstens drie jaar duurt." De grote moeilijkheid is dat er driehonderd parkeerplaatsen minder zijn dan voorheen. "En als die ondergrondse parkeergarage ooit af zal zijn, dan zijn dat plaatsen waarvoor je moet betalen." Bovendien hoort Coduys van alle kanten dat een investeerder een heleboel handelspanden opgekocht heeft en dat de huurprijzen fors aan het stijgen zijn. "Zal er voor de gewone, kleine handelaar nog plaats zijn?"
Als voorzitter van de handelaarsvereniging heeft hij dan ook geen grootse plannen voor de feestelijke opening van het plein. "We hebben nu niet veel zin en ook geen geld om feest te vieren. Misschien dat we in september wel iets ondernemen, als de markt terugkeert op het plein."
Lees meer over: Elsene , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.