Straatmuzikanten fleuren de stad op, maar het aantal vergunningen gaat in dalende lijn. Daarom wil het Brusselse stadsbestuur de aanvraagprocedure met audities voor een jury herzien, al zien sommige artiesten wel het voordeel in van minder concurrentie: “Agenten grijpen minder in. Als ze het wel doen, dan moet je wel heel erg slecht zijn.”
| Het aantal vergunningen voor straatmuzikanten in Brussel is de voorbije jaren gehalveerd. De coronapandemie is zeker een van de oorzaken.
Een zonnige dinsdagavond. In de drukke Boterstraat achter het Beursgebouw klinkt een cover van Oasis. De Belgisch-Britse Will (43) zingt Don't Look Back in Anger. Hij draagt een geruit hemd, platte sneakers en een jeans. Een groep leerlingen danst en klapt mee op het ritme, terwijl Will zichzelf begeleidt op gitaar. Na afloop roept de leerkracht de jongeren bij zich.
Wat hij zo leuk vindt aan busken – optreden als straatartiest? “De puurheid ervan,” zegt hij. “Wie mijn zang goed vindt, geeft geld. De rest wandelt gewoon door. Het is van de meest directe manieren van betalen voor een dienst.”
Will komt oorspronkelijk uit het Waals-Brabantse Ottignies-Louvain-la-Neuve, woonde een lange periode in Engeland en koos bij zijn terugkeer voor Brussel. Na een pauze trok hij weer de straat op, maar het viel hem op dat hij veel minder collega-muzikanten zag. “Een heel verschil met tien, vijftien jaar geleden.”
Ook de Stad Brussel merkte die daling op. Het aantal toegekende vergunningen is de voorbije jaren gekelderd. Van 400 in 2018 naar 191 in 2022, meer dan een halvering. Vervoersmaatschappij MIVB deelt eveneens vergunningen uit om te mogen optreden in metrostations. Haar cijfers bevestigen eenzelfde neerwaartse tendens: voor de pandemie gaven ze ongeveer 160 vergunningen per jaar, nu slechts een veertigtal.
In een depressie sukkelen
Will wijt de daling aan corona. “Straatmuzikanten hebben meestal geen recht op een werkloosheidsuitkering of kunnen niet terugvallen op een sociaal vangnet. Velen stopten tijdens de pandemie en zochten een job die meer sociale bescherming bood. Ik hoorde over dezelfde problemen in Ierland, dat er nu over nadenkt om straatmuzikanten een soort vast loon uit te betalen.”
Joni Sheila, die jarenlang met haar gitaar in de Nieuwstraat speelde, bevestigt wat Will vertelt. “Tijdens de pandemie was op straat spelen haast onmogelijk. Ofwel kwam de politie zeer snel tussenbeide, ofwel liep er geen volk op straat. Sommigen sukkelden daardoor in een depressie.” Sheila gaf niet op tijdens de coronapandemie en bleef busken, maar onlangs maakte ze de switch naar een professionele carrière als muzikant.
Will ziet wel een positief gevolg aan het feit dat er minder muzikanten op straat zijn, al is het onbedoeld. “Volgens mij is dat de reden waarom de politie vandaag zo laks is tegenover mij, omdat er nog amper muzikanten overblijven,” lacht hij. “Als agenten nu ingrijpen, dan moet je wel heel erg slecht zijn.”
Dat betekent nog niet dat hij van de arm der wet overal mag optreden. “Onlangs vroegen agenten me om te stoppen en elders te gaan spelen. Blijkbaar was het om de misviering in de kerk achter mij niet te storen. De agenten vroegen niet naar mijn vergunning, en klaagden ook niet over het volume.”
Geen cash meer op zak
Enkele dagen later, op de kruising van de Grasmarktstraat en de Kleerkopersstraat. Op een steenworp van het vaste plekje van Will maakt een excentriek duo muziek: violiste Juliette (29) en gitarist Jon (30), met ondanks het warme weer toch een muts op zijn hoofd. Het duo, in het dagelijkse leven ook een koppel, brengt Porque te vas van Jeanette Dimech.
Na afloop van hun half uur durende optreden keuvelen ze nog even na met een fan van wie ze een blikje Jupiler kregen. Hun ervaringen met Brussel zijn overwegend positief, al is er een maar. “Sinds een jaar of twee krijgen we minder cash geld,” zegt Jon, een Fransman uit Bordeaux. “We zouden een QR-code kunnen aanmaken, zodat mensen kunnen scannen, of een apparaat aanschaffen om met de kaart te kunnen betalen, maar ik heb er geen idee van hoe dat allemaal werkt. Als ze geen geld bij zich hebben, bieden velen wel een drankje aan.”
Juliette stelt nog iets vast, nu we stilaan evolueren naar een cashloze maatschappij: “Vroeger zagen restaurants en winkels ons graag komen: wij konden onze munten wisselen voor bankbiljetten en zij hadden op die manier wisselgeld voor hun kassa,” zegt ze. “Door de tendens van cashless betalen, wordt ook dat steeds moeilijker.”
