kinderbijslag ID-20171117143354

Hervorming kinderbijslag: Brussel raakt er niet uit

Ken Demol
© BRUZZ
21/11/2017

De kans dat Brussel nog deze regeerperiode de kinderbijslag hervormt wordt met de dag kleiner. De tijd dringt, want tegen januari 2020 ligt de uitbetaling van de kinderbijslag onherroepelijk bij de deelstaten.

Mei 2017. Op de tafel van de Brusselse regering ligt een voorstel tot de hervorming van de kinderbijslag. Wat Vlaanderen en Wallonië al eerder klaarden, wil nu ook Brussel afronden. Een compromis waar de zes regeringspartijen zich in kunnen vinden, op maat van het gewest, lijkt eventjes in de maak.

Helaas. Voor de Frans- en Nederlandstalige christendemocraten werd het uiteindelijk no pasaran. De reden? Het voorstel week te veel af van de Vlaamse en Waalse hervormingen, en zou ook nog eens onbetaalbaar zijn.

“Het dossier ligt sindsdien op apegapen,” geeft een regeringsbron toe aan BRUZZ. De voorbije zes maanden ging de Brusselse regering welgeteld nul keer rond de tafel zitten over de kinderbijslag. Sinds CDH-voorzitter Benoît Lutgen in juni aankondigde niet langer met de PS te willen regeren, is de sfeer ferm bekoeld. De partners kunnen ondertussen weer door één deur, maar elkaar toegevingen gunnen in een gevoelig dossier als de kinderbijslag is nog iets anders.

900 miljoen
Even terug naar 2011. In de zesde staatshervorming wordt beslist de bevoegdheid en middelen voor de kinderbijslag naar de deelstaten over te hevelen, in Brussel gaan die naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). Er staat in de hoofdstad een bedrag van bijna 900 miljoen euro tegenover.

Dat biedt de deelstaten ook de kans om de kinderbijslag in een nieuw jasje te steken. De huidige, federale bijslag wordt nagenoeg unaniem als achterhaald beschouwd. Het model, waarbij de bijslag toeneemt voor elk kind na het eerste, moedigt als het ware grote gezinnen aan. Ook in Brussel, waar scholen met een tekort aan plaatsen kampen en betaalbare woningen schaars worden, zien politici dat niet langer als wenselijk.

Vlaanderen trok de kar, en bereikte als eerste een akkoord over een hervormde kinderbijslag. Elk kind geboren vanaf januari 2019 krijgt een bedrag van 160 euro, de meest kwetsbare gezinnen hebben recht op een sociale toelage. Vooral kleinere gezinnen gaan erop vooruit. Wallonië volgde al snel met een gelijkaardig systeem, waar het basisbedrag vijf euro lager ligt om wat ruimte te creëren voor hogere sociale toelagen. Al zijn de twee modellen geen exacte kopie van elkaar, ze zijn op dezelfde leest geschoeid.

Brussel ziet het anders. Het Vlaams-Waalse model blindelings importeren naar het Hoofdstedelijk Gewest zou onhaalbaar zijn, klinkt het achter de schermen. Reden daarvoor is dat Brussel, in vergelijking met de andere gewesten, proportioneel meer gezinnen telt in een kwetsbare situatie, die dus recht zouden hebben op een sociale toelage. Die allemaal een hoog basisbedrag uitbetalen, met een sociale toelage daarbovenop, zou onbetaalbaar zijn.

Iedereen wint
Vandaar dat het gewest werk maakte van een systeem ‘op maat van Brussel’. Een lager basisbedrag met hogere sociale toelagen zou garanderen dat de hervorming betaalbaar blijft én dat de meest kwetsbare gezinnen de steun krijgen die ze nodig hebben. Althans, dat is de redenering van de Brusselse socialisten en Défi. CDH en CD&V vrezen dat Brussel op die manier te veel afwijkt van Vlaanderen en Wallonië.

Maar er zijn nog struikelblokken. In het voorstel dat de PS in mei op tafel legde, wordt de kinderbijslag niet geleidelijk ingevoerd, zoals in Vlaanderen en Wallonië. De hervormde kinderbijslag zou in één klap voor alle Brusselse kinderen in gang schieten. Het federale systeem moet meteen op de schop.

Daardoor zou een op de drie Brusselse gezinnen - vooral die met meer dan drie kinderen - moeten inboeten. Niet aantrekkelijk, zo kort voor twee verkiezingsjaren. De regering paste daar een mouw aan door de verworven rechten van alle Brusselaars te garanderen. Wie er onder het nieuwe systeem op achteruit zou gaan, zou uitbetaald worden volgens het oude model. De overige zeventig procent zou onder de hervormde kinderbijslag vallen: voor hen verandert er niets of gaat hun bedrag er zelfs op vooruit. Kortom: iedereen wint.

Volgens de christendemocraten komt dat neer op een duur cadeautje voor alle Brusselaars in de aanloop naar de verkiezingen. “Onbetaalbaar,” luidt de kritiek. Een hooggeplaatste bron spreekt dat tegen. “Aanvankelijk kost die garantie ons jaarlijks 55 miljoen euro, maar na ongeveer tien jaar zijn die kosten zo goed als uitgedoofd. Kinderen die nog onder het oude systeem vallen worden ouder en vallen na verloop van tijd weg. ‘Onbetaalbaar’ is dat niet. Integendeel, Brussel zou onder dit model jaarlijks zelfs 12 miljoen euro overhouden van het federale geld.”

Te ambitieus
De kans dat Brussel net als Vlaanderen en Wallonië zijn hervorming kan uitrollen in 2019 is zo goed als onbestaande. Dat geven ook regeringsbronnen achter de schermen toe. In de administratie is men nog sceptischer: “Het wordt sowieso 2020,” klinkt het daar.

2020 is dan ook de absolute deadline. Op dat moment moet Brussel de verantwoordelijkheid voor de uitbetaling van de kinderbijslag op zich nemen, met of zonder hervorming. Het gewest moet vanaf 1 januari dat jaar kunnen garanderen dat de meer dan 300.000 Brusselse kinderen de bijslag krijgen waar ze recht op hebben. Voor een kleine en relatief jonge deelstaat is dat niet evident. “Van de administratie verwachten dat ze die verantwoordelijkheid op zich neemt, én een ingewikkelde hervorming verwerken, is te ambitieus,” klinkt het in de wandelgangen van het parlement.

Daarom verschuift de ambitie langzaamaan. Een hervorming tegen 2019 of 2020 is niet langer prioritair. Dat biedt de regering wat ademruimte. Op termijn kan het gewest leren van de successen - en fouten - van Wallonië en Vlaanderen. Dat is ook de lijn die Open VLD aanhoudt.

De potentiële imagoschade voor het gewest is evenwel niet min: het zou zo het enige zijn die na zes jaar geen hervorming kan voorleggen. Wil de GGC in 2020 toch een hervormd systeem uitrollen om gezichtsverlies te vermijden, moet ze daarrond ten laatste in april volgend jaar tot een akkoord komen, klinkt het. Vijf maanden nog. De klok tikt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni