“Er moet voorkomen worden dat er zich getto’s in Brussel gaan vormen, dat de marginalisering toeneemt. Er is nood aan visie bij de overheid. Op vlak van onderwijs, huisvesting en op sociaal vlak en - weliswaar in tweede instantie - ook op cultureel vlak.”
‘Het ontbreekt de stad aan visie’
Een kwarteeuw journalist, altijd scherp maar de bon ton: Guy Duplat. Dé echte éminence grise onder de cultuurjournalisten geeft ons antwoord op wat niemand echt goed begrijpt: hoe (over-)leeft de Franstalige en Nederlandstalige cultuur in Brussel, naast elkaar en met elkaar?
GUY DUPLAT: Om een correct beeld te krijgen van wat zich in dit land afspeelt, is kennis vereist van de twee publieke opinies over cultuur, die van de Franstalige en de Nederlandstalige media. Daarnaast is ervaring met de twee publieken essentieel. Alles zit veel complexer in elkaar dan de stelling dat de ene mening tegenover de andere staat. De meningen over cultuur zijn in beide gemeenschappen heel gelijklopend, wat men ook beweert.
Het begint hiermee: de grote artiesten in Vlaanderen mag je niet bestempelen als Vlaams of zelfs als Belgisch. Het zijn artiesten tout court, die aan alles raken wat essentieel is in de kunstwereld. Kunst en cultuur reiken verder dan grenzen.
Op beleidsniveau wordt de cultuur toch op een andere manier benaderd.
DUPLAT: Dat is louter te wijten aan geld. Vlaanderen is veel rijker dan het zuiden van het land. Bijgevolg zijn de manoeuvreermarges voor subsidies in Vlaanderen groter. Dat zorgt voor problemen van zodra er samenwerkingsinitiatieven worden opgezet, zoals Wiels of het KunstenfestivaldesArts. Het is niet louter een kwestie van prioriteiten, maar van financiële armkracht.
Valt dit specifiek op in Brussel?
DUPLAT: Vlaanderen besteedt voor cultuur minder geld in Brussel dan de Franstaligen. Maar het gros van dat geld gaat naar locaties die als ‘bakens’ dienen en opvallen. Zoals Kaaitheater, Ancienne Belgique en KVS. Hun visibiliteit en bekendheid wordt sterk ondersteund. Daarentegen zie je goed dat de Franse Gemeenschap met een strop rond de keel staat. De Franstaligen moeten een enorm pak (kleine) theaterhuizen en cultuurcentra onderhouden. Komt daarbij dat de aandacht van de Franse gemeenschap voor Brussel niet altijd door de hele gemeenschap in dank wordt afgenomen. Ook Luik, Mons en Charlerloi moet nu eenmaal bediend worden.
Beide culturen vinden elkaar wel in Brussel?
DUPLAT: Als de gemeenschappen samenwerken zoals in Bozar, Flagey, de Munt, Wiels, het Kunstenfestival enzovoort, dan wordt dit sterk ervaren als een ‘ontmoetingsplek’. Het nieuwe akkoord tussen AB en Botanique geeft te kennen dat het de cultuursector zelf is die samen wil werken: er is een entente. Komt daarbij dat alles opborrelt vanuit de basis. Het zijn Vlamingen als Walter Vanhaerents die met zijn hedendaagse kunstcollectie voor Brussel kiest. Men is hem niet gaan halen. De grote afwezige op de cultuurscène is de overheid. Al wat ze lanceert is chaotisch, vrijblijvend, ongeorganiseerd en eendaags. Vergeet niet dat het gewest maar een stukje bevoegd is voor cultuur. Daar start het probleem.
En volgt het publiek die ‘ontmoetingsdrang’?
