Monitoren voor jeugdkampen mogen dit jaar 50 dagen aan de slag in plaats van 25. Dat heeft het kernkabinet beslist en wordt volgende week voorgelegd aan de ministerraad. Zo meldt Vooruit-vicepremier Frank Vandenbroucke zondag.
Jeugdkampen en -stages kunnen monitoren 50 in plaats van 25 dagen inzetten dit jaar
Door de sociale afstand en hygiënemaatregelen moeten organisatoren van jeugdkampen en -stages hun werking grondig aanpassen. Werken met kleinere groepen betekent ook extra locaties zoeken én extra monitoren inzetten.
"Het is belangrijk om de continuïteit van de jeugdkampen te verzekeren", zegt minister van Sociale Zaken Vandenbroucke. "Met de Paasvakantie én de zomer in het verschiet, hebben monitoren nu de garantie dat ze véél meer dagen mogen inspringen en kunnen organisatoren hen 25 dagen extra inzetten."
COVID zorgt voor heel wat uitdagingen voor onze jeugdwerking. Maar met de Paasvakantie in het verschiet en de zomer was er een extra probleem: een nijpend tekort aan monitoren voor speelpleinen en sportkampen.
'Continuïteit verzekeren'
Niet alleen door opleidingen voor nieuwe monitoren die de voorbije maanden noodgedwongen geschrapt werden, maar ook omdat monitoren maximaal 25 dagen per jaar aan de slag kunnen, zonder sociale bijdragen te betalen op hun vergoeding.
Daarom besliste het kernkabinet om het maximum van 25 dagen enkel voor dit jaar uitzonderlijk uit te breiden naar 50 dagen. Met de Paasvakantie én de zomer in het verschiet hebben monitoren zo de garantie dat ze véél meer dagen mogen inspringen, en kunnen organisatoren hen dus 25 extra dagen inzetten.
"Dit is zo belangrijk om de komende maanden - ondanks de vervelende omstandigheden - toch de continuïteit te verzekeren van jeugdstages, speelpleinwerking en sportkampen. Dit vergemakkelijkt niet alleen de werking voor de organisatoren, maar dit is ook belangrijk voor het welzijn van kinderen", besluit Frank Vandenbroucke.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , jeugdbeweging , jeugdkampen