Kinderarmoede: 'Aantrekkingskracht van Brussel en eenoudergezinnen'

Brussels minister van Levenskwaliteit Céline Fremault (CDH) erkent dat de kinderarmoede in de hoofdstad een probleem is. De vele eenoudergezinnen en de aantrekkingskracht van Brussel voor de huishoudens in armoede zijn daarbij twee hoofdoorzaken. Dat erkent ook staatssecretaris en VGC-collegelid Bianca Debaets (CD&V). Unicef maakte donderdag een rapport bekend waaruit bleek dat 1 op 3 Brusselse kinderen in relatieve inkomensarmoede leeft.

"In Brussel worden de eenoudergezinnen gezien als de groep die het grootste risico loopt op sociale en economische uitsluiting", stelt minister Fremault. Daarom steunt ze via de regering en de GGC (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad) onder meer de vzw Le Petit Vélo Jaune, dat alleenstaande ouders coacht en opnieuw vertrouwen wil geven en het project Monomams, een interactief uitwisselingsplatform voor diensten tussen families.

Daarnaast ziet Fremault ook een typisch stedelijk fenomeen, want net zoals de grootste Waalse steden kent Brussel een instroom van huishoudens in armoede. Die leiden dan weer tot kinderarmoede.

Bianca Debaets, VGC-collegelid bevoegd voor Gezin en Gelijke Kansen ziet dat die aantrekkingskracht een oplossing bemoeilijkt. "Brussel werkt bovendien vaak als een sociale lift. De sterke bevolkingsgroei die Brussel al jaren kent, maakt dat aan de onderkant van de Brusselse samenleving er een voortdurende instroom is van nieuwe mensen. Dat maakt dat armoede erg moeilijk helemaal uit te bannen is. Dat geldt niet alleen voor Brussel, maar ook voor de andere grote steden in ons land", aldus Debaets.