'Informatie over radicalisering Abdeslam niet doorgegeven'

De Belgische inlichtingendiensten, die op de hoogte waren van het feit dat Salah Abdeslam geradicaliseerd was, hebben die informatie niet ingegeven in de Schengen-databank die de Franse gendarmes geconsulteerd hebben enkele uren na de aanslagen van 13 november in Parijs. Dat heeft de rapporteur van de Franse parlementaire onderzoekscommissie over de aanslagen zondag gemeld.

Salah Abdeslam is het enige nog levende lid van de terreurcel die achter de aanslagen van vrijdag 13 november 2015 in Parijs zat. Bij de zwaarste aanslagen uit de Franse geschiedenis vielen 129 doden.

Abdeslam slaagde erin om na die aanslagen met de wagen weer naar België te rijden. Hij werd zaterdag 14 november om 9.10 uur in Cambrai, vlakbij de Belgische grens, gecontroleerd door gendarmes. Hij toonde hun identiteitsdocumenten met zijn eigen naam. Hij werd tegengehouden omdat zijn naam door de Belgische autoriteiten was ingegeven in het Europese Schengen-informatiesysteem (SIS II), maar na een halfuur mocht de wagen met Abdeslam en twee andere inzittenden toch vertrekken.

"De Franse gendarmes hebben de normale procedure gevolgd. Ze hebben zelfs een extra inspanning gedaan door hem, enkele uren na de aanslagen, langer dan normaal tegen te houden", aldus de socialist Sébastien Pietrasanta.

"Maar de Belgische inlichtingendiensten waren op de hoogte dat hij deel uitmaakte van een jihadistische beweging. Waarom hebben ze die informatie niet in de databank ingegeven?", vraagt hij zich af.

Uiteindelijk brachten Belgische autoriteiten Frankrijk meer dan een uur nadat de agenten Abdeslam hadden laten gaan op de hoogte van zijn betrokkenheid bij een jihadistische groep. Het is pas dan dat de gendarmes het bevel kregen om hem te arresteren. Het heeft uiteindelijk geduurd tot 18 maart vooraleer de Belgische autoriteiten Abdeslam konden arresteren in Molenbeek.

De Franse parlementaire commissie publiceert dinsdag haar eindrapport over de aanslagen.