Jean-François Soenens: 'Deze stad valt niet in een paar quotes te verkopen'
O nze plaats van afspraak is de Cirio, daags voor Sinterklaas. Sint Jean-François Soenens komt binnen met een gitaar en een viool: de liefde voor muziek speelt duidelijk ook bij zijn twee dochtertjes, Lili (8) en Juliette (6).
"De viool is voor Juliette, de gitaar voor Lili. Lili weet al vanwaar de wind waait, Juliette heeft nog even de luxe te mogen geloven in de Sint. Onze jongste is ook wel echt gebeten door de muziekmicrobe, ze heeft net haar eerste concert achter de rug, georganiseerd door de vioollerares, die boven ons woont. Een feest voor de kinderen, een feest voor de ouders."
"Ook Lili heeft een tijdje viool gespeeld, maar het was niet echt haar ding. Nu heeft ze al een maand lang de mond vol van gitaarspelen. Dat is allemaal spontaan gegroeid, we hebben hen op geen enkel moment gepusht. Wat er allemaal van komt, zullen we wel zien, zolang ze maar gelukkig zijn."
Twee kinderen opvoeden in een stad als Brussel vinden Jean-François en zijn vrouw - van Nederlandse afkomst en opgegroeid in Vilvoorde - geen enkel probleem. "Zodra de kinderen naar school gaan, krijg je bovendien een heel andere dimensie in je sociaal leven. Door de school, door je kinderen leer je enorm veel mensen kennen. En dat blijft maar uitdijen: tegen de tijd dat ze in het zesde middelbaar zitten, kennen we de hele wijk. Dat maakt het leven er alleen maar aangenamer op. We hebben lang aan Sint-Goriks gewoond, nu hebben we onze stek aan de Diksmuidelaan. Lili en Juliette zitten op school op de Vlaamsesteenweg. Ze voelen zich perfect op hun gemak, kennen meer mensen dan wij. Echte stadskinderen zijn het. Ze hebben ook nooit anders gekend, zijn helemaal vertrouwd met het internationale."
Couleur Café
Zijn zoektocht naar werk bracht Soenens als afgestudeerd communicatiewetenschapper nu zestien jaar geleden naar Brussel. "Brussel was geen onbekende, de taal was evenmin een probleem. Mijn ouders zijn allebei van hier afkomstig. Thuis hebben we altijd Frans gesproken, mijn Nederlands heb ik op school geleerd en door de vrienden. Ook Lili en Juliette zijn perfect tweetalig, zoals het hoort."
"Bij mijn aankomst wist ik niet echt welke richting uit. Ik ben dan maar een uitzendkantoor binnengestapt, en de volgende dag had ik al werk. Daarop heb ik twee jaar interims gedaan, in mijn vrije tijd ging ik veel naar concerten, en zo ben ik uiteindelijk in de muziekwereld terechtgekomen. Ik keek naar wie de verantwoordelijke uitgever was van de posters die ik het tofst vond, de organisator van de concerten die me het meest aanspraken. En dat bleek Jazztronaut Entertainment te zijn. Zes maanden lang heb ik die mensen gestalkt, tot ze mij ten langen leste als stagiair binnenhaalden."
Van Jazztronaut ging het naar Universal, waar Soenens onder meer werkte voor Vlaamse zangers, kaliber Günther Neefs, en ook aan de slag kon voor dEUS, ten tijde van The ideal crash. "Dat heeft me een plaats bij Virgin opgeleverd, als assistent van de managing director, die een prachtige stal bijeen getekend had. Gorki met hun eerste plaat, Arno, Axelle Red, Zap Mama, Dead Man Ray. Prachtige tijden, en nadat EMI Virgin had opgeslorpt, heb ik daar mijn ding mogen doen."
"Toen in 2006 de crisis losbarstte in de platenwereld, was het uit met de majors en ben ik voor Rough Trade beginnen werken, een minibedrijfje - we waren met zijn drieën - met een originele insteek. De artiest maakte zijn plaat en wij zouden die in de markt zetten. Hij was de baas, wij voerden uit wat hij ons opdroeg. Het was een manier van werken die veel voldoening gaf, maar toen Couleur Café zich aandiende, kon ik onmogelijk weigeren."