DUPLAT: Helemaal niet. Ik merk op dat onze lezers van La Libre naar Kaaitheater of de KVS gaan. Maar de Nederlandstaligen – of ze nu uit Vlaanderen of uit Brussel zijn – gaan door de band niet naar cultuurtempels als Théâtre National of zelfs De Munt. Bij de pers zie ik eenzelfde fenomeen van onevenwicht. Wij, Franstalige media, volgen de Vlaamse cultuurscène en artiesten van heel dichtbij: van Jan Fabre tot Sidi Larbi Cherkaoui. Maar de Nederlandstalige pers volgt amper wat zich in het zuiden afspeelt, de qualité et autre.
De historische cultuurstrijd zal daar wel iets mee te maken hebben.
DUPLAT: Dertig jaar terug, toen het FDF dominant aanwezig was in de hoofdstad, vertrokken Franstaligen vanuit een angstreflex. Ze dachten alles te moeten doen om de Franse cultuur te handhaven. De tweede landstaal was van geen tel. Op hetzelfde moment deden de Vlamingen er alles aan om Brussel te veroveren, of ten minste wat er aan Vlaamse aanwezigheid bestond te bewaren.
De grote kentering is er gekomen met Brussel 2000. Langs Franstalige kant was dit opvallend. Les Tanneurs, Botanique en Theâtre National openden zich volledig voor de Nederlandstaligen. Ze begonnen met boventiteling. Gelukkig is die openheid ook langs Vlaams zijde gestart. Met het gevolg dat de Franstaligen uit Wallonië niet langer denken dat Vlaanderen een soort ‘val’ voor hen heeft opgezet. Een mooie volgende stap zou zijn dat iedereen drietalig wordt.
Scheelt er dan wat op beleidsvlak?
DUPLAT: Brussel is meervoudig een rijke stad. Tegelijkertijd is Brussel een triest slachtoffer van het gebrek aan visie op lange termijn, op vele domeinen. De gevolgen daarvan zijn overduidelijk en zeer belastend. Ik noem er maar enkele. Kijk naar de mobiliteit. Kijk naar de kloof die zich zichtbaar verdiept tussen diverse wijken in de stad. De arme wijken gaan steeds verder de dieperik in. Wie die contrasten in Brussel niet ziet, is blind.
Horen integratie en vluchtelingenproblematiek bij dat lijstje?
DUPLAT: De vluchtelingenproblematiek moet op Europees vlak aangepakt worden. De grote instroom moet correct ingeschat worden. Maar tegelijk is het onaanvaardbaar om vluchtelingen niet op te vangen. Europa is groot en rijk genoeg. In de zomer van vorig jaar werden door de overheid remmen ingebouwd. Het Maximiliaanpark lag vol vluchtelingen. Dat vind ik nog altijd onvoorstelbaar. Mensen moesten dagen en nachten wachten. ‘s Weekends was het loket gesloten. De vluchtelingen werden haast ontmoedigd om hun asiel aan te vragen. Als je ziet welke situaties die vluchtelingen ontliepen in hun land en onderweg, en dan ontvang je hen hier met de boodschap: ‘Wacht een paar dagen in tenten in de kou’. Ik was echt niet fier op mijn land.
U woont in Ukkel. Ver weg van de vluchtelingenproblematiek.
DUPLAT: Toch sta ik er familiaal dichtbij. Mijn dochter werkt bij het Rode Kruis. En mijn vrouw, die psychologe is, werkt als vrijwilligster voor Artsen in de Wereld. Ze zat er in het Maximiliaanpark elke dag letterlijk middenin.
Mijn standpunt is: er moet een politiek worden gevoerd die iets oplevert. En niet louter voor nieuwkomers. In de eerste plaats voor wie, vaak al jaren, in Brussel is. Er moet voorkomen worden dat er zich getto’s in Brussel vormen, dat de marginalisering toeneemt. Daarvoor moeten er maatregelen worden getroffen op onderwijsvlak, in de huisvesting, op sociaal vlak, en in tweede instantie ook op cultureel vlak. Wie Brussel goed bekijkt ziet dat hier een mengeling van marginalen leeft. En het is duidelijk voor deze stad: we evolueren naar een samenleving die niet erg mooi zal zijn. Dus: waar blijft de visie?
Lees meer over: Ukkel , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.