Ken Ndiaye, acteur, danser, socio-antropoloog, restauranthouder
W e spreken af in L'Horloge du Sud, het restaurant op de grens van Matonge en de Europese wijk, waarmee Ken Ndiaye nu al twaalf jaar de Afrikaanse keuken uitdraagt. "Ons doel? Een stukje stedelijke multiculturele gezelligheid tussen Noord en Zuid creëren. In een gemeenschappelijke ruimte, rond een goede keuken en met activiteiten die de Afrikaanse cultuur uitstraling geven. We zijn daarin geslaagd. L'Horloge du Sud is niet alleen een restaurant, er worden ook concerten gegeven, boeken voorgesteld, films vertoond, we geven de verenigingen uit de buurt de kans om hier te vergaderen, we organiseren wijkwandelingen, onder meer in samenwerking met het Elzenhof."
"De ligging van ons pand, op de symbolische grens tussen de Afrikaanse en de Europese hemisfeer in Brussel, is ideaal. Merkwaardig toeval ook: vroeger was deze gelagzaal dé verzamelplaats van de oud-kolonialen in Brussel. Het café heette L'Horloge. Om de patrimoniale continuïteit te verzekeren, hebben we de benaming behouden, en om de aandacht te vestigen op de evolutie, hebben we er du Sud aan toegevoegd. In het begin deed het verhaal de ronde dat we bij de overname de wijzers van de grote klok aan de voorgevel hadden afgebroken, omdat wij Afrikanen een slechte notie van tijd hebben. Het tegendeel is waar. De klok was toen al achttien jaar defect, ik heb ze laten herstellen. Al was het geen sinecure, zo verouderd was het mechanisme. Na een lange zoektocht heb ik op het internet uiteindelijk de juiste man gevonden. In Londen."
De samenkomst van de Europese en de Afrikaanse cultuur weerspiegelt zich in wat er op tafel komt. "We hebben de gulden middenweg gezocht: Afrikaanse gerechten zo bereiden dat ze aanvaardbaar blijven voor de Afrikanen en in de smaak vallen bij anderen. Daarvoor laat ik mijn koks zich om de zes maanden internationaal bijscholen. Het is een interessante evenwichtsoefening. Afrikanen gebruiken bijvoorbeeld veel rijst en weinig vlees in hun gerechten, Europeanen doen net het tegenovergestelde. Hou ik daar geen rekening mee, dan krijg ik klachten. Op de machine die de bestellingen naar de keuken doorgeeft, is er zelfs een speciale toets voor Afrikaanse klanten, die zo te zien op bezoek zijn in België. Bij de opening hadden we nog een ander principe: geen frieten, geen pasta, geen Coca-Cola. Met de frieten en pasta is het gelukt, maar met de Coca-Cola hebben we moeten inbinden; dat is nu eenmaal de meest kosmopolitische drank ter wereld."
"Voor een rustige tête-à-tête hoef je bij ons niet te zijn. Dit is een ontmoetingsplaats, waar iedereen met iedereen moet kunnen communiceren. Sommigen hadden me het opzet afgeraden, omdat het niet echt in de Belgische cultuur zou passen. Maar we hebben doorgezet, en we hebben gelijk gekregen. De mengeling van mensen in de zaal is vaak heel aangenaam, verrassend zelfs."
Béjart
De professionele weg van Ken Ndiaye is niet begonnen met de liefde voor de Afrikaanse keuken, of de horeca. Er vloeit artistiek bloed door zijn aderen. "Na de middelbare school en een korte passage aan de universiteit van Dakar heb ik me ingeschreven aan Mudra, de dansschool die Maurice Béjart ook in Dakar had opgericht. Drie jaar heb ik er lessen gevolgd, waarna ik naar hier ben gekomen om mijn artistieke parcours verder te zetten. De keuze voor België lag niet voor de hand: een klein land, een grote onbekende in Senegal. De Senegalezen die indertijd naar Europa trokken, kozen meestal voor Frankrijk."
"Na mijn studie aan het Insas, de Franstalige tegenhanger van het Rits, heb ik een plaats weten te versieren bij Tiedrie, het theatergezelschap van Tone Brulin met later Gene Bervoets aan het hoofd. Parallel daarmee speelde ik muziek in groepen als Bula-Sangoma van Chris Joris; met Mamady Keita, de grote Afrikaanse percussionist, heb ik de groep Sewa Kan opgericht. Ondertussen gaf ik ook nog danslessen en heb ik aan de universiteit mijn diploma socio-antropologie gehaald. Nu geef ik al een vijftiental jaar les voor het Directoraat-Generaal voor Ontwikkeling en Samenwerking. Parallel daarmee werk ik voor de pedagogische dienst van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren en ben ik actief binnen Read me, een Europees project rond etnografische musea en de diaspora van de bewoners van de landen waar de museumcollecties vandaan komen. Ik weet het, er zijn maar 24 uur in een dag, maar ik slaag er toch in al mijn activiteiten een plaats te geven. Soms in cycli, waarin ik het ene voorrang geef op het andere. Heb ik bijvoorbeeld een goed theater- of muziekproject, dan investeer ik mijn tijd daarin, waarna ik weer meer aandacht op iets anders vestig."
Tussen twee stoelen
"De eerste vijftien, twintig jaar in België was Brussel meer een uitvalsbasis dan een woonplaats. Het was de plek waar ik tot rust kon komen, door de centrale ligging perfect voor mijn artistieke activiteiten in het buitenland. Brussel is ook heel relaxed in mijn ogen, zeker geen harde, gevaarlijke stad. Allemaal redenen waarom ik hier ben gebleven."
"Met mijn culturele identiteit val ik een beetje tussen twee stoelen. Hier ben ik nog altijd een Afrikaan, in Senegal een beetje l'Européen. In het westen van Afrika hebben ze een woord voor iemand als ik: toubab. Veel mensen die het woord kennen, denken dat het met huidskleur te maken heeft, maar dat is niet zo. Wel met sociale status, mentaliteit, manier van denken en leven, opleiding. In het begin is dat niet zo makkelijk, leven met die dualiteit. Maar zodra je die verschillende identiteiten toelaat, vormt het niet langer een probleem."
"België is sociaal en politiek gezien heel interessant, al was ik aanvankelijk tamelijk geschokt, gewend als ik was aan het strikt piramidale sociaal-politieke model dat Senegal aan Frankrijk had ontleend. Met de jaren is dat gevoel geëvolueerd naar intellectuele nieuwsgierigheid. Zo ben ik ook tot het besef gekomen dat het Belgische model, waarin niemand de absolute macht heeft, democratischer en eerlijker is dan het Franse."
"Diversiteit zit hier in de maatschappij ingebakken, al willen sommigen dat niet toegeven. Je zou bijna kunnen zeggen dat België geen eigen identiteit heeft. En tot op grote hoogte is dat ook zo, doordat het land op kunstmatige wijze tot stand is gekomen. De manier waarop de mensen daarmee omgaan, is ronduit fascinerend. Niemand heeft hier echt de overhand, zeker niet in Brussel. In die zin doet deze stad me denken aan New York."
Lees meer over: Elsene , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.