‘Inhaalplan nodig voor Nederlandstalige kinderopvang’

Het groeitempo van de Nederlandstalige kinderopvang in Brussel volstaat niet. Dat zegt SP.A-parlementslid Elke Roex (SP.A). “Aan het huidige tempo zullen er pas in 2023 voldoende plaatsen zijn om de norm van het Vlaams kinderopvangdecreet te halen.”

Uit een vraag van Roex aan VGC-collegelid Bianca Debaets (CD&V) blijkt dat 500 opvangplaatsen recent zijn overgegaan naar ONE, de Franstalige tegenhanger van Kind & Gezin.

"Daarnaast werd slechts een beperkte groei gerealiseerd”, zegt Roex. "Aan het huidige tempo zullen er pas in 2023 voldoende plaatsen zijn om de norm van het Vlaams kinderopvangdecreet te halen. Nu de Vlaamse regering de VIPA‐investeringen voor kinderopvang in Brussel heeft bevroren, stevenen we af op stilstand. De VGC kan deze beslissing niet voldoende compenseren. Een ambitieus inhaalplan is noodzakelijk."

Volgens Roex komt de norm van de Vlaamse regering neer op een capaciteit van 8.600 plaatsen. “Dat betekent dat we tegen 2018 zeker 1.320 bijkomende plaatsen nodig hebben”, zegt Roex. “In 2014 werden er echter nauwelijks 166 plaatsen bij gecreëerd. Aan dit ritme heeft de Vlaamse Gemeenschap dus 9 jaar nodig om aan de norm te raken.”

Sinds vorig jaar is een decreet van kracht dat de taalvoorwaarden bij Kind & Gezin strenger maakt. Heel wat Franstalige crèches stapten daardoor over naar de ONE. Tot nu toe gaat het om 474 plaatsen, wat minder is dan eerst gevreesd.