Horecaboycot tegen seksueel geweld: ‘Jammer dat alle bars gestraft worden'

De aangekondigde boycot van de Brusselse horeca als protest tegen het seksueel geweld zorgt voor reacties van lof tot onbegrip in de sector. Federatie Horeca Brussel betreurt dat de volledige sector geviseerd wordt. "Het zijn de slechte mensen binnenin, misschien de uitbater, misschien de serveerder, die beschuldigd moeten worden. Maar niet de bars."

De boycot zou vrijdag plaatsvinden. Er is dan ook een bijeenkomst op het Albertinaplein gepland.

De horecasector erkent dat er problemen met seksueel geweld zijn. Hier en daar klinkt ook begrip voor de boycot. “Ik begrijp dat de vrouwen er genoeg van hebben. Het is erg genoeg wat er allemaal is gebeurd,” vertelt Léopold Van der Gracht van Café Des Minimes. “Wij uitbaters proberen er ook steeds rekening mee te houden en goed op te passen.” Toch denkt hij niet dat de boycot echt iets zal veranderen. “Ik denk niet dat het nuttig is, maar ik verwacht ook niet dat we echt zullen worden beïnvloed door de actie.”

Jorn Peeters van Les Brasseurs vlakbij de Beurs vindt de boycot wél een goed signaal. “Wij letten zelf redelijk fel op mannen die vrouwen lastig vallen. Het gebeurt bijna wekelijks dat wij mannen moeten weigeren omdat ze zulk gedrag vertonen.” Toch is het jammer dat iedereen gestraft wordt voor de slechte daden van een ander, zegt de uitbater. “Maar het is slechts één dag, er zijn nog 364 andere dagen. Dat we die dag wat minder klanten zullen hebben, is een prijs die we willen betalen.”

“De mensen die problemen veroorzaken moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, maar men moet niet alle cafés over dezelfde kam scheren,” zegt Romolo Putzu van café Le Louvre op het Voorplein van Sint-Gillis. “Ik organiseer al tien jaar evenementen, en wij hebben nog nooit zulke problemen gehad. Als er een probleem zou zijn in mijn café, zou ik ook meteen ingrijpen. Als er meisjes lastig gevallen worden, doen we daar meteen iets aan. Maar nu iedereen gaan boycotten… Het zijn al harde tijden.”

Putzu herinnert aan de 'staking' van 15 september, toen alle cafés op het Voorplein de deuren sloten. “Sinds we op een negatieve manier in de media zijn verschenen, is het Voorplein dood. Het is dus al zwaar genoeg, als er nu nog een algemene boycot komt, weet ik het niet meer.” Toch is er ook bij hem begrip voor de actievoerders: “Ik begrijp wat ze doen. Maar daarentegen vind ik het jammer dat ze iedereen ervoor straffen.”

'Werken al aan oplossingen'

Ludivine de Magnanville van de federatie Horeca Brussel betreurt de focus van Balance Ton Bar op de horeca. Het probleem van seksuele agressie beperkt zich volgens haar niet enkel tot die sector. “Voor mij is het niet Balance Ton Bar, maar Balance Ton Violeur. We werken al aan oplossingen. Dat doen we samen met de regering, want het is evenveel een politiek probleem als een sectorprobleem”, licht ze toe.

“Het is niet enkel de horeca die moet reageren. Wanneer een meisje aan de ingang van een club wordt lastiggevallen, is het even belangrijk. Het gaat iedereen aan. De politiek, de politie en ook andere organisaties." De Magnanville begrijpt de opstand, maar vindt het jammer dat de bars worden beschuldigd. "Het zijn de slechte mensen binnenin, misschien de uitbater, misschien de serveerder, die beschuldigd moeten worden. Maar niet de bars."

Extra opleidingen

Een opleiding voor het horeca-personeel, waarbij wordt aangeleerd om beter om te gaan met situaties van seksuele agressie, zou Jorn Peeters van Les Brasseurs alvast met open armen ontvangen. "Er zijn wel dingen waarop we letten, maar misschien zien we maar de helft. Misschien is het wel boeiend om een intuïtie aangeleerd te krijgen waarop we nog meer kunnen letten."

Ook de Magnanville van Horeca Brussel ziet opleidingen als een absolute must: “Natuurlijk moeten die er komen. Maar dat geldt op alle niveaus en in alle omgevingen. Niet enkel in een café of in het nachtelijke milieu.”