Josephine Dehollander viert 100ste verjaardag in serviceflat
"Ik ben al langer met pensioen dan dat ik gewerkt heb," begint de kranige Josephine Dehollander. Ze is geboren in 1908, en ruim een kwarteeuw - van 1938 tot 1963 - was ze onderwijzeres in de gemeentescholen van Jette. Nu geniet ze al 45 jaar van haar pensioen. "Op een dag zag ik de berken op de hoek van de Sint-Vincentius a Paulostraat, tegenover het kerkhof, tegen de grond gaan. De Parkresidentie kwam in de plaats. (De 32 serviceflats gingen open in 1993, erkend door de Vlaamse Gemeenschap; in 1999 werd ook het dienstencentrum erkend door de Vlaamse Gemeenschap, met bijkomende steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, red.) Telkens als ik er voorbij wandelde, prikkelde de gedachte van een eigen appartement met een dienstencentrum als extra comfort. Pas een jaar later - er woonden toen al enkele bewoners in Parkresidentie - stapte ik binnen. 'Ik kom al eens uitkijken voor de dag dat ik wat ouder ben,' zei ik. 'Groot gelijk,' kreeg ik als antwoord. 'Hoe oud bent u?' Ik antwoordde: '86.' Dat vonden we allebei enorm kluchtig."
Graag alleen
"Het gebeurde weleens dat ik door een bloeddrukval tegen de grond ging thuis, en dan was er niemand die ik bellen of roepen kon. De beslissing om te verhuizen nam ik zonder iemand te raadplegen - en meteen. Mijn kennissen raadden het me af: ze zullen je opsluiten; je bent je vrijheid kwijt; je wordt er gek." Dehollander wou het zelf ondervinden en koos voor een ruime flat met keukenhoek, een aparte slaapkamer en badkamer.
Wie niet bij haar moet zijn, geraakt er niet in. "Ik ben graag alleen, en ik heb boeken te over om door te nemen, naast mijn wekelijkse woordenpuzzels, en het lezen van Knack en Brussel Deze Week, al mag uw lettertype wat groter. Het is al erg genoeg dat ik vreemde telefoons krijg van bijvoorbeeld wijnverkopers. Maar die wimpel ik af door te zeggen dat ik alleen Nederlands spreek. Ook bezoek moet mij niet onaangekondigd komen storen. Ik sta op mijn privacy, en dat is het allergrootste voordeel aan een serviceflat."
Tot voor kort kookte de oud-onderwijzeres zelf haar potje; nu eet ze - maar alleen 's middags - in het gemeenschapsrestaurant van Parkresidentie, waarvoor ze de lift kan gebruiken. "Ik moet bekennen dat ze zeer hun best doen, voor de zeven en een halve euro die het kost. 's Morgens en 's avonds eet ik mijn boterhammen met koffie thuis, boven in mijn flat; aan animatiespelletjes doe ik niet mee, maar ik ben heel blij dat de andere flatbewoners op 2 oktober mijn verjaardag willen meevieren."
Voorts doet Dehollander een beroep op een thuiszorgverpleegster (gratis in het ziekenfondspakket) en familiehulp voor het poetsen (betaald). Parkresidentie kan ook andere diensten aanbieden, zoals correspondentie frankeren en posten, of doktersvoorschriften faxen naar de apotheker, die aan huis komt. De nachtpermanentie van Parkresidentie helpt Dehollander 's avonds met het uittrekken van haar steunkousen. "Ik heb hier jaren gewoond zonder echt hulp nodig te hebben, op de wekelijkse wasserij na. Nu het me al een uur 's morgens kost om me alleen te wassen, is het een geruststelling om te weten dat ik dag en nacht met een bieper hulp kan oproepen. Het voordeel is ook dat ik zelf mijn dokter of personeel kan kiezen, waar een home met vast personeel werkt. Ik wil nu eenmaal over alles zelfstandig kunnen beslissen, zolang dat nog kan. Ik word niet graag betutteld. Maar mijn grote angst is dat mijn zelfstandigheid niet zal blijven duren, en dat ik hier weg moet. Toch heb ik niets speciaals gedaan om honderd te worden - zeker geen Olympische Spelen. Het overkomt me gewoon."
Mevrouw Debrock
Dat een honderdjarige ook even wil terugblikken op haar leven in Jette, spreekt voor zich. "Ik heb als Mevrouw Debrock (de naam van haar man, red.) in alle gemeentelijke jongens- en meisjesscholen van Jette gestaan, eerst jarenlang als vervangster van wie ziek was of zou bevallen. Na mijn huwelijk heb ik eerst een aantal jaar in Namen gewoond, zolang mijn man daar werk had. Daardoor heb ik mijn Frans goed bijgestuurd. En Engels kende ik al uit mijn kindertijd, omdat ik tijdens de Eerste Wereldoorlog in Engeland naar school ben geweest; mijn ouders waren daarheen gevlucht. In de krant las een vriendin dat er in Brussel een tekort was aan Nederlandstalige staatsonderwijzeressen. Omdat ik niet gelovig ben, interesseerden andere scholen me niet. Ik had zoveel catechismus van de nonnetjes gekregen dat ik verzadigd was."
"Wij dus naar Jette. Daar heb ik altijd het been stijf moeten houden tegen de directie, die de kinderen naar de Franstalige klassen loodste. Bij de inschrijving werd de 'moedertaal' gevraagd, om de leerlingen in de Franse, dan wel in de Nederlandstalige afdeling te plaatsen. Ik paste die wet strikt toe en vroeg altijd aan de moeders: 'Spreekt ge Vloms?'
Vaak zeiden ze dan ja, maar wilden ze toch dat hun kind in het Frans naar school ging. Tegen dat soort toestanden stelde ik mijn veto. De moeders gingen dan naar de directrice, die Frans en Brussels dialect sprak, maar dan gaf ik tegengas. Nochtans, de Vlaamse kinderen waren wijs genoeg om op de speelplaats al spelend Frans te leren, terwijl het omgekeerde niet gezegd kon worden. Vlaamse kinderen waren bovendien veel gemakkelijker in de omgang dan hun Franstalige leeftijdsgenoten."
:: Josephine Debrock-Dehollander wordt honderd op 2 oktober 2008.
Uw wensen zijn welkom op de redactie: BDW-100, E. Flageyplein 18, 1050 Elsene, of info@bdw.be (vermeld 'Josephine Dehollander'). Wij sturen ze dan door.
Lees meer over: Jette , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.