“Dat er minder straatmuzikanten zijn, vind ik erg jammer. Het doet afbreuk aan de stad, muziek biedt de stad een betere reputatie”
Met wat Jon en Juliette verdienen op straat, kunnen ze net de eindjes aan elkaar knopen, ook omdat ze geen huur moeten betalen voor een huis of appartement. Ze leven al een aantal jaar als rondtrekkende artiesten. “We slapen bij familie of vrienden, of bij toeschouwers die een bed aanbieden. Onze laatste uitweg is een tentje. Op een goede dag verdienen we 100 euro in een uurtje, op mindere dagen komen we niet verder dan drie euro.”
Af en toe spreekt de politie hen aan, meestal alleen met de vraag om elders te gaan spelen. Zij hebben, net zomin als Will, een vergunning om te spelen. Ze willen die wel aanvragen, maar stuiten op praktische bezwaren. “Wie op straat wil spelen, moet die om de twee maanden vernieuwen. Beetje vervelend,” vindt Jon. En bovendien: omdat hij geen Belg is, kan hij de aanvraag maar een beperkt aantal keer indienen. Juliette, geboren in Brussel, kan dat vaker doen. “Dat zou betekenen dat we niet samen kunnen optreden.”
Verboden op oneven uren
Wellicht is de omslachtige vergunningsprocedure ook een reden waarom straatmuzikanten afhaken, of althans waarom ze nalaten om alles te officialiseren. Om een toelating te krijgen, moet een muzikant – als hij in het centrum wil spelen – een aanvraag indienen bij de Stad Brussel. Dan volgt er een auditie voor een jury. Als die een positief advies geeft, krijgt de muzikant een vergunning. Artiesten die een artistiek diploma kunnen voorleggen, worden vrijgesteld.
Ook Joni vindt het systeem gebrekkig en speelde daarom enkel 'illegaal' in Brussel. “Ik vertikte het om die auditie te doen.” Ze hekelt het feit dat de auditie maar een paar keer per jaar plaatsvindt, en dan nog tijdens de werkuren. “Alsof we allemaal werkloos zijn en niets beters te doen hebben.” De eerstvolgende audities zijn in september gepland. Bovendien stikt het van de absurde regeltjes volgens Joni. Zo is er het verbod om tijdens de zogenoemde oneven uren te spelen - tussen 11 en 12 uur of 13 en 14 uur bijvoorbeeld. Ook het gebruik van een versterker mag niet, tenzij de burgemeester of zijn afgevaardigde daar uitdrukkelijk de toestemming voor geeft. Van de negen verschillende straatmuzikanten die hun verhaal bij ons doen, bleek maar eentje in het bezit van een officiële vergunning.
Jolle Desloover schrikt er niet van dat velen zonder vergunning spelen. Vandaag is hij programmator klassieke muziek in de stad Kortrijk, maar in het verleden deed hij onderzoek naar een mogelijk nieuw statuut voor straatmuzikanten. “De regels om in Brussel-Stad te mogen spelen zijn te streng, en dat heeft een ontradend effect,” vertelt hij aan de telefoon. “Het is beter om mensen vrij te laten spelen op vaste tijdstippen en plaatsen, of te werken met experimenteerzones, dat is veel laagdrempeliger. Door een versterker te verbieden, worden sommige genres zoals hiphop meteen uitgesloten.”
Vleugje magie
Delphine Houba (PS), schepen van Cultuur en Grote Evenementen in Brussel-Stad, betreurt in een reactie dat straatartiesten verdwijnen. “Ze geven Brussel een vleugje magie,” laat ze via haar woordvoerder weten. “Tegelijk moeten we denken aan het welzijn van de burgers en omwonenden. Daarom is het belangrijk om de praktijk van straatartiesten zo goed mogelijk te reguleren, zodat alle partijen zich gehoord en gewaardeerd voelen.”
Toch is Houba niet blind voor de huidige situatie. “De economische realiteit van veel straatmuzikanten, die onzeker en precair werd door de pandemie, neem ik natuurlijk in overweging.” Dat zou ze doen door de vergunningsprocedure te vergemakkelijken en de procedure toegankelijker te maken. Opties daarbij zijn een powerpointpresentatie voor artiesten die geen Frans, Nederlands of Engels begrijpen, waarin alle regels worden uitgelegd, of een langere geldigheidsduur van de auditie.
Will bergt na een tijdje zijn gitaar op. Hoeveel hij vandaag verdiend heeft, houdt hij liever voor zichzelf. “Dat er minder straatmuzikanten zijn, vind ik erg jammer. Het doet afbreuk aan de stad, muziek biedt de stad een betere reputatie. Al zijn mensen daardoor wel blij om mij te zien en ook bereid om iets meer geld te geven.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Muziek , busker , straatmuzikant
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.