"Het grootste deel van mijn werk nu bij Couleur Café is sponsoring: partners zoeken die willen investeren in ons project. We weten perfect wie er naar ons festival komt, voor wie ze komen, hoeveel jaar ze al komen, enzovoort, enzoverder. Dat is iets wat onze partners heel graag hebben. We proberen het allemaal ook net iets anders te doen dan de anderen, in die zin dat ethiek en duurzaamheid voor ons hel belangrijk zijn. Wij zorgen voor een groot feest, maar wel op een verantwoorde wijze. We zijn ook een stadsfestival, geen straatfestival. We zijn omgeven door de stad, en we willen ook iets teruggeven aan die stad."
Breuklijnen
De stad ligt Soenens na aan hart. "Het sympathieke aan Brussel is dat het nooit één verhaal is. Je kunt de stad nooit in een paar quotes aan iemand verkopen. Dat is moeilijk uit te leggen aan mensen die er niet in zitten, maar wel plezant."
"Het is ook een andere stad dan die van mijn jeugd. Mijn grootvader was pediater in Elsene. Hij woonde in een groot huis aan de Vleurgatsesteenweg, waar hij en mijn grootmoeder tien kinderen hadden grootgebracht. Het Brussel dat ik van toen kende, was betrekkelijk rustig en volks; wij gingen als negen-, tienjarige alleen te voet van mijn grootouders naar mijn oom en tante, die toch een eindje verderop woonden. Dat zou ik mijn dochters niet onmiddellijk laten doen. Ik herinner me ook nog dat ik met mijn ouders naar de Franstalige boekenbeurs in de Martinitoren ging en toen mijn eerste prostituees heb gezien. Wist ik veel. 'Wat doet dat mens daar in badpak achter het raam? Die moet toch weten dat je niet bruint achter glas!?' Dat was de cowboykant van Brussel, die gaandeweg verdwenen is. Om zes uur in de ochtend (burgemeester) Michel Demaret zat over straat zien strompelen: zoiets zul je nu niet meer zien."
"Brussel is een stad met breuklijnen alom, soms tot op straatniveau toe. Zo moest ik eens voor een concert van Youssou N'Dour flyers uitdelen in Matonge. Ik heb toen gemerkt dat aan de ene kant van de straat Rwandezen leven en de andere kant Congolezen. Aan de ene kant waren we welkom met onze flyers, aan de andere kant absoluut niet."
Redenen tot ergernis? Ja, die zijn er ook. Dat hoort nu eenmaal bij de grote stad. "Wanneer we zien dat ze de kerstmarkt beginnen op te bouwen, dan weten we dat er een moeilijke maand aan komt. Ik ken niemand in de kaaienwijk, ouder dan tien jaar, die content is dat de kerstmarkt eraan komt. Maar dat heeft met de seizoenen te maken, hé: zo zijn we heel blij wanneer het water weer in de vijvers op de vismarkt staat, want dan weten we dat de zomer in aantocht is."
"Weet je waar ik me wel ongelooflijk kwaad over kon maken? Over het totale gebrek aan visie op mobiliteit van de vorige bewindsploeg in het stadhuis. Maar nu mensen als Ans Persoons daar een en ander over te zeggen hebben, denk ik wel dat er vooruitgang komt."
"Veel mensen vinden dat Brussel vuil is, maar daar wil ik niet aan meedoen. In Brussel heb je veel armoede in de binnenstad, met alle gevolgen van dien, maar die is ten minste niet weggestoken in hoogbouw ver buiten het centrum, zoals in de hoofdsteden in de landen om ons heen. Die ongemakken neem ik er graag bij; de sociale mix bij ons is nog van dien aard dat iedereen van de stad kan genieten. Als je zoveel sociale lagen bijeen hebt, is het normaal dat er een beetje wanorde is, dat is net de charme van de stad. Ik vind het fantastisch dat het hier allemaal dooreen loopt, dat er geen gated communities zijn, aan de rijke noch aan de arme kant."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.