Het verkommerd perkje van oorlogsheld Jean de Selys

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
10/08/2012
Het standbeeld van oorlogsheld Jean de Selys Longchamps glimt van het goud, maar het perkje rondom het gouden hoofd is in vreselijk slechte staat. Dat het verwaarloosd werd, dankt het ook aan zijn onconventionele ligging: in het midden van de Louizalaan, waar voetgangers nooit komen. Auto's daarentegen...

Sic transit gloria mundi. Zo vergaat 's werelds roem. Het zou bij de oplettende voorbijganger kunnen opkomen als hij of zij langs het standbeeld van baron Jean de Selys Longchamps loopt. Misschien niet echt vanwege het standbeeld - het vliegeniershoofd glimt van het bladgoud -, maar wel na een blik op het kleine perkje eromheen. Zoals u ziet op de foto hierboven is dat in niet erg goede staat. Het arduin dat het gazonnetje rond het standbeeld afzoomt wordt gebruikt door skateboarders, en sommige automobilisten gebruiken het om hun snelheid bij te schaven. Met alle gevolgen van dien, zoals losliggende bumpers die het perkje opleuken.

Jean de Selys Longchamps werd op 31 mei 1912 geboren te Brussel. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, nam de telg uit het adellijke geslacht dienst in het Belgische leger, waar hij achttien dagen lang tegen de oprukkende Duitsers vocht. Toen België eind mei 1940 capituleerde, sloeg hij op de vlucht. Na enkele omzwervingen in onder meer de Pyreneeën en Marokko die op zich al genoeg stof zouden opleveren voor een stevige avonturenfilm, belandde hij uiteindelijk in het Verenigd Koninkrijk, waar hij dienst nam als vliegenier bij de Royal Air Force, hoewel hij daar eigenlijk al te oud voor was.

Solo
Het bekendst werd hij door zijn aanval op het Gestapo-gebouw in Brussel in het midden van de oorlog. Die aanval op het hoofdkwartier van de toenmalige nazi-inlichtingendienst is ook de reden waarom hij een standbeeld kreeg op de Louizalaan, tegenover nummer 453, het toenmalige hoofdkwartier.

In de vroege ochtend van 20 januari 1943 stijgt Jean de Selys Longchamps op het vliegveld van Manston in het Verenigd Koninkrijk op om samen met zijn compagnon André Blanco enkele bombardementen op Duitse treinstellen in Gent en Kortrijk uit te voeren. Blanco vliegt na die raids terug naar de Engelse basis, maar Jean heeft andere plannen, die hij alleen wil uitvoeren. Door verzetskranten is hij op de hoogte van Gestapo-gruwelen die plaatsvinden op de Louizalaan 453, en dus zet hij koers naar Brussel.

Daar aangekomen wordt hij slechts opgemerkt door enkele vroege wandelaars, maar niet door de Duitsers. Jean zwenkt enkele keren uitdagend over het Jubelpark en koerst vervolgens naar het zuiden. Boven Watermaal-Bosvoorde neemt hij een wijde bocht en dwingt hij zijn Hawker Typhoon in de richting van de brede De Motlaan aan de abdij van Ter Kameren. Hij neemt gas terug en vuurt zijn boordgeschut leeg op het hoofdkwartier van de gehate Gestapo. Dat ligt namelijk in het verlengde van de De Motlaan, aan het kruispunt met de Louizalaan. De vliegenier mikt met grote precisie, en minder dan een halve minuut later trekt hij op, zet weer koers naar de basis en gooit bij het verlaten van Brussel nog een Belgische vlag uit.
Zijn aanval doodde enkele belangrijke Gestapo-officieren. De vele gevangenen die in de kelders van het gebouw zaten bleven ongedeerd. De Selys Longchamps mikte zo goed dat hij geen enkel aanpalend gebouw schade toebracht. Zijn daad was die januaridagen the talk of the town en krikte het moreel van de samenleving op, tijdens die koude dagen in de oorlog.

De vliegenier werd vanwege zijn solodaad wel gedegradeerd. Maar op zijn 31ste verjaardag kreeg hij alsnog het Distuinguished Flying Cross, een belangrijke Britse onderscheiding. Lang kon hij er niet van genieten, want hij kwam in augustus 1943 om het leven toen hij met zijn vliegtuig neerstortte.

Slecht gerenoveerd
In 1992 kreeg De Selys Longchamps een standbeeld van de hand van de Brusselse beeldhouwer Paul Boedts. Boedts is op de hoogte van de slechte staat van het perkje, maar wijst erop dat het standbeeld zelf in goede staat is. "Dat werd nog niet zo lang geleden opnieuw voorzien van een laagje bladgoud."

Inge Paemen van Mobiel Brussel, de gewestelijke administratie Openbare Werken, die het standbeeld onderhoudt, zegt dat het perkje rond het beeld in de maand juni nog werd gerenoveerd na een auto-ongeval. "Die werkzaamheden zijn echter slecht uitgevoerd, waardoor de aannemer besloten heeft ze over te doen. Maar het is bouwvakantie, dus het zal voor in augustus zijn."

Paemen zegt dat er ondertussen nog een tweede auto-ongeval is gebeurd, wat de staat van het afbrokkelende arduin niet ten goede komt.
Selys de Longchamps intussen ziet het met lede ogen aan. Afgezien van een bekommerde journalist zijn er niet veel mensen op de hoogte van het bestaan van het perkje. "Jean wie?" klonk het op een kabinet, toen we op zoek waren naar een verantwoordelijke.

Alleen de auto's van de Louizalaan zien Jean uiteindelijk staan. En botsen op onze held. Was hij nog in leven, hij zou wellicht kunnen denken: "En dat heet dan vooruitgang?"

